Niks meer missen?
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief!
Foto: Daniël Rommens
opinie

‘Rechtspositie UvA-medewerker bij ontslag onder druk’

Iris Breetvelt,
16 november 2017 - 12:53

Nadere lezing van de uitspraak van de rechter in het beroep van voormalig UvA-docent Valkhoff tegen zijn ontslag, roept twijfels op over de rechtspositie van het universiteitspersoneel, meent Iris Breetvelt, lid van de Centrale Ondernemingsraad van de UvA.

Wanneer je als personeelslid van de universiteit in een arbeidsconflict verzeild raakt, waan je je in een redelijk sterke rechtspositie, zeker als je het werk inhoudelijk goed doet. Op grond van de cao en daaruit voortvloeiende UvA-regelingen is dat te begrijpen.


Zo is in het zogeheten beoordelingsvoorschriftLees hier het beoordelingsvoorschrift in pdf. van de UvA dwingend voorgeschreven dat in geval van een rechtspositioneel besluit zoals ontslag, dit voorschrift een zo compleet mogelijk beeld garandeert over hoe de werknemer de functie heeft vervuld. Dit dient als basis voor de beoordeling.

‘Het kan gebeuren dat een docent over wiens expertise en functioneren als docent geen twijfel bestaat, toch wordt ontslagen’

Ondergraven
De opgedragen werkzaamheden, waarvan mag worden aangenomen dat die overeenkomen met het UFO-functieprofiel, vormen normaal gesproken het beoordelingskader. Nadat informanten zijn ingeschakeld, er een beoordelingsvoorstel in concept is opgesteld en er een beoordelingsgesprek heeft plaatsgevonden, volgt de schriftelijke beoordeling. Daartegen kan de werknemer bezwaar en beroep instellen.


Wat blijkt? Door artikel 9.1 van het beoordelingsvoorschrift wordt dwingende toepassing van ditzelfde voorschrift echter volkomen ondergraven. De werkgever – in dit geval het College van Bestuur – heeft volgens dit artikel namelijk de discretionaire bevoegdheid om in bijzondere gevallen hiervan af te wijken.


Uit de gerechtelijke uitspraak van vorige week blijkt vervolgens bovendien dat het UFO-functieprofiel en de daarin genoemde competenties er voor de beoordeling niet toe doen, als ongeschiktheid voor de functie wordt afgemeten aan het ontbreken van de juiste houding en het juiste gedrag. Oók als deze werknemer zijn inhoudelijke taken goed vervult.

 

Volgzaamheid
Zo kan het gebeuren dat een docent over wiens expertise en functioneren als docent geen twijfel bestaat, toch wordt ontslagen. In de uitspraak staat: ‘De ongeschiktheid van de docent voor zijn functie ziet niet op zijn kwaliteit als docent en zijn expertise.’ Volgzaamheid in de gezagsrelatie, samenwerking met collega’s en afzien van principiële kritiek op inhoud en organisatie van het universitaire werk vormen kennelijk de invulling van de vereiste ‘houding en gedrag’.

‘Een docent dient zich blijkbaar neer te leggen bij de vakinhoudelijke ingreep in het onderwijsprogramma die door zijn leidinggevende wordt verordonneerd’

Verder mag blijkbaar een formele beoordeling best ontbreken, mits er gelegenheid tot verbetering is geboden. Daarvan is al gauw sprake, bijvoorbeeld in de vorm van mediation, al valt wat daarin gebeurt doorgaans onder de geheimhoudingsplicht zodat dit niet als bewijsmiddel kan dienen in een rechtszaak.

 

Daar komt bij dat een negatief oordeel van de visitatiecommissie over de opleiding als geheel kennelijk kan worden aangewend om onderdelen die goed werden beoordeeld toch van inhoud te laten veranderen. De academische vrijheid van de docent die door de universiteit als werkgever gewaarborgd zou moeten worden op grond van artikel 1.6 van de wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoekLees hier het artikel., legt hiertegen onvoldoende gewicht in de schaal, valt op te maken uit de gerechtelijke uitspraak.

 

Een docent dient zich blijkbaar neer te leggen bij de vakinhoudelijke ingreep in het onderwijsprogramma die door zijn leidinggevende wordt verordonneerd, ook als de kwaliteit van zijn vakken door de visitatiecommissie deugdelijk is bevonden.


Aanhoudend protest van de docent in woord en daad valt in de categorie ‘houding en gedrag’ die de werknemer ongeschikt maken voor zijn functie. Niet alleen voor zijn eigen functie, maar voor alle functies binnen de UvA. En zo komt de werkgever makkelijk uit onder de plicht volgens de cao (artikel 8.4.6) om te zoeken naar andere passende werkzaamheden.

‘In de praktijk blijkt ontslag van een ambtenaar met een aanstelling voor onbepaalde tijd tamelijk eenvoudig’

Bewijsvoering
Met het invoeren van de ‘nieuwe zaaksbehandeling’ in het bestuursrecht zou het proces van bewijsvoering aanzienlijk meer aandacht krijgen. In de aanloop naar de zitting kunnen volgens deze nieuwe regels zelfs zogeheten bewijsopdrachten aan betrokken partijen worden verstrekt. Toch kan door een werknemer aangevoerd pestgedrag van collega’s en leidinggevenden in een uitspraak worden afgedaan met de bewering dat dit niet is onderbouwd, zo werd vorige week duidelijk. Daarmee wordt voorbij gegaan aan de uitvoerige onderbouwing die in deze zaak in het beroepschrift stond. Getoetst in een gerechtelijke procedure is daarmee de zorgplicht die de werkgever volgens de Arbowet heeft om pesten te voorkomen, de facto boterzacht.

 

Ambtenaren met een aanstelling voor onbepaalde tijd zijn nauwelijks te ontslaan, zo luidt een veelgehoorde misvatting. In praktijk blijkt zo’n ontslag tamelijk eenvoudig. Dit dankzij de marginale toetsing aan de beginselen van behoorlijk bestuur die voor de bestuursrechter uitgangspunt vormt. Ook de discretionaire bevoegdheden, de ruime beleidsvrijheid van de overheidswerkgever, de vage norm van ongeschiktheid voor een functie wegens ‘houding en gedrag’ en de tekortkomingen in het proces van bewijsvoering geven de werkgever veel instrumenten in handen.

 

Gezien de zwakke rechtspositie van werknemers in een arbeidsconflict zou goed werkgeverschap naar morele maatstaven moeten inhouden dat de UvA als werkgever niet de grenzen opzoekt van het op basis van wet en jurisprudentie toelaatbare bij het beslechten van een arbeidsconflict.

 

Iris Breetvelt is werkzaam bij het Kohnstamm Instituut voorzitter van de HRM-commissie van de Centrale Ondernemingsraad (COR) van de UvA.

Lees meer over