‘Persoonlijke aandacht voor studenten en enthousiasme voor het vak,’ dat zijn de ingrediënten voor een goede docent. Althans, dat vindt wiskundig econoom Joris Marée en hij kan het weten. Op de dies van de UvA werd hij tot zijn grote verrassing immers uitgeroepen tot UvA Docent van het Jaar 2014. ‘De organisatie had alle zes kandidaten aangeraden om toch maar een toespraak te schrijven voor het geval ze zouden winnen. Dat is natuurlijk de goden verzoeken, dus deed ik het niet. Maar toen ik daar stond had ik wel een beetje spijt.’
De persoonlijke aandacht die studenten krijgen van Marée is ook bij zijn collega’s niet onopgemerkt gebleven. UvA-collega Maurice Koster denkt dat Marée zijn studenten vaker ziet dan zijn vrouw: ‘Als je zoals veel docenten hier 24 lesuren in de week geeft, is het lastig daarnaast nog beschikbaar te zijn voor studenten. Maar hij maakt daar altijd tijd voor, ook na werktijd of in het weekend. Zijn gemiddelde uurloon weet hij volgens mij goed te reduceren.’
Kansberekening
Over zijn enthousiasme voor het vak bestaan geen twijfels. In het interview voor Folia Magazine brandt hij los over kansberekening en speltheorie en is hij niet te beroerd om tussendoor nog even het wiskundige driedeurenprobleem uit te leggen. Het uitleggen van kansberekeningsvraagstukken doet hij duidelijk vaker: 'Mensen kunnen heel slecht met toeval omgaan. Als ik aan de roulettetafel zit en het balletje komt drie keer op rood, dan denk ik ook: "Nu zal ie toch wel op zwart komen," maar dat is nergens op gebaseerd. De kans is even groot dat hij op rood komt als dat hij naar zwart rolt - en bovendien is groen ook nog mogelijk.'
Lees hieronder het artikel in Folia Magazine.
De persoonlijke aandacht die studenten krijgen van Marée is ook bij zijn collega’s niet onopgemerkt gebleven. UvA-collega Maurice Koster denkt dat Marée zijn studenten vaker ziet dan zijn vrouw: ‘Als je zoals veel docenten hier 24 lesuren in de week geeft, is het lastig daarnaast nog beschikbaar te zijn voor studenten. Maar hij maakt daar altijd tijd voor, ook na werktijd of in het weekend. Zijn gemiddelde uurloon weet hij volgens mij goed te reduceren.’
Kansberekening
Over zijn enthousiasme voor het vak bestaan geen twijfels. In het interview voor Folia Magazine brandt hij los over kansberekening en speltheorie en is hij niet te beroerd om tussendoor nog even het wiskundige driedeurenprobleem uit te leggen. Het uitleggen van kansberekeningsvraagstukken doet hij duidelijk vaker: 'Mensen kunnen heel slecht met toeval omgaan. Als ik aan de roulettetafel zit en het balletje komt drie keer op rood, dan denk ik ook: "Nu zal ie toch wel op zwart komen," maar dat is nergens op gebaseerd. De kans is even groot dat hij op rood komt als dat hij naar zwart rolt - en bovendien is groen ook nog mogelijk.'
Lees hieronder het artikel in Folia Magazine.
