Talenopleidingen aan de UvA lijken te verdwijnen
Negen taal-, cultuur- en regiobachelors (TCR) aan de UvA lijken binnen enkele jaren te verdwijnen. Om een terugloop in het aantal studenten te ondervangen zouden de individuele bachelors in één nieuwe, overkoepelende TCR-opleiding op moeten gaan. Dit blijkt uit een rapport van de Faculteit der Geesteswetenschappen.
Volgens de Faculteit der Geesteswetenschappen (FGw) bestaat er al jaren een mismatch tussen het toenemende belang van taal en cultuur in de internationale politiek enerzijds, en de afname in het aantal studenten dat voor talige en culturele bachelors kiest anderzijds. Daarom wordt door Projectgroep Actielijn 1 al sinds 2024 gewerkt aan een opzet voor een nieuw talenprogramma. Inmiddels is duidelijk dat deze nieuwe opleiding niet parallel aan de reeds bestaande bachelors zou worden ingevoerd, maar dat het de bedoeling is dat alle TCR-opleidingen aan de UvA – behalve Nederlandse taal en cultuur, Engelse taal en cultuur en Griekse en Latijnse taal en cultuur – erin opgaan.
Die ontwikkeling past in een patroon: eerder al kondigden bijvoorbeeld de universiteiten van Utrecht en Leiden aan talenbachelors te moeten schrappen vanwege de bezuinigingen in het hoger onderwijs. Volgens de FGw gaat in het geval van de talenstudie aan de UvA echter niet om een besparingsoperatie, maar vooral om een noodzakelijke vernieuwing van het vakgebied.
Februari
Hoe de nieuwe opleiding gaat heten is nog niet bekend, maar voor nu heeft de bachelor de werktitel Interdisciplinary Languages and Society Studies. In februari van 2026 beslist het faculteitsbestuur definitief of de nieuwe generieke opleiding waarin alle talenbachelors opgaan, er ook daadwerkelijk komt. Verwacht wordt dat, als alles goed gaat, de bachelor in september 2029 van start kan gaan. In dat geval zouden wel alle medezeggenschaps-, aanvraag- en accreditatieprocedures voorspoedig moeten verlopen. Met de werving onder studenten zou een jaar eerder, in 2028, van start kunnen worden gegaan.
In de drie tussenliggende academische jaren zal de precieze inhoud van de nieuwe opleiding verder vorm krijgen. Welke vakken er zullen worden onderwezen is nu dus nog niet duidelijk. Specialiseren in een specifieke taal, cultuur of regio moet binnen de vervangende bachelor wel mogelijk blijven, zo is het uitgangspunt. Daarbij is het de bedoeling dat het taalaanbod zoals dat er nu is, blijft bestaan.
- Arabische taal en cultuur
- Duitslandstudies
- Franse taal en cultuur
- Hebreeuwse taal en cultuur
- Italiëstudies
- Nieuwgriekse taal en cultuur
- Slavische talen en culturen
- Scandinaviëstudies
- Spaanse- en Latijns-Amerikaanse studies
Sterker nog: volgens de faculteit zouden er via deze nieuwe bachelor mogelijk zelfs meer talen aangeboden kunnen worden dan voorheen, omdat het toevoegen van een nieuwe taal niet direct hoeft te leiden tot de aanvraag van een nieuwe opleiding; zoals nu wel het geval is. In hoeverre het gekozen specialisme ook op het diploma zichtbaar zal zijn, is nu nog niet bekend.
Interdisciplinair
De opleiding moet een interdisciplinair karakter krijgen, waarbij kennis van taal, cultuur en regio’s wordt gecombineerd met vakgebieden als sociologie, politicologie, communicatiewetenschap, mediastudies en cognitiewetenschap. Volgens de opzet die nu voorligt worden drie verschillende afstudeerrichtingen aangeboden: Languages, Diplomacy and International Organizations; Languages, Communication and New Technologies en Languages, Histories and Area Studies.
