Niks meer missen?
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief!
wetenschap

Gezin blijft ook met kind gewoon in de stad

Merel Straathof,
30 juni 2012 - 13:51
Betreft
Deel op
De komst van het eerste kind betekent voor Amsterdamse stellen allang niet meer dat ze acuut de stad uit verhuizen. De laatste tien jaar groeide het aantal gezinnen binnen de ring A10, het gebrek aan een tuin en gezonde luchtkwaliteit ten spijt.

Dat blijkt uit het UvA-promotieonderzoek van sociaal-geograaf Willem Boterman (31), waarvoor hij in vier jaar 290 aankomende ouders ondervroeg. Binnen twee jaar vertrok een kwart van de jonge gezinnen naar een plaats buiten de ring, een kwart vond een grotere woning binnen Amsterdam en vijftig procent verhuisde niet. ‘Deze groep gelooft allang niet meer in het aloude idee: opvoeden doe je buiten de stad.’

De tweeverdieners onder hen hebben hun zinnen gezet op ruimere woningen in Oud-Zuid, de Watergraafsmeer en het Oostelijk Havengebied. Bij kleinere inkomens zijn onder meer de Staatsliedenbuurt en Indische Buurt in trek. ‘Maar de minder kapitaalkrachtige hoogopgeleiden komen niet in aanmerking voor sociale huur en kunnen een gezinswoning niet bekostigen. Die groep kiest bijvoorbeeld voor laagbouw in Nieuw-West of verlaat toch de stad.’

Volgens Boterman wonen meer mensen die in Amsterdam komen studeren, hun voltallige studententijd in de stad. Een baan vinden ze sneller hier dan in de provincie waar ze vandaan komen. ‘Na acht jaar Amsterdam heb je een sociaal netwerk opgebouwd; je voelt je thuis.’

Met de komst van de nieuwe bewoners veranderde ook het stedelijke landschap, zegt Boterman. ‘Na de jaren tachtig is er meer aandacht gekomen voor bijvoorbeeld verkeersveiligheid en groen.’ Bovendien past de stad bij de levensstijl van deze gezinnen. ‘Ze hebben geld, maar geen tijd. Restaurants, supermarkten en afhaalcentra zitten op elke hoek en ze zijn met de bakfiets in tien minuten van hun werk bij de crèche.’

Voor deze jonge gezinnen is Amsterdam meer dan een woonplaats, meent Boterman. ‘Ze ontlenen hun identiteit eraan. Het geeft een gevoel van tolerantie, diversiteit en grootstedelijkheid.’

Dat presentatrice Yvon Jaspers in een Flair-interview zei haar kinderen niet in 'de Amsterdamse onvriendelijkheid en onverschilligheid' te willen opvoeden, schoot veel van de geïnterviewden in het verkeerde keelgat. ‘Zij zijn ook bekend met de mentaliteit van de stad, de smalle stoepjes en de matige luchtkwaliteit. Toch winnen de voordelen het steeds vaker.’

Lees hieronder ook het interview met sociaalgeograaf Willem Botterman

De Amsterdamse middenklasse offert graag wat vierkante meters woonruimte op om de kinderen binnen de Ring A10 te kunnen opvoeden, ontdekte UvA-promovendus en sociaalgeograaf Willem Boterman (31).

Het gezin met kinderen rukt op binnen de Ring A10.
‘Van de 290 aankomende ouders die ik in 2008 voor het eerst ondervroeg, woonde driekwart twee jaar later nog steeds in Amsterdam. Van die groep overwoog 21 procent alsnog te vertrekken, maar dan hebben we het nog steeds over een meerderheid die de kinderen graag
opvoedt tot Amsterdammertjes. Dat is meer dan ik, voorafgaand aan het onderzoek, had verwacht.’

Want kinderen worden normaliter in een rustige, groene omgeving opgevoed?
‘Dat was en ís voor veel mensen nog steeds de norm. Ook bij Amsterdamse stellen dringt die vraag zich op bij de komst van het eerste kind, en hij wordt vaak nog wat dwingender als het tweede kind zich aandient.’

Toch blijft de conclusie dezelfde: Amsterdam.
‘Het één is niet zozeer beter dan het andere; het gaat om persoonlijke afwegingen. Wie kiest voor rust en ruimte in Weesp of Almere kiest ook voor een dagelijkse file. Voor deze Amsterdamse middenklasse gaat het net zo goed om die goede baan, de korte reistijd, het grote sociale netwerk en het comfort dat de stad biedt qua restaurants, theater en exotische winkels. Ze hebben misschien geen grote tuin, maar wel het Vondelpark in de buurt en een jaarabonnement op Artis.’

Het Amsterdamse gezin wil alles?
‘Misschien wel. Het zijn tweeverdieners, die hun vrienden willen blijven zien, twee of meer kinderen opvoeden en tussendoor ook nog even sporten. Het is niet of-of maar en-en. Niet voor niets ontlenen zij een deel van hun identiteit aan het feit dat ze in Amsterdam wonen. Het wil ook zeggen: mijn leven stopt niet bij het krijgen van kinderen, mijn carrière en sociale leven gaan gewoon door.’

Dat moet druk zetten op een gezin.
‘Dat blijkt inderdaad uit mijn onderzoek. De stellen onderhandelen heel wat af via de digitale agenda's - wie het kind naar de crèche mag brengen bijvoorbeeld. Dat doen ze liever dan ophalen; dan moet je om half zes al je werk laten vallen, deadline of niet. Gelukkig is tijd
ook nog te koop dankzij een schoonmaakster, crèche of oppas. Op de lange termijn heb ik geen zicht op de gevolgen, maar ik kan me voorstellen dat zaken als burn-out en echtscheidingen een rol gaan spelen.’

Is parttime werken geen optie?
‘Opvallend genoeg zie je binnen deze Amsterdamse middenklasse een heel ander patroon dan in de rest van Nederland. Daar gaat de vrouw, na het krijgen van het eerste kind, minder werken of stopt helemaal. De man gaat juist meer werken om het financiële verlies te compenseren. In Amsterdam is die druk wat eerlijker verdeeld. Mannen leveren wat werktijd in, terwijl Amsterdamse vrouwen meer blijven werken dan hun landgenoten; in de advocatuur of financiële wereld zelfs fulltime.’

Deze artikelen verschenen woensdag 27 juni in Het Parool.
Lees meer over