Niks meer missen?
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief!
Foto: Daniël Rommens
opinie

Stella’s waslijst | ‘Omdat naar huis gaan eeuwig uitgesteld wordt, zetten we een alarm’

Stella Vrijmoed,
18 februari 2020 - 12:59

Faalangst, prestatiedruk en keuzestress: hoe leuk is studeren nog? En dan heb je ook nog eens een waslijst aan praktische dingen te leren op weg naar die verdomde volwassenheid. Stella en Eva schrijven het om en om van zich af. Deze keer: liefde in tijden van agendahedonisme.

23.17 uur, donderdagavond. ‘Yo Stel,’ hoor ik aan de andere kant van de lijn. ‘Wil je nog chillen?’ Hij is net als ik op de fiets naar huis. We moeten allebei eigenlijk vroeg op, maar ja. Ik wil best nog even chillen, ja. ‘Is goed,’ zeg ik. ‘Kom jij naar mij of ik naar jou?’

 

Hij komt naar mij. Zijn batterij is bijna leeg dus we spreken af dat ik om 23.44 uur de deur beneden open doe, zodat hij niet iedereen wakker maakt als hij aanbelt. Dat probleem hebben we namelijk al eens gehad. Dit leek ons een betere oplossing dan dat hij weer bij de shoarmatent om de hoek eerst zijn telefoon in de oplader moet hangen.

‘Ik zeg weer ja, maar huil een beetje van binnen’

Eenmaal thuis gooi ik nog even snel wat rondslingerende kledingstukken op een stoel. Ondertussen vraag ik mezelf af waarom ik hier eigenlijk ja op heb gezegd. Hele dag gewerkt, kom net van een verjaardag. Ik had ook gewoon nu naar bed kunnen gaan. Hij heeft ook een volle dag achter de rug. Waarom doen we dit?

 

We vinden elkaar blijkbaar leuk genoeg om deze moeite te doen. Beter een uurtje dan helemaal niet. Anticiperend op ons slaaptekort, stellen we voor deze nachtelijke chillsessies wel altijd één voorwaarde. Omdat naar huis gaan anders echt eeuwig uitgesteld wordt, zetten we namelijk een alarm. Ja, echt. Een alarm.

 

Dit keer zetten we ‘m om 00.45 uur. ‘Kun je voor één uur slapen, oké Stel?’, zegt-ie.

‘Om eerlijk te zijn moet ik er niet aan denken om een stelletje te worden dat elke dag samen om tien uur in bed ligt’

Ik zeg weer ja, maar huil een beetje van binnen. Een uurtje maar! Veel te kort. Ik zou eigenlijk een hele avond willen chillen, gewoon rustig een film kijken, of zo. En kletsen. Maar als ik in mijn agenda kijk, zie ik geen van mijn avonden de komende week vrij om zoiets te doen. Hetzelfde geldt voor hem. Altijd bezig.

 

‘Wij zijn ook gewoon abnormaal, Stel,’ zegt hij terecht wanneer ik het ter sprake breng. ‘Mijn vrienden gaan na een verjaardag gewoon naar huis om 23.00. Ik denk dan “huh”, want ik heb dan nog gewoon een feestje op het programma staan. Maar eigenlijk ben ik de gek in dit verhaal.’

 

Shit ja, denk ik. Hangen we nu toch de agendahedonist uit? Willen we weer te veel? Of vinden we elkaar juist niet belangrijk genoeg om een hele avond voor elkaar vrij te maken? Dat hoor ik namelijk weer van mijn vrienden aan wie ik dit vertel: die vinden dat ik hem geen prioriteit geef en hij mij ook niet. Dat is dan gelijk een teken, of zo.

 

Maar nader beschouwd: de vorige jongen met wie ik datete was überhaupt te depressief om dingen te ondernemen. En mijn andere ex wilde überhaupt nooit bij mij chillen, want hij vond het arelaxed dat ik met huisgenoten woonde. Dan is dit vele malen beter. En spannender.

 

Als het alarm gaat, ben ik eigenlijk ook helemaal niet teleurgesteld dat het uur voorbij is. We zien elkaar morgen toch weer in de bieb. Hebben we samen scriptiedag. En gisteren kwam hij trouwens nog langs op mijn werk. Oh, en we hebben van het weekend nog gelogeerd. Opgeteld zien we elkaar nog behoorlijk wat uurtjes per week.

 

Ik heb me waarschijnlijk voor de zoveelste keer laten opjutten door wat mijn omgeving denkt en doet of wat ik denk dat men doet – nu zelfs in mijn liefdesleven. Om eerlijk te zijn moet ik er niet aan denken om een stelletje te worden dat elke dag samen om tien uur in bed ligt om de volgende dag uitgeslapen om 9.00 uur op kantoor te kunnen zitten.

 

Ik vind ons eigenlijk gewoon heel erg grappig, met onze avondklok.

Lees meer over