Niks meer missen?
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief!
Foto: Ruben Claesen
opinie

Le Plat Pays | Diploma

Ruben Claesen,
17 augustus 2016 - 13:11
Betreft
Deel op

Ik misprijs ze, de zogenaamde mijlpalen in het leven. Al die momenten die het leven met enige luister zouden moeten versieren, hebben wat mij betreft de weerbarstige gewoonte om vooral teleur te stellen.

De initiërende katholieke riten heb ik inmiddels veilig en wel op mijn palmares. Doopsel, eerste communie, vormsel: mijn jonge, op dat moment duidelijk ontoerekeningsvatbare ik was goed op weg om een salonchristen te worden. Er beloofde van alles te gebeuren. Ik ging het genot ervaren om deelgenoot te worden in een ware, knusse geloofsgemeenschap. God zou dichterbij komen, van de Kerk mocht ik nu officieel met Jezus in contact treden. De Tempelberg baarde echter een muis. Er gebeurde helemaal niets, uitgezonderd de familiefeesten die ik tot mijn zeldzame prille jeugdherinneringen mag rekenen. Mijn religieuze mijlpalen bereikte ik immers lang vooraleer de leeftijdsmijlpaal voor alcoholgebruik in het vizier kwam.

 

Ook van de persoonlijke mijlpalen heb ik geen hoge pet op. Noteer echter: ik sta op mijn persoonlijk leven. Het is mijn hoogste goed, er gaat niets boven een goed persoonlijk leven. Maar de ijkpunten die een nieuwe levensloop markeren en die de meer ervaren lieden in ’s mens omgeving vooraf op je pad timmeren, baren evenzeer magere, grijze muizen. Uithuizig gaan wonen, een eerste lief, debuteren in het samenwonen: uiteindelijk valt het allemaal wel mee met die belangrijke momenten. Wat niet wil zeggen dat de bewuste levensloop op zich niet kan uitgroeien tot een grote poel van jolijt en vertier, maar je buurman en je lief konden het duidelijk ook. Na de mijlpaal begint het pas.

Foto: Amaury Henderick (cc, via Flickr)

Al die net bevallen vaders, hun eerste oogcontact met de onvolgroeide volwassene beschrijvend, die het plots hebben over emoties die hun weerga niet kennen. Dat verdient wantrouwen. Er moet er toch ook eentje geweest zijn die bij zichzelf dacht: bon, dat hebben we ook weer gehad, wat is het volgende?

 

Breek me evenmin de bek open over de preprofessionele mijlpalen. Eerst is er de lagere school. Lezen en schrijven: nu wordt het serieus, hoor, jongen! Dan naar het middelbaar. Denk goed na, want dit is een belangrijke keuze! De universiteit. Je gaat binnen als een nieuwsgierige jongen, en je zal buitenkomen als een wijs man. Verwachtingen worden geschapen als luchtkastelen, en als je de sleutel ervan eindelijk in handen hebt, blijken ze miezerwolken.

De universiteit, laat me niet lachen. In je hoofd begint het als een intellectuele vrijplaats waarin je je kan laven aan de wijsheidsklieren van je alma mater, maar in de praktijk wordt dat beeld snel ingehaald door de banaliteit van alledag

De universiteit, laat me niet lachen. In je hoofd begint het als een intellectuele vrijplaats waarin je je kan laven aan de wijsheidsklieren van je alma mater, maar in de praktijk wordt dat beeld snel ingehaald door de banaliteit van alledag. Hier en daar loopt er een professor rond die overloopt van de eloquentie, maar het gros van de docenten beperkt zich tot declamatie van de eigen, in een cursus neergeschreven woorden. Eenmaal je aandacht dan verschuift van het college naar de op dat moment veel belangrijkere vraag waarom je eigenlijk in die bloedlinke moordmodus bent verzeild geraakt – je buurvrouw die het spreekwoord over spijkers en koppen op haar laptop uitprobeert of de rastafari aan de andere kant die, blijkbaar, nu ook patchouli als ontbijt eet – blijft er van dat ideaalbeeld weinig meer over.

 

Nog zo’n mijlpaal: ik ben vorige week mijn masterdiploma gaan ophalen. Jaren van stress, zweet, examens en chronische spijt vanwege oblomovisme culmineerden in volgende magische dialoog met de secretariaatsmedewerker, aan zichzelf overgelaten in een breed uitwaaierend faculteitskantoor door vakantievierende collega’s.

 

‘Ik kom mijn masterdiploma in de rechten ophalen.’

‘Wat is uw naam?’

‘Ruben Claesen. Rolnummer 93047.’

‘Het is gerangschikt op naam. Uw naam volstaat.’

‘Oh.’

‘Wilt u hier tekenen.’

‘Oké.’

‘Zoals ik al zei tegen de bezoeker net voor u, moeten de diplomasupplementen met al uw resultaten nog afgedrukt worden. U moet dus nog eens terugkomen in september. Ik hoop dat dat geen probleem voor u is?’

‘Met een diploma kom ik al een eind verder, hoor.’

‘Des te beter. Sommige collega-studenten zouden het nodig kunnen hebben om bij een prestigieus advocatenbureau aan de slag te kunnen.’

‘Nou, dan wens ik die collega-studenten daar veel succes mee.’

 

En zo stond ik op de keien van mijn campus met mijn diploma in handen, vakkundig verpakt in zo’n plastieken moeder-doet-al folietje met gaatjes aan de zijkant. Ik las het diploma. ‘Het diploma en het diplomasupplement zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden en zijn één geheel.’ Andermaal liet de mijlpaal een scheet mijn gezicht.

 

Ruben Claesen is de Vlaanderen-blogger van Folia. Hij schrijft over overeenkomsten en verschillen tussen hoger onderwijs en wetenschap in Nederland en Vlaanderen en wat we van elkaar kunnen leren.

Lees meer over