Niks meer missen?
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief!
Foto: Amsterdam Erfgoed
actueel

Werkgroep koerst aan op nieuw besturingsmodel FGw

Dirk Wolthekker,
21 januari 2016 - 16:24

De facultaire werkgroep die zich bezighoudt met de herziening van het besturingsmodel van de Faculteit der Geesteswetenschappen heeft een tussenrapportage opgesteld. De voorlopige conclusie is dat dat het huidige model ‘structureel tekortschiet’ en herzien moet worden.

De werkgroep, die onder leiding staat van hoogleraar Mieke Aerts, heeft geconstateerd dat het huidige besturingsmodel, dat in 2014 is geformuleerd, gefaald heeft omdat de uitgangspuntenDie uitgangspunten zijn meer samenhang in beleid, vereenvoudiging van samenwerking binnen de faculteit en het neerleggen van zeggenschap laag in de organisatie. ervan niet tot hun recht zijn gekomen. Zo is er ‘een strikte en centralistische’ scheiding van zeggenschap over onderzoek, onderwijs en personeelsopbouw en mankeert het aan ‘herkenbare besluitvormingsplatforms’ waar democratisch draagvlak kan worden gezocht voor beleid.

 

Onderwijs en onderzoek

De werkgroep merkt op dat de FGw slechts twee onderwijsinstituten en twee onderzoeksinstituten telt waarbinnen al het onderwijs en onderzoek plaatsvindt, veel minder dan andere UvA-faculteiten en zusterfaculteiten in het land. Dat de FGw voor deze manier van besturing heeft gekozen noemt de werkgroep ‘opvallend centralistisch’. Met zo’n organisatiestructuur zou verwacht mogen worden dat er dan ook minder bestuurders, managers en directeuren rondlopen, maar de ironie wil dat er maar liefst 24 opleidingsdirecteuren rondlopen, ‘een grote toename’ ten opzichte van het vroegere besturingsmodel. Een gevolg dáárvan is weer ‘een toename van coördinatieproblemen en vergadertijd’.

 

Vier principes

Door het huidige besturingsmodel is er wel erg veel facultair beleid van bovenaf ontstaan, waarbij eigenlijk alleen de ondernemingsraad en studentenraad aan de (formele) zeggenschap deelnemen. ‘Maar dan met zeer beperkte zeggenschap en ook pas aan het eind van het besluitvormingsproces,’ meent de werkgroep. Het model zou dan ook verbeterd moeten worden, waarbij vier principes centraal moeten staan die eigenlijk allemaal gaan over zeggenschap: beleidskeuzes moeten zichtbaarder worden gemaakt en kunnen rekenen op democratisch raakvlak, zeggenschap laag in de organisatie waar het kan en hoog waar het moet, decentrale eenheden krijgen zeggenschap over een budget, en taken en bevoegdheden van sleutelfuncties en organen worden veel duidelijker omschreven.

Foto: UvA
Mieke Aerts, voorzitter van de werkgroek Herziening besturingsmodel.

Faculteitsraad

De werkgroep adviseert overigens niet het besturingsmodel zodanig aan te passen dat de hele faculteit opnieuw moet worden gereorganiseerd, maar doet wel een aantal suggesties voor een beter en vooral democratischer gehalte van het facultaire bestuur, waaronder de oprichting van een aantal onderwijsinstituten, een afdelingsraad die zeggenschap krijgt over het beleid van een afdeling, versterking van de positie van opleidingscommissies en de instelling van een faculteitsraad die de decaan ter verantwoording kan roepen en instemmingsrecht heeft op de facultaire verdeling van middelen. Binnen de faculteit wordt de komende maanden verder gepraat over een nieuw bestuursmodel. De werkgroep wil in april met een eindrapport komen.

 

Over de herziening van het besturingsmodel vindt morgen een facultair beraad plaats. Dat vangt om 15.00 uur aan in het PC Hoofthuis, zaal 1.05.