Niks meer missen?
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief!
Foto: StockSnap (publiek domein)
opinie

Van der Pol | Watertrappelen

Linda van der Pol,
14 december 2017 - 14:45
Deel op

Zo begon het, zo eindigt het, als we nu tenminste een punt achter 2017 zetten: hardlopend door de sneeuw. In januari aan de oevers van de bevroren Emajõgi in uitwisselingsstad Tartu, nu langs het Amsterdam-Rijnkanaal de polders in.

Weer op dezelfde profielloze sportschoenen. ’t Ene onzichtbare pad na het andere, hagel die op mijn rug timmert. Drie keer glij ik onderuit, de laatste keer expres. Hoe pathetisch ook – dit zijn mijn favoriete momenten, zo zou het eeuwig door mogen gaan. Maar ‘hardloper in de sneeuw’ ben je niet het jaar rond.

 

Met mijn fonkelnieuwe leesclub las ik laatst Witold Gombrowicz’ debuut Ferdydurke uit 1937, dat me trof in z’n herkenbaarheid. Hoofdpersoon Jozio, een jonge soort-van-schrijver, wordt getergd door zijn tantes (‘oprecht liefhebbende kwartmoeders’), die hem smeken iets concrééts te worden: advocaat of ambtenaar, desnoods rokkenjager of paardengek. Zijn onbestemdheid doet hen pijn, immers: zolang ze niet weten wat hij is, weten ze niet hoe ze met hem moeten praten.

Ik was dit jaar niets, hooguit een hosselaar

Ook ik rommelde dit jaar eens hier wat aan, dan weer daar. Ik was niets, hooguit een hosselaar en ook ik heb een ongedurig legertje vol tantes en nichtjes en een moeder die zich koortsachtig afvragen wie en wat ik ben.

 

De roep om labels en etiketten (letterlijk, bij Hema) was zo luid dit jaar dat ‘genderneutraal’ nota bene tot het irritantste woord van 2017 werd gekozen.

 

Misschien houden we zo van definiëren en rubriceren omdat onze identiteit tot stand komt in interactie met anderen. Wie ben jij nog als iederéén een doodnormale reiziger is? En omgekeerd: als er veel meer te zijn valt dan man of vrouw alleen, loop je dan de kans zelf buiten die geruststellende binariteit te vallen?

 

Wellicht is de oppositie gewoon wat bang. Niet voor de niet-conformerende ander, maar voor de ‘ik’ die plots óók minder gedefinieerd raakt, nog wat onbeholpen watertrappelt in de nieuwe vrijheid die voor hem ligt.

 

Enfin, I rest my case, voor nu. Híer zijn de zaken plots helder. Vanaf mijn huidige werkplek zie ik uit op de universiteitsbieb op het Singel, wetende dat ik er vanaf januari aanschuif als scriptant: een residentie in een wel heel nauw hokje, dat ik nog veel enger vind dan buiten de lijntjes kleuren.