‘Amsterdam verliest haar diversiteit en spontaniteit’
‘Amsterdam is erg leuk, maar het dreigt op dit moment een stad voor alleen maar hippe mensen te worden. Toen ik hier in de jaren negentig kwam wonen, was het meer een stad van iedereen.’ Aan het woord is de Italiaan Luca Bertolini, hoogleraar Urban en Regional Planning aan de UvA en kersvers directeur van het Centre for Urban Studies.
De Italiaanse hoogleraar die opgroeide in een Piëmontees dorpje onder de rook van Turijn, is op dit moment een ruime maand voorzitter van het UvA-Centre for Urban Studies. Dat onderzoeksinstituut combineert geesteswetenschappelijke en sociaalwetenschappelijke invalshoeken en richt zich op de ontwikkeling van grote steden. Daarbinnen richt Bertolini zich als professor Urban en Regional Planning met name op de planologische kant van grootstedelijkheid.
Vanuit dat oogpunt heeft hij zijn vraagtekens bij de toenemende segregatie. ‘Steden zijn het mooist als verschillende soorten mensen zichzelf kunnen ontplooien en spontaan met elkaar in aanraking komen. Dat lukt nu bijna niet meer. Het is heel moeilijk om als student van buiten in Amsterdam te komen wonen als je hier niet bent opgegroeid en niet de juist connecties hebt.’
Zijn steden als Amsterdam dan ten dode opgeschreven? Dat is te kort door de bocht volgens Bertolini. ‘Natuurlijk blijft de stad bijzondere mensen aantrekken; de “verhipping” is ook een teken dat Amsterdam aantrekkelijk is.’
Opnieuw uitvinden
De stad moet zich volgens de Italiaan vooral opnieuw blijven uitvinden. ‘Mensen met verschillende achtergronden moeten elkaar blijven tegenkomen. Gelukkig zijn er in Amsterdam nog genoeg mooie beweonersinitiatieven, zoals de Noorderparkkamer, De Ceuvel of de Wijksafari’s van theatergezelschap Zina in Slotermeer en de Bijlmer. Die brengen verschillenden mensen bij elkaar, zodat er nieuwe verhalen ontstaan. Dat heeft de stad nodig, dan zie je hoe rijk Amsterdam is.’
Lees een uitgebreider interview met Luca Bertolini in Folia 6.
