Niks meer missen?
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief!
Het was een even opmerkelijk als logisch initiatief waarmee een aantal enthousiaste jongelingen in 2013 de lokale politiek bestormden: de oprichting van partij NAT – Nieuwe Amsterdamse Toekomst.

Met een minimale dosis ervaring die volledig gecompenseerd werd door enthousiasme, claimden oud-voorzitter van de Asva Michiel Stapper en zijn kompanen, onder wie huidig Asva-voorzitter Noeri van den Berg, hun momentum in de arena van de Amsterdamse Gemeenteraadspolitiek. We schrijven najaar 2013. Een politieke partij voor en door Amsterdamse jongeren werd officieel gepresenteerd, nadat Stapper en

Van den Berg al maanden met gelijkgestemden achter de schermen hadden gebouwd aan de oprichting ervan. Belangrijkste aandachtspunten in het NAT- partijprogramma: meer woningen voor jongeren en studenten, net als meer werk, en in het algemeen meer tijd, ruimte en aandacht voor jongeren in het Amsterdamse Gemeenteraadsbestuur. Dus ook bijvoorbeeld ruimere sluitingstijden voor cafés en nachtclubs. Hun droom: drie zetels in de raad. Of toch in elk geval één, die bezet zou worden door lijsttrekker en student filosofie Jarmo Berkhout.
Na de oprichting volgde een periode van campagnevoeren en publieke aanwezigheid waardoor de NAT’ers en hun groeiende achterban langzamerhand overtuigd raakten van hun potentieel. Maar toen kwam de verkiezingsdag, 19 maart 2014. NAT haalde met moeite 1600 stemmen terwijl de kiesdrempel 8000 was, en de droom spatte als een zeepbel uit elkaar.

‘Natuurlijk was dat een domper,’ zegt Jarmo Berkhout nu. Na het behalen van zijn bachelor heeft Berkhout een tussenjaar ingelast, en is hij nauw betrokken bij de actiegroep Humanities Rally. ‘We volgden de verkiezingsuitslagen met z’n allen in een café, en toen eenmaal duidelijk was dat we het niet zouden redden, was de verslagenheid natuurlijk groot. De maanden ervoor waren zo intens geweest, we zaten in een flow en het ging voor ons gevoel steeds beter. En dan valt dat ineens weg. Daar heb ik wel een aantal dagen een kater van gehad.’

De oprichters hadden niet lang nodig om te besluiten tot opheffing van de partij, na een grondige evaluatie van wat er precies mis was gegaan. Berkhout is stellig: ‘We hadden te weinig tijd om de campagne echt goed op poten te zetten. Zijn partijgenoot Noeri van den Berg noemt ook de zware concurrentie in de stad: ‘De intensiteit van de lokale politieke strijd – ik geloof dat de PvdA in Amsterdam 150.000 rode rozen heeft uitgedeeld – daar konden we als NAT niet tegenop. Maar door alle enthousiaste reacties waren we wel gaan geloven dat het zou lukken om met ten minste één zetel in de raad te komen.’

Beide heren vinden terugblikkend dat hun inspanningen allesbehalve ijdel zijn geweest. Berkhout: ‘We hebben jonge mensen enthousiast gekregen voor politiek, en we hebben jongeren als onderwerp op de kaart gezet. Je zag gedurende de campagne dat ons geluid werd overgenomen door andere partijen. En het agenderen van onderwerpen was voor ons een belangrijk doel.’ Van den Berg ziet ook NAT-invloed in de huidige lokale politiek: Er is nu meer aandacht voor de jonge stedeling. Het feit dat wij ons hebben laten horen, en aanwezig waren in het debat heeft daar denk ik wel mee te maken. Ik vind het sowieso heel goed dat we dat gedaan hebben. En als iemand voor de komende verkiezingen weer een partij voor de jonge stedeling gaat oprichten: we hebben alles heel goed gedocumenteerd, dus ze mogen me bellen.’
Lees meer over