Niks meer missen?
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief!
Foto: Daniël Rommens
opinie

‘Plan S voor open access jaagt jonge academici het land uit’

Eva Meeus,
20 november 2018 - 08:28

De transitie naar open access is een goed idee, maar met het huidige Plan S gaat dit ten koste van een nieuwe generatie wetenschappers, schrijft scheikundestudent Eva Meeus. ‘Plan S heeft mogelijk zulke grote gevolgen, dat de kans sterk toeneemt dat Nederland zijn meest veelbelovende academici zal zien vertrekken.’

Afgelopen zomer maakte cOAlition S, een internationale groep van onderzoeksfinanciers uit onder andere Nederland, Zweden en Frankrijk, Plan S bekend: een plan om sneller op open access over te stappen. Het houdt in dat vanaf 1 januari 2020 alle publicaties voortkomend uit financiering van deze onderzoeksfinanciers uitsluitend moeten worden gepubliceerd in open access tijdschriften en open access platforms. Dit gezamenlijke initiatief is onder andere bedoeld om de huidige betaalmuur weg te nemen en wetenschap toegankelijk te maken voor iedereen. Een bijzonder nobel initiatief, maar inmiddels hebben meerdere gevestigde wetenschappers zich uitgesproken over de mogelijke problemen die deze maatregel met zich meebrengt.

 

Verboden tijdschriften

Stan Gielen, voorzitter van de raad van bestuur van NWO, geeft in zijn artikel ‘Open access? Hoog tijd dat de wetenschap rijen sluit’ in NRC aan dat Plan S er onder andere voor zal zorgen dat er kwaliteitseisen zullen worden gesteld aan de open access-tijdschriften en platforms waarin na 2020 alleen nog gepubliceerd mag worden. Mogelijk wordt daarmee het veel besproken probleem van rooftijdschriften en de relatief slechte kwaliteit van open access-tijdschriften verholpen. Maar hoe zit het met de zichtbaarheid die gerenommeerde en gerespecteerde bladen hebben? Dan spreek ik niet eens over Nature of Science, maar ook over de veel gelezen vakbladen waar specifieke disciplines veel kennis uit putten.

‘Plan S verbiedt wetenschappers om in meer dan 85 procent van de huidige bladen te publiceren, waaronder de meest gevestigde en gerespecteerde tijdschriften’

Men zou kunnen stellen, dat open access publiceren niet alleen onderzoek toegankelijk maakt voor een groter publiek, maar ook het bereik van individuele onderzoekers en de potentiële impact van hun onderzoek kan vergroten. Ik geloof echter, dat het huidige Plan S een tegenovergesteld effect zal hebben. Plan S verbiedt wetenschappers om in meer dan 85 procent van de huidige bladen te publiceren, waaronder de meest gevestigde en gerespecteerde tijdschriften. Op het moment dat het niet is toegestaan dan hebben we als beginnende academici nauwelijks een platform om ons werk te introduceren en een naam te maken in ons vakgebied.

 

Ik ben bang dat het gebrek aan genoeg open access-bladen en platforms, met dezelfde zichtbaarheid als de huidige meest gevestigde tijdschriften, Nederlandse promovendi vrijwel onzichtbaar zal maken in vergelijking met promovendi uit de landen waar deze maatregel niet geldt. Promovendi uit onder andere Duitsland, Zwitserland maar ook de Verenigde Staten en China beschikken namelijk nog wel over de middelen om in ieder tijdschrift naar keuze te publiceren.

‘Een samenwerking met Nederland zal erg onaantrekkelijk worden als Plan S wordt ingevoerd’

Gedumpt in samenwerkingen

Daarnaast vrees ik in de toekomst de mogelijkheid te verliezen om samen te werken met andere promovendi als gevolg van Plan S. Dat soort samenwerkingen zullen worden belemmerd op het moment dat Plan S daadwerkelijk wordt uitgevoerd. High impact-projecten zullen bijvoorbeeld bij ons vandaan worden gehouden, omdat het streven is de behaalde resultaten in een bepaald tijdschrift te publiceren, wat in Plan S-landen niet is toegestaan. Daarnaast lopen Nederlandse promovendi het risico geschrapt te worden van publicaties van projecten die uiteindelijk high impact blijken te zijn. Dit gebeurt om de resultaten alsnog in een beoogd en voor ons ‘verboden’ tijdschrift te kunnen publiceren. Hierdoor zal een samenwerking met ons erg onaantrekkelijk worden en zullen de landen zonder Plan S eerder met elkaar gaan samenwerken. Ik ben van mening, dat de beperkte mogelijkheid om samen te kunnen werken met andere promovendi op den duur ook onze ontwikkeling als wetenschappers zal belemmeren.

 

Ik verwacht dat dit grote gevolgen heeft voor de carriè€res van beginnende wetenschappers. Het gebrek aan publicaties in gerespecteerde tijdschriften en de beperkte mogelijkheid om samen te werken zal ons vrijwel onzichtbaar maken. Wij zullen nauwelijks kunnen concurreren in een wereld waar onderzoek nog steeds wordt gevalideerd op basis van deze factoren. Het feit dat slechts vijftien landen Plan S willen uitvoeren, zal niet automatisch de landen die Plan S niet doorvoeren stimuleren om hun beleid en systeem om te gooien.

‘Als je als jonge academicus je carrière start in een Plan S-land hypothekeer je de mogelijkheden om enigszins naam te maken in het onderzoeksveld’

Om mee te kunnen dingen naar een postdoctorale positie in bijvoorbeeld de Verenigde Staten, zijn voldoende publicaties in de meest gelezen high impact-tijdschriften, waarin Amerikaanse wetenschappers vaak publiceren, nog steeds vereist. Omdat jonge onderzoekers, als gevolg van Plan S, niet aan deze verwachtingen kunnen voldoen, verwacht ik dat het vervolgen van onze carriè€res buiten de grenzen van Nederland een moeizaam proces zal zijn.

 

Als je als jonge academicus je carrière start in een Plan S-land hypothekeer je de mogelijkheden om enigszins naam te maken in het onderzoeksveld, samen te werken met anderen, jezelf te ontwikkelen en je loopbaan voort te zetten. Hierdoor voel ik me bijna gedwongen mijn academische carrière elders te starten, om die op zijn minst een kans te geven. Ik wil dan ook benadrukken dat Plan S de vrijheid van jonge wetenschappers ernstig beperkt – niet alleen onze academische vrijheid om te publiceren in een tijdschrift naar keuze, maar ook de vrijheid om onze loopbaan te starten op de manier die wij voor ogen hebben. Ik heb het gevoel dat ik een promotie in een land zonder Plan S zou moeten verkiezen boven een promotie die ik echt graag wil doen in Nederland. Alleen maar om op zijn minst een eerlijke kans te krijgen om mijn carrière op te bouwen, hoewel het misschien niet eens het meest werkbare onderzoeksproject is binnen mijn specialisatie. Is dit een dilemma wat men de academici van de toekomst moet voorleggen?

 

Eva Meeus is masterstudent bij het Holland Research School of Molecular Chemistry Excellence Programme aan de UvA en de VU.