Op een van die zondagen wandelde ik door de Scheepvaartbuurt – het quartier waar ik woon. De hemel een ijlblauwe kleur en de januarizon verblindend wit. Mijn zonnebril lag thuis. Met ogen als streepjes liep ik over straat.
Op de Haarlemmerdijk staan verschillende scheepsvoorwerpen, die ons herinneren aan de relatie tussen de Amsterdammer en de zee. Aan het eind van de dijk, bij het Haarlemmerplein, voor de deur van de zonnestudio, staat het mooiste en indrukwekkendste object. Een staand, zwart scheepsanker, dat heel symbolisch wordt gebruikt om fietsen tegenaan te plaatsen.
Ter hoogte van huisnummer 130 viel mijn oog op een A4’tje dat tegen een muur was geplakt. In vette rode letters stond er: ‘Gezocht’. Daaronder waren vier foto’s in kleur afgedrukt, hoogstwaarschijnlijk met een mobiel genomen. Op de foto’s zien we een jong meisje dat volgens de beschrijving tussen de één meter veertig en vijftig lang is.
Boven de gezocht-oproep stond de volgende tekst: ‘Op 15 januari om 16:00 uur vond op de Dam in Amsterdam een ernstig incident plaats. De vrouw op onderstaande foto heeft opgeroepen om een aantal mensen neer te schieten.’ De wildplakker riep passanten in het bezit van informatie op een reactie te zenden naar haar Facebookadres.
Het opsporingsaffiche vulde de stralende winterdag met een unheimische sfeer.
De atmosfeer omhulde mij als een korset dat in één ruk werd aangetrokken, toen ik begreep dat deze publieke schandpaal inmiddels gewoonte is op sociale media.
Is de wildwestpolder ons voorland?
Er hangen wel vaker plakbiljetjes in onze Hollandse straten, waarop buurtbewoners wordt gevraagd uit te kijken naar een kat of een poes die al dagen de weg naar huis kwijt is.
Wij zijn nu dat verdwaalde dier. Wie vindt ons en brengt ons thuis?