Niks meer missen?
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief!
actueel

‘MR moet écht vinger in de pap hebben’

Milou van der Will,
8 februari 2012 - 12:00
De medezeggenschapsraad is onzichtbaar voor studenten van de HvA. Het orgaan laat te weinig van zich horen. Bovendien, juist wanneer het spannend wordt, heeft het orgaan eigenlijk geen vinger in de pap. Succesjes zijn er in verschoven komma’s, maar niet in baanbrekende beleidswijzigingen. Gisteravond, tijdens een debat over de MR in Floor, viel zelfs de term wassen neus. De gemene deler van de avond: het functioneren van de MR moet anders. Rest nog de vraag: hoe dan?

Bijna allemaal insiders
In april zijn er verkiezingen voor de MR van de hogeschool. Reden voor Floor om het orgaan eens nader onder de loep te leggen door middel van een debat over de functie, betekenis en toekomst. De organisatie stak hoop op veel publiek niet onder stoelen of banken: bij binnenkomst draaide een dj, het publiek kon meedoen aan een interactieve quiz per sms, en kon daarmee een iPad2 winnen. En alsof dat nog niet genoeg was, maakte Dolf Jansen de zaal tussendoor nog eens extra warm met grappig commentaar. Resultaat was zo’n vijftig man publiek – bijna allemaal insiders, op de één of andere manier te maken met de MR of een andere commissie. De potentiële nieuwe leden, of geïnteresseerden, bleven weg.

Volgens Kai Heijneman, coördinator bij het Studenten Overleg Medenzeggenschap (SOM) en een van de debatleden, komt het gebrek aan belangstelling door het imago van de MR. ‘Het imago is negatief, de MR leeft te weinig. Het orgaan wordt niet serieus genoeg genomen. En terecht, want hier op de HvA krijg je er als student maar vijf uur voor. Dat staat niet in verhouding.’

Instemmingsrecht moet uitgebreid
Eline Peters, voorzitter van studentenvakbond Asva, denkt dat het komt door de onderwerpkeuze van de MR. ‘Er wordt te vaak en te lang vergaderd over details, terwijl de MR juist naar de grote lijnen moet kijken.’

Aanwezig en meedebatterend Tweede Kamerlid Tanja Jadnanansing (PvdA): ‘Als ik met studenten praat, vertellen ze me vaak dat het daadwerkelijke instemmingsrecht tegenvalt. De MR blijkt op veel punten toch een beetje een wassen neus.’

De debatleden concluderen uiteindelijk een aantal zaken dat antwoord geeft op de vraag: hoe moet het anders? Samengevat: de MR moet oppassen dat het orgaan geen onderdeel wordt van het bestuur. Daarnaast moet de kwaliteit van het onderwijs hoog op de agenda en moeten studenten meer betrokken en beter geïnformeerd worden. Heijneman tot slot: ‘En het instemmingsrecht moet echt worden uitgebreid. Dat is nu veel te zwak.’