Het hbo-onderwijs heeft het afgelopen jaar flinke deuken opgelopen. Ook de HvA lijdt onder het negatieve imago. Daarom namen hogeschoolbestuur en docenten de stand van zaken door tijdens een discussiemiddag in de Fraijemaborg.
Het is de laatste discussie voor de zomervakantie. In het auditorium van de Fraijemaborg praten Paul Doop, Jet Bussemaker en Dymph van den Boom uit het College van Bestuur van de HvA en UvA met verschillende docenten over het hbo-onderwijs en de HvA. Centrale vraag: hoe staat het er nu eigenlijk voor?
‘We knallen uit het gebouw,’ zegt Hans van Willigen, docent Financial service management, over de locatie Fraijlemaborg. Door de ontwikkelingen rondom Inholland verhuisden veel studenten naar de HvA waardoor de hogeschool momenteel wat betreft instromers kampt met een stijging van 18 procent. ‘Gelukkig is dat een daling vergeleken vorige week,’ relativeert Jet Bussemaker, rector van de HvA. ‘Toen was het nog 23 procent’. Volgens Bussemaker is het fijn dat zoveel studenten graag aan de HvA studeren, maar het moet er niet bij komen dat Inholland valt. ‘We moeten er niet aan onderdoor gaan.’
Duidelijk wordt niet hoe de kwaliteit van het onderwijs nu precies verbeterd moet worden. Houd je een selectie aan de poort of schaf je de februari-instroom af? Volgens UvA-rector magnificus Dymph van den Boom moeten zogenoemde matchingsgesprekken, ook wel intakegesprekken, ervoor gaan zorgen dat studenten minder snel uitvallen en direct de juiste studiekeuze maken. Bussemaker: ‘Hierbij moet het vooral gaan om de motivatie van een student, niet om de cijferlijst alleen. Kwaliteit gaat boven kwantiteit.’
Ook aan het aanbod van docenten moet, als het aan het CvB ligt, nog veel worden gesleuteld. ‘Het zou goed zijn om meer gepromoveerde docenten of docenten met een master te hebben,’ zegt Bussemaker. Het analytisch vermogen van promovendi moet, in combinatie met docenten met meer didactische vaardigheden of kennis van de arbeidsmarkt het niveau van het HvA-onderwijs versterken. Bussemaker zou daarnaast graag zien dat docenten onderling masterclasses geven en elkaar becommentariëren zodat er van er elkaar geleerd kan worden.
Van den Boom: ‘Tel je zegeningen, eind vorig jaar kwam de inspectie vier keer langs en de HvA heeft alles nog steeds best goed onder controle. We moeten niet achterover leunen, we moeten blijven werken aan de kwaliteit, maar per saldo hebben we het goed gedaan.’
Het is de laatste discussie voor de zomervakantie. In het auditorium van de Fraijemaborg praten Paul Doop, Jet Bussemaker en Dymph van den Boom uit het College van Bestuur van de HvA en UvA met verschillende docenten over het hbo-onderwijs en de HvA. Centrale vraag: hoe staat het er nu eigenlijk voor?
‘We knallen uit het gebouw,’ zegt Hans van Willigen, docent Financial service management, over de locatie Fraijlemaborg. Door de ontwikkelingen rondom Inholland verhuisden veel studenten naar de HvA waardoor de hogeschool momenteel wat betreft instromers kampt met een stijging van 18 procent. ‘Gelukkig is dat een daling vergeleken vorige week,’ relativeert Jet Bussemaker, rector van de HvA. ‘Toen was het nog 23 procent’. Volgens Bussemaker is het fijn dat zoveel studenten graag aan de HvA studeren, maar het moet er niet bij komen dat Inholland valt. ‘We moeten er niet aan onderdoor gaan.’
Duidelijk wordt niet hoe de kwaliteit van het onderwijs nu precies verbeterd moet worden. Houd je een selectie aan de poort of schaf je de februari-instroom af? Volgens UvA-rector magnificus Dymph van den Boom moeten zogenoemde matchingsgesprekken, ook wel intakegesprekken, ervoor gaan zorgen dat studenten minder snel uitvallen en direct de juiste studiekeuze maken. Bussemaker: ‘Hierbij moet het vooral gaan om de motivatie van een student, niet om de cijferlijst alleen. Kwaliteit gaat boven kwantiteit.’
Ook aan het aanbod van docenten moet, als het aan het CvB ligt, nog veel worden gesleuteld. ‘Het zou goed zijn om meer gepromoveerde docenten of docenten met een master te hebben,’ zegt Bussemaker. Het analytisch vermogen van promovendi moet, in combinatie met docenten met meer didactische vaardigheden of kennis van de arbeidsmarkt het niveau van het HvA-onderwijs versterken. Bussemaker zou daarnaast graag zien dat docenten onderling masterclasses geven en elkaar becommentariëren zodat er van er elkaar geleerd kan worden.
Van den Boom: ‘Tel je zegeningen, eind vorig jaar kwam de inspectie vier keer langs en de HvA heeft alles nog steeds best goed onder controle. We moeten niet achterover leunen, we moeten blijven werken aan de kwaliteit, maar per saldo hebben we het goed gedaan.’
'Ik ga echt niet in die stinkende binnenstad zitten'
Wolthekker lijkt, ondanks zijn afkeurende reactie, voorlopig de enige kandidaat voor de functie. Andere beoogde kandidaten hadden zich nog veel negatiever uitgedrukt dan hij. Wouter Bos, nu voorzitter van het VU Medisch Centrum zei bijvoorbeeld: 'Ik ga echt niet in die stinkende binnenstad zitten! Doe mij maar Buitenveldert, da's mooier dan Parijs.'
