Niks meer missen?
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief!
Foto: Mina Etemad
opinie

‘Toegankelijkheid is meer dan een collegezaal in kunnen komen’

Suzanne Salari,
2 oktober 2018 - 12:38

Het is deze week de Week van de Toegankelijkheid. Drie UvA-studenten met een beperking van het Student Disability Platform schrijven daarom deze week een korte column voor ons. Vandaag trapt student algemene sociale wetenschappen Suzanne Salari af. ‘Toegankelijkheid is ook dat ik en andere studenten met een functiebeperking net zoveel student zijn als alle anderen.’

Iedere keer als ik door de ingang van REC-A moet, raak ik meer en meer gefrustreerd. Voor de deuren zit een richel en de deuren zijn te zwaar. Ik moet er dus altijd voor zorgen dat ik mijn handen vrij heb, aangezien ik én mijn rolstoel moet besturen én de deur moet openhouden. Het belemmert dan ook mijn toegang tot onderwijs, gezien de moeite die ik moet doen om het gebouw alleen al binnen te komen.

 

Obstakels

Vorige week maandag vertelde ik tijdens Yet Another Night of Protest over mijn ervaringen, over de rol van functiebeperking binnen diversiteit, en over de houding van de UvA. Ik vertelde over de ingang en hoe dit eigenlijk symbool staat voor mijn studeerervaringen. Het ging daarbij niet over de zwaarte, maar meer dat wanneer je de eerste deuren hebt gehad en dus bent toegelaten aan de universiteit, dat dat dan nog niet alles is. Daar waar anderen gemakkelijk doorlopen naar hun lessen, loop (of rijd, net wat je liever hebt) ik keer op keer tegen, al dan niet fysieke, obstakels aan.

‘Mijn docent kreeg het voor elkaar om tijdens zes werkgroepen, vijf keer iets over mijn functiebeperking te zeggen’

Ik geef een voorbeeld. Ik volgde een vak waar ik op voorhand erg veel zin in had. Dat veranderde redelijk snel. Mijn docent kreeg het voor elkaar om tijdens zes werkgroepen, vijf keer iets over mijn functiebeperking te zeggen, terwijl dit geen daadwerkelijke noodzaak had. Iedere keer voelde ik mij steeds ongemakkelijker en ik tobde continu met de vraag of ik het wel of niet zou aankaarten. Ik had er geen zin in om de rest van het blok college te volgen met het gevoel dat ik in de spotlight stond, dat ik anders zou worden behandeld dan mijn medestudenten. Aan de andere kant had ik geen zin in de confrontatie.

‘Toegankelijkheid is ook dat ik en andere studenten met een functiebeperking net zoveel student zijn als alle anderen’

Ongemak

Misschien was het wel goedbedoelde interesse? Maar is zoiets wel goedbedoeld als ik mij door zo’n opmerking enorm ongemakkelijk voel? De druppel kwam toen ik mijn docent in de gang tegenkwam en zij mij begroette met: ‘Ben je lekker aan het rijden?’. Door alle eerdere voorvallen was ik er helemaal klaar mee. Ik nam, na veel wikken en wegen, contact op met mijn docent en we hebben het samen uitgepraat. Er was zeker geen kwade wil in het spel, het was meer dat zij zich geen houding wist te geven.

 

Sindsdien gebruiken mijn vrienden en ik ‘Ben je lekker aan het rijden?’ af en toe als groet, maar eigenlijk vind ik het niet zo grappig meer. Ik dacht dat ik er een punt achter had gezet door het uit te spreken. Niet dus, toen het tijd was voor de vakaanmelding viel mijn keuze op een vak dat door dezelfde docent zou worden gegeven. Ik heb wederom lang getwijfeld, maar uiteindelijk heb ik toch voor iets anders gekozen. Ik had geen zin om mij ook tijdens dat vak de hele tijd ongemakkelijk te voelen.

 

Wat ik hier precies mee wil zeggen? Toegankelijkheid is meer dan deuren openmaken en een collegezaal in kunnen komen, het is ook dat ik, en andere studenten met een functiebeperking, net zoveel student zijn als alle anderen. Zo anders zijn we nu ook weer niet.

 

Suzanne Salari is student algemene sociale wetenschappen en lid van het Student Disability Platform.