Niks meer missen?
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief!
Het geld voor onderzoeksreizen en congressen is op bij de faculteit der geesteswetenschappen (FGw). De faculteit heeft daarom een noodfonds in het leven geroepen van 40.000 euro om ‘de meest kwetsbare groep’ onderzoekers tegemoet te komen. Maar, waarschuwt het bestuur in een email, ‘dat fonds zal zeker niet voldoende zijn om de rest van het lopende kalenderjaar alle te verwachten problemen op te lossen.’

Het potje waar onderzoekspersoneel tot 1230 euro per jaar kon declareren voor het bekostigen van congresbezoek, onderzoeksreizen of publicatiekosten, is leeg. ‘Tot nader order kunnen er dit kalenderjaar daarom geen nieuwe kredietaanvragen meer in behandeling worden genomen,’ zo staat sinds 17 juli te lezen op de site van de faculteit. Nu is er dus toch een noodoplossing gevonden. Het geld komt uit de ‘resterende beleidsbudgetten’ van de research schools, oorspronkelijk bedoeld voor bijvoorbeeld het organiseren van congressen.

Ongelukkige samenloop van omstandigheden
De gang van zaken leidt tot beroering onder het onderzoekspersoneel. ‘Het is zeer ongelukkig dat het budget is uitgeput en verontrustend dat de faculteit dit halverwege het studiejaar plots besefte. Dat geeft een slecht indruk van de planning en budgettering op de faculteit en de mededeling komt op een uitermate ongelukkig moment, nu wij onder steeds meer druk staan om te presteren, maar daar minder tools toe hebben,’ aldus Guy Geltner, hoogleraar Middeleeuwse geschiedenis.

Een stop op het honoreren van declaraties is niet eerder voorgekomen op de faculteit. Het budgettair unicum valt samen met verregaande reorganisatie, waarbij ook het onderzoekskrediet is overgeheveld van de individuele onderzoeksinstituten naar het centrale faculteitsbestuur.

Dat is volgens onderzoeksdirecteur Thomas Vaessens een ongelukkige samenloop van omstandigheden: ‘we hebben het faculteitsbrede budget vastgesteld op 187.861 euro voor 2014. Dat is gelijk aan de optelsom voor onderzoekkrediet van de voormalige instituten. Nu komt aan het licht dat het potje in het verleden bij de instituten ook wel eens op raakte, alleen werd daar geen ruchtbaarheid aan gegeven en werd er geld uit de beleidsbudgetten overgeheveld om het tekort aan te vullen.’ In de nieuwe organisatiestructuur was die noodgreep minder snel gedaan, omdat die beleidsbudgetten nog wel per afdeling worden beheerd.

Voorrang voor nieuwe promovendi
Met het nieuwe noodfonds zijn de problemen de wereld niet uit. Alleen promovendi en medewerkers die na 1 mei in dienst zijn getreden mogen een beroep doen op het fonds. En dan nog alleen als ze niet eerder een vergoeding hebben gekregen dit jaar. Dus wie eerder dit jaar tachtig euro heeft gedeclareerd voor congresbezoek in Antwerpen, kan de declaratie van achthonderd euro voor archiefbezoek in Istanbul dit jaar vergeten. En ook niet-promovendi, die voor 1 mei in dienst zijn getreden, vissen achter het net. Geltner: ‘Ik ben blij dat er naar een oplossing wordt gezocht en vind het ook reëel dat promovendi daar voorrang bij krijgen, omdat het voor hen moeilijker is de kosten zelf te dragen. Maar het is jammer dat er sprake moet zijn van voorrang. Congres- en archiefbezoek zijn essentieel voor het doen van goed onderzoek en het is treurig dat daarop moet worden bezuinigd.’