Niks meer missen?
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief!
Foto: Publiek domein
opinie

Op z'n Duits | Mijn vriend de dildo-nar

Linda Duits,
23 november 2018 - 08:03
Deel op

Als je arts bent, of geneeskundestudent, willen mensen graag bij je op gratis consult. ‘Ehm, ik heb hier een raar bultje, kun je even kijken?’ Dat geldt ook voor de sekscolumnist: mensen vragen me ongegeneerd advies over hun belabberde seksleven. Het kan erger. Een vriend van me werkt voor fetisjwinkel Mister B.

Mensen reageren doorgaans een beetje typisch als ik zeg dat ik columns over seks schrijf. Altijd gaan ze ervan uit dat ik open en vrij over seks ben. Sommigen zien dat als uitnodiging om net iets te dichtbij te gaan staan, alsof ik seksueel voor hen beschikbaar zou zijn. De klachten over sekslevens hoor ik altijd beleefd aan, waarbij ik minstens drie keer (vooraf, in het midden en naderhand) adviseer om een seksuoloog te raadplegen.

 

Seks is nog steeds een beetje gek. Hoewel Nederland zichzelf reuze tolerant vindt op dit vlak en we seksuele voorlichting tot exportproduct hebben gemaakt, houden we seks graag gescheiden van de maatschappij. Dat spreekt bijvoorbeeld uit het beleid gericht op sekswerk: we vinden prostitutie onvermijdelijk, maar zien het liever niet. Dus zijn er tippelzones met afwerkplekken met een hek erom heen en wordt er nu discussie gevoerd of het niet beter is de Wallen te verplaatsen naar buiten de bewoonde wereld (lees: het Westelijk havengebied).

‘Ik heb thuis de Tarzan, ken je die?’ is wat hij regelmatig bij feesten en partijen voorgelegd krijgt

Iedereen die met seks werkt is daardoor ook een beetje gek. Dat geldt in mindere mate voor mij – het universitair aura dat om mij heen hangt werkt in die zin als een pantser. Vriend B. (niet zijn echte initiaal) heeft die beschermlaag niet. Zonder gene storten mensen hun diepste geheimen over hem uit.

 

Zo was B. onlangs met zijn verkering mee op zakenreis. Bij het eerste diner vroeg een van diens collega’s aan B. wat hij eigenlijk deed: ‘ik maak magazines en verpakkingen voor Mister B’. De collega greep de gelegenheid aan om uitgebreid te vertellen over haar eigen collectie dildo’s. ‘Ik heb thuis de Tarzan, ken je die?’ is wat hij regelmatig bij feesten en partijen voorgelegd krijgt. Het leidt tot openhartige gesprekken, over trio’s en BDSM, over anale seks en swingen.

Je hoeft geen dildo’s te verkopen om dildo-nar te zijn

Vriend B. is een dildo-nar. Aan de ene kant behoort hij tot een beroepsgroep die mensen een beetje eng vinden, die buiten de beschaving staat. Aan de andere kant heeft hij daardoor bepaalde privileges, vergelijkbaar met de vroegere hofnar. Hij kan straffeloos ingaan tegen de gangbare mores van een zakenreis of verjaardagskringgesprek. Waar B. verschijnt, kan er ineens wel over seks en seksualiteit gepraat worden.

 

De dildo-nar haalt de deksel van de doos, de kist waarin we onze verlangens en ervaringen en fantasieën bewaren. Als mensen hem treffen weten ze dat hij hen niet zal afkeuren, en dat zorgt ervoor dat ze ongeremd worden. Zijn bestaan laat zien hoezeer we ons in onze omgang met mensen belemmerd voelen door angst afgewezen te worden om onze driften. Voor iedere dildo-nar in het leven staan er namelijk tien ‘adellijken’ klaar om precies dat te doen.

 

Die posities liggen niet vast: je kiest zelf of je een bekrompen burgerkut (m/v) wil zijn of de persoon waarbij men zich onbezwaard voelt. Je hoeft geen dildo’s te verkopen om dildo-nar te zijn. Het enige dat je hoeft doen is de ander te laten weten dat je kunt luisteren zonder te oordelen. 

 

Linda Duits is een weggelopen wetenschapper, gespecialiseerd in populaire cultuur; in het bijzonder op het gebied van gender en seksualiteit.