Brengt het financieel beleid van de UvA het onderwijs in gevaar? Dat was de vraag waarmee de Inspectie van het Onderwijs de financiële stukken van de Universiteit van Amsterdam doorspeurde. Vrijdag presenteerde ze haar rapport: er is geen reden voor scherper toezicht en de financiële continuïteit is niet in gevaar.
De inspectie zag al eerder dat door vastgoedinvesteringen de langlopende schulden van de UvA waren toegenomen. Omdat de protesten van studenten en docenten in het voorjaar van 2015 deels op het financieel beleid van het College van Bestuur waren gericht besloot de inspectie de UvA-financiën nog eens goed onder de loep te nemen. Ze keek in de jaarstukken van 2013 en 2014, analyseerde de tussentijdse financiële gegevens van 2015, en voerde gesprekken met het College van Bestuur en de directeur financiën.
Ondanks de negatieve ontwikkelingen, schrijft de inspectie, zijn er op korte termijn bij de UvA geen acute financiële problemen te verwachten. Wel zijn de ontwikkelingen zoals die in de jaarrekeningen van 2013 en 2014 zijn gepresenteerd negatief en vragen ze ‘alertheid en aandacht’. Er is geen reden voor scherper toezicht. Hans Amman, vicevoorzitter van het College van Bestuur ziet het rapport ‘als een ondersteuning van het veranderingstraject dat we als UvA doorlopen’.
Vastgoed
De afgelopen jaren is de UvA meer gaan lenen om vastgoedinvesteringen te doen. De UvA zal in de periode 2005-2020 in totaal 620 miljoen euro investeren in vastgoed. Daarvan wordt 325 miljoen euro met langlopende leningen betaald. Van die 620 miljoen moet de komende jaren nog eens 240 miljoen worden geïnvesteerd, de overige 380 miljoen van deze investeringen is inmiddels gedaan.
Daarnaast heeft de UvA te maken met een afname van het aantal inschrijvingen. Vooral de instroom van bachelorstudenten nam af: sinds 2011 met ongeveer tien procent. Door het afnemende aantal studenten verwacht de UvA in 2017 acht miljoen euro minder van de overheid te ontvangen dan in 2015.
Maatregelen
De UvA draaide de afgelopen jaren verlies, maar dat verlies is minder groot dan men verwachtte in de eigen begrotingen. Tussen 2015 en 2018 komt de universiteit waarschijnlijk 15 miljoen euro tekort, terwijl eerst was gerekend op een verlies van 85 miljoen. De universiteit had voor 2014 op een negatief resultaat van zo’n 21,7 miljoen euro gerekend, maar kwam uiteindelijk uit op 3,2 miljoen euro verlies. Voor 2015 was het verlies begroot op 28 miljoen euro. Maar de UvA verwacht nu dat het negatief resultaat zal uitkomen op 11,7 miljoen euro.
Het College van Bestuur wil dat de begrotingen en prognoses voortaan realistischer worden opgesteld en gaat dit scherper in de gaten houden. Zo moet de budgetdiscipline worden verbeterd. De solvabiliteit en de liquiditeit van de universiteit zullen de komende drie jaar nog verder dalen omdat de bouwactiviteiten zullen worden afgerond. Wel verwacht het college de komende drie jaar de financiële positie van de UvA door beheersmaatregelen te verbeteren: een aantal bouwprojecten, zoals de Binnenstadcampus, zal langzamer worden uitgevoerd om de kosten te drukken.
Slechter dan landelijk
De UvA doet het financieel wel slechter dan de gemiddelde Nederlandse universiteit. De omvang van het eigen vermogen is aan de UvA de afgelopen vijf jaar gelijk gebleven, terwijl het in de hele sector is gestegen. De daling van het relatieve eigen vermogenHet eigen vermogen vergeleken met het vreemd vermogen. is aan de UvA bijna twee keer zo hoog als aan de gemiddelde Nederlandse universiteit.
Lees hier het volledige rapport van de Onderwijsinspectie in pdf.