We moeten het niet hebben Engels óf Nederlands, maar over hoe we Engels en Nederlands het best kunnen combineren, vindt UvA-alumnus Paulette van der Voet. ‘Meertaligheid is de toekomst en daar zullen we de discussie over onderwijstalen en taalbeleid in het hoger onderwijs op aan moeten passen.’
In zijn opinieartikel over Engelstalig onderwijs haalt Dominique Wiedeman een aantal sterke punten aan, waaronder het ontbreken van een eenduidig taalbeleid voor het gebruik van Engels binnen de UvA en het hoger onderwijs in het algemeen. Tegelijkertijd kan ik niets anders dan me verbazen over wat hij ‘een teruggang naar meer Nederlands binnen de universiteit’ noemt. De manier waarop Dominique schrijft over het gebruik van ofwel Engels ofwel Nederlands als onderwijstaal is niet uniek. Deze ideeën over het ideaal van één onderwijstaal komen regelmatig naar voren in de discussie over het gebruik van Engels in het hoger onderwijs in Nederland. Deze ideeën zijn gebaseerd op een eentalig ideaal dat voor mij mijlenver weg staat van de realiteit.
Hetzelfde doel
Om te beginnen, denk ik dat het heel erg belangrijk is om niet uit het oog te verliezen dat we allemaal hetzelfde willen. We willen zo goed mogelijk hoger onderwijs dat studenten voorbereidt op hun toekomst, of dat nou binnen of buiten de academische wereld is. Ook al hebben we allemaal één en hetzelfde doel, dit betekent niet dat er slechts een geschikte onderwijstaal is om dit doel te bereiken.
Het is belangrijk om de realiteit niet uit het oog te verliezen. De maatschappij is niet eentalig Nederlands of eentalig Engels; ze is dat nooit geweest en zal dat ook niet worden. Dit geldt eveneens voor de wetenschap en het hoger onderwijs. Daarom is het belangrijk dat we ruimte maken voor het gebruik van meerdere talen binnen het hoger onderwijs. Meertaligheid zou het ideale uitgangspunt moeten zijn, in plaats van ons te focussen op uitsluitend Engels of Nederlands als onderwijstaal. Daarbij moeten we inzien dat meertaligheid niet alleen het toevoegen van Engels aan het curriculum is. Net zomin als dat internationalisering inhoudt dat we massaal zonder na te denken over moeten gaan op Engels. Het betekent ruimte maken voor het gebruik van Nederlands, Engels en andere talen naast elkaar en door elkaar heen.
De werkelijkheid is complex en meertalig. Dat moet zich weerspiegelen in het taalbeleid en daarvoor moet het taalbeleid ruimte bieden. Als we studenten in het hoger onderwijs willen voorbereiden op de toekomst, dan moeten we ze voorbereiden op een maatschappij waarin meerdere talen naast elkaar en door elkaar gebruikt worden. Dit vraagt niet enkel om talenkennis, maar ook om flexibiliteit, bewustwording en metakennis over meertaligheid. Een goed begin zou zijn om te praten over de complexiteit van taalgebruik in de praktijk. Ik durf namelijk te beweren dat er nagenoeg geen bedrijven in Nederland zijn waar enkel Engels wordt gesproken, denk daarbij alleen al aan de koffiepauzes. De discussie die we moeten voeren is er eentje over de weg naar een eenduidig taalbeleid met een sterke focus op de meertalige realiteit.
Het gebruik van Nederlands binnen het hoger onderwijs gelijkstellen aan analoog, en het daarmee beschrijven als ouderwets en achterhaald, zou je kunnen zien als een hele sterke uiting van een taalideologie over eentalig hoger onderwijs en een eentalige samenleving. Volgens Dominiques redenering was Nederlands ooit de belangrijkste taal in Nederland, op de arbeidsmarkt en daarom ook in het hoger onderwijs. Als we dicht bij de vergelijking tussen digitaal en analoog blijven, dan zou ik willen zeggen dat eentalige taalideologieën iets uit het verleden zijn, iets waar we niet naar terug kunnen noch willen. Meertaligheid is de toekomst en daar zou het hoger onderwijs zo goed mogelijk op aan moeten sluiten.
Maar Dominique heeft ook een goed punt: zolang we het hoger onderwijs niet aan laten sluiten op het middelbaar onderwijs, kunnen we niet oneindig veel van studenten verwachten op taalgebied. Dit geldt net zo goed voor zijn ideaalbeeld van hoger onderwijs dat uitsluitend in het Engels wordt aangeboden, als voor mijn ideaalbeeld van hoger onderwijs met ruimte voor meertaligheid. Binnen alle niveaus van het middelbaar onderwijs zou een focus op meertaligheid en de meertalige samenleving moeten zijn, in plaats van enkel onderwijs in vreemde talen. Ten eerste bereidt het vreemdetalenonderwijs nauwelijks voldoende voor op het gebruik van die talen later in het hoger onderwijs en ten tweede is, zoals ik al eerder schreef, talenkennis alleen niet genoeg.
Meertaligheid is de toekomst en daar zullen we de discussie over onderwijstalen en taalbeleid in het hoger onderwijs op aan moeten passen. Antwoord op de vraag hoe we dat het beste kunnen organiseren, heb ik net zomin als de meeste anderen, maar dat maakt alleen maar duidelijker waarom het zo belangrijk is om deze discussie aan te gaan.
Paulette van der Voet studeerde Scandinavische talen en culturen aan de UvA, volgde daarna de master meertaligheid aan de Rijksuniversiteit Groningen en de master Indigenous Studies aan the Arctic University of Norway.