Niks meer missen?
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
Hoofdzetel van de UvA: het Maagdenhuis.
Foto: Daniël Rommens.
actueel

UvA-vicevoorzitter Jan Lintsen: ‘Ontslagen kunnen we voorkomen als we nu de goede keuzes maken’

Dirk Wolthekker Dirk Wolthekker,
5 maart 2025 - 12:01

Bij veel universiteiten vallen nu ontslagen wegens de bezuinigingen, maar de UvA lijkt de dans te kunnen ontspringen door op andere terreinen te snijden, aldus UvA-vicevoorzitter Jan Lintsen. ‘We zitten royaal of misschien zelfs te royaal in onze vierkante meters. Om huur te besparen kunnen faculteiten en diensten ruimtes die ze niet nodig denken te hebben “teruggeven” aan de UvA. Dat kan hen veel geld opleveren.’

De universitaire wereld staat in brand vanwege de aangekondigde bezuinigingen, maar als we naar de UvA-begroting voor dit jaar kijken valt het wel mee: de UvA voorziet slechts een negatief resultaat van 1,3 miljoen op een totale begroting van iets meer dan een miljard.

‘In 2025 komen we er inderdaad nog redelijk vanaf en hoeven nog geen ingrijpende maatregelen te nemen, al gaan de kostenstijgingen, de inflatie en de daling van het aantal (internationale) studenten gewoon door. Maar we hadden een goede uitgangspositie, we begroten al jaren op de nul en dan blijkt eigenlijk elk jaar dat we in de plus uitkomen. Dat komt door ons model: wij zijn een universiteit die alle kosten doorrekent, waardoor de faculteiten en diensten kostenbewust opereren en zelf op de rem gaan staan als er teveel wordt uitgegeven.’

 

Veel faculteiten staan alsnog in de min; ze mogen daarom hun reserves inzetten waardoor het lijkt alsof het allemaal wel meevalt. Zie ik dat goed?

‘De faculteiten en diensten voelen natuurlijk ook de inflatie en loonkostenstijging. Ze mogen inderdaad op de korte termijn reserves inzetten, maar dat kan niet eindeloos. We hebben afgesproken dat na 2027 de begrotingen weer op nul moeten uitkomen, zonder reserves in te zetten. Dat betekent dat faculteiten en diensten aan het werk moeten om hun afdelingen weer financieel gezond te maken.’

 

De voorgaande minister – oud UvA-hoogleraar Robbert Dijkgraaf – stelde in 2022 een bedrag van 5 miljard beschikbaar om in tien jaar tijd ‘achterstallige investeringen’ te kunnen doen. Daar lijkt nu al weer een streep door te gaan. Was de huidige bezuinigingsoperatie niet voorspelbaar?

‘Die investering stond in het toenmalige coalitieakkoord en de noodzaak was ook bevestigd door een rapport van PwC, dat stelde dat de Nederlandse wetenschap structureel was ondergefinancierd. Daar waren wij als universiteiten ook van overtuigd en dat geld kwam er, althans een begin ervan. Dat er nu opeens op jaarbasis meer dan een miljard wordt gesneden beschouw ik voor een deel ook als een stukje rancune naar het hoger onderwijs: onder bepaalde partijen in Den Haag leeft de gedachte dat op universiteiten een cultuur heerst die zij “woke” noemen en waar zij niets van moeten hebben. Dat iedereen wat moet inleveren vind ik redelijk, maar deze buitenproportionele bezuinigingen lijken met een zeker genoegen door het huidige kabinet te zijn ingeboekt en dat vind ik niet goed.’

 

De Rijksbijdrage van de UvA gaat dit jaar met 29 miljoen euro naar beneden. Het lijkt veel, maar op de hele UvA-begroting is het toch peanuts?

‘Dat kun je vinden, maar dit was geld waarmee we de werkdruk hadden kunnen verminderen en waarmee we extra hadden kunnen investeren in jonge onderzoekers. Dat had ik graag willen doen, maar die ruimte is er nu niet meer.’

UvA-vicevoorzitter Jan Lintsen
Foto: Sander Nieuwenhuys.
UvA-vicevoorzitter Jan Lintsen

Op veel universiteiten worden ontslagen aangekondigd. Moeten we dat aan de UvA ook vrezen?

‘Ik denk dat we ontslagen kunnen voorkomen als we de komende tijd goede keuzes maken.’

 

Wat zijn goede keuzes? Wat raad je faculteiten aan die de broekriem moeten aanhalen?

‘Op drie terreinen valt iets te halen. Ten eerste: huisvesting. We zitten royaal of misschien zelfs te royaal in onze vierkante meters. Mensen zijn er niet iedere dag, soms zijn vierkante meters weinig in gebruik of kunnen kamers worden gedeeld. Om huur te besparen kunnen faculteiten en diensten kantoren en ruimtes die ze niet nodig denken te hebben “teruggeven” aan de UvA. Dat kan veel geld opleveren.’

 

‘Daarnaast kunnen we minder gebruik te maken van de inhuur van externe bureaus en consultants. Inhuur is meestal duur. We moeten slimmer gebruik maken van elkaars kennis en niet direct dure buitenstaanders inhuren. Ten derde denk ik dat faculteiten (logistieke) werkprocessen kunnen harmoniseren. Iedereen geeft overal een eigen draai aan, dat kan beter en daardoor goedkoper. Standaardisatie is efficiënter.’

 

Misschien ook eens oude en dure panden afstoten?

‘We gaan de komende periode de hele huisvestingsportefeuille doornemen. Daarbij zal ook dat onderwerp voorbij komen. Het P.C. Hoofthuis en de oude UB aan het Singel kunnen op termijn misschien worden verkocht. Vergeet niet dat de nieuwe UB op het Binnengasthuisterrein in augustus opent, dan hebben we elders minder ruimte nodig.’

 

Vanaf 2026 dreigen verdere bezuinigingen op de Rijksbijdrage, onder meer omdat het aantal internationale studenten verder afneemt. Gaat de UvA dat accepteren?

‘We accepteren dat de UvA minder internationale studenten zal hebben in de toekomst. Sterker nog: ook al kost het ons geld, ik vind het goed, want het zijn er ook teveel geworden, dat heeft oud-rector Karen Maex in 2018 al gezegd. Sommigen van hen hebben best een kapitaalkrachtige achtergrond en leggen ook daardoor een grote druk op de Amsterdamse woningmarkt. Het is terecht dat we daarop sturen en we hebben de afgelopen jaren al laten zien dat dat kan, bijvoorbeeld met behulp van een fixus op Engelstalige tracks. Maar die Wet Internationalisering in Balans en die rigoreuze Toets anderstalig onderwijs, daar verzetten we ons tegen, dat is gewoon niet nodig. We kunnen dat ook als sector regelen. Dat de UvA qua internationals iets meer krimpt dan Maastricht, waar men meer dan hier afhankelijk is van internationale studenten, daar kan ik ook best mee leven. Maar ook de UvA is en blijft tweetalig, dus óók Engelstalig. En wat ons betreft gaat de Toets anderstalig onderwijs voor bestaande Engelstalige bachelors van tafel al was het maar omdat verschillende Engelstalige opleidingen de Nederlandstalige variant in leven houden.’

 

Moeten we niet naar een heel ander financieringsmodel voor universiteiten, niet langer gebaseerd op variabele studentenaantallen?

‘Daar wordt op verschillende niveaus door veel mensen wel over nagedacht. Je zou dan moeten denken aan een systeem van capaciteitsbekostiging. Dan leg je van te voren vast hoeveel studenten je wilt hebben bij een bepaalde opleiding, meer mag je dan niet aannemen. In Scandinavische landen gebeurt dit, maar een dergelijke sturing van bovenaf vind ik niet passen in de Nederlandse context. Het leidt ertoe dat je “nee” moet verkopen aan mensen die graag een opleiding willen volgen alleen omdat van hogerhand is besloten hoeveel studenten men wil hebben. Maar de vrije studiekeuze van studenten is erg belangrijk en de overheid kan de arbeidsmarkt niet voorspellen of sturen. Dus volgens mij is dat zowel vanuit maatschappelijk als economisch oogpunt niet gewenst. Ik denk dat het bestaande financieringssysteem voor Nederland het minst slechte is, misschien met iets minder focus op variabele studentenaantallen en iets meer focus op de vaste component van de financiering.’

website loading