UvA-student Kinga Pőcze komt uit Hongarije, maar studeert sinds dit jaar rechten in het Nederlands. Dat gaat niet zonder slag of stoot. ‘Ik kan niet echt aantekeningen maken tijdens de lessen; daar gaat het veel te snel voor.’
Toen Kinga Pőcze (23) vanuit Hongarije naar Amsterdam kwam, nam ze twee belangrijke levenslessen mee. Je moet hard werken om verder te komen in het leven en mensen kunnen alles van je afpakken, behalve je hoofd en je geest. Gewapend met die twee stelregels dook ze de boeken in. Drie jaar later heeft de Hongaarse Pőcze niet alleen twee Engelstalige bachelors binnen – PPLE aan de UvA en International Public Management aan de Hongaarse University of Public Services – maar ook een diploma in de Nederlandse taal (B2-niveau).
Nu is het tijd voor de ultieme test, vindt ze: rechten studeren in haar pas verworven taal. Daarmee behoort ze tot een select gezelschap. Volgens Nuffic, een Nederlandse organisatie voor internationalisering in het onderwijs, waren er in studiejaar 2023/24 slechts 2.229 internationale studenten die een universitaire opleiding in het Nederlands volgden; 4,1 procent van het totaal aantal internationale studenten in Nederland. Wat beweegt zo iemand? En hoe ervaart Pőcze het?
Voordat we beginnen - de hamvraag - zullen we het gesprek in het Nederlands of Engels voeren?
‘Ik kan de taal begrijpen, maar spreken is lastiger,’ zegt Pőcze met enige gêne. ‘Ik voel me nu wel comfortabeler om met mensen die ik ken Nederlands te praten.’ Lachend: ‘Maar bij mensen die ik niet ken, raak ik verlegen.’
Uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) blijkt dat ruim 30 procent van de internationele studenten in Nederland blijft na hun studie om hier te werken. Dat percentage is de afgelopen jaren gestegen. Het kabinet wil minder internationale studenten naar Nederland trekken, maar wel dat deze meer blijven. Daarvoor wil de regering dat de Nederlandse taal weer de norm wordt op universiteiten.
Dan doen we het gewoon in het Engels. Maar het maakt de vraag des te urgenter: wat deed je besluiten om rechten in het Nederlands te gaan studeren?
‘Toen ik drie jaar geleden naar Nederland kwam om PPLE te studeren, merkte ik dat je niet echt een baan kunt krijgen in de juridische sector als je niet op professioneel niveau Nederlands kunt. Ik zocht bijvoorbeeld naar juridische stages, maar overal was dat een vereiste. Dat verraste me wel. Amsterdam is immers zo internationaal georiënteerd. Omdat ik wel graag een geaccrediteerde advocaat wil worden en ik in Hongarije anders mijn hele studie opnieuw moet doen, dacht ik: ik ga het gewoon doen, Nederlands leren om hier vervolgens advocaat te worden. Ik was toch altijd al ambitieus en hard aan het werk. Bovendien kwam ik bij PPLE in een omgeving terecht met andere hele ambitieuze mensen, waardoor ik het gevoel kreeg dat niets onmogelijk is. Zo voel ik dat nog steeds. Tijdens de zomer heb ik me er mentaal op voorbereid en gelukkig krijg ik steun van mijn vrienden en familie.’
En, valt het mee of valt het tegen?
‘De cursussen zijn niet per se moeilijk, veel juridische vakken hebben we ook gehad tijdens de lessen bij PPLE. Maar de taal… dat is echt een uitdaging ja. Bij PPLE waren de verschillen tussen mij en mijn studiegenoten nog niet zo groot. Nu duurt het voor mij drie of vier keer langer om iets te lezen in vergelijking tot mijn studiegenoten. Ik kan ook niet echt aantekeningen maken tijdens de lessen; daar gaat het veel te snel voor.’
Laatst heb je je eerste tentamen gehad, hoe ging dat?
‘Dat was een rollercoaster van emoties: van angst en zenuwen naar een gevoel van wauw ik ben nu gewoon in het Nederlands een examen aan het maken! Voorheen was het de vraag of ik een 7 of een 8 ging halen, nu was het meer de vraag of ik überhaupt een vraag zou kunnen beantwoorden. Ik krijg ook geen extra tijd, maar mag wel een woordenboek gebruiken. In de tentamenzaal zat ik dus als enige met zo’n boek naast me, omringd door mijn Nederlandse studiegenoten. Dat voelde wel apart haha. Maar het biedt ook voordelen. Toen mijn Nederlandse studiegenoten na afloop vertelden dat ze een woord in een vraag niet begrepen, kon ik tijdens het tentamen gewoon even in het woordenboek kijken wat het precies betekende.’
Volgens de website van UvA-talen kan iemand die Nederlands op B2-niveau beheerst ‘de hoofdgedachte van een ingewikkelde tekst begrijpen, zowel over concrete als over abstracte onderwerpen, met inbegrip van technische besprekingen in het eigen vakgebied.’ Als je dat zo leest, zou je zeggen dat je wel een tentamen in het Nederlands zou kunnen maken, of is dat te makkelijk gezegd?
‘Ja, dat valt tegen. Ik kan abstracte dingen begrijpen, zoals grappen, maar ik kan nog zeker niet op een niveau Nederlands dat het makkelijk is om een universitaire studie te volgen. Toen ik aan deze studie begon, begreep ik bijvoorbeeld niet eens de namen van de vakken. Ik bedoel: “Goederenrecht”, wat is dat? Inmiddels is mijn woordenschat, mede door mijn studie, wel flink verrijkt. Laatst zei ik tegen mijn Nederlandse vriend het woord “billijkheid”, hij had geen idee wat ik bedoelde haha.’
Nederlands is na Hongaars (moedertaal), Frans (ook B2-niveau) en Engels (C1+-niveau, een treetje hoger dan B2) nu officieel je vierde taal. Blijft het hierbij of wil je nog meer talen leren?
Ze lacht. ‘Het lijkt me leuk om ook nog Italiaans te kunnen of Arabisch. Toen me ouders dat hoorden, dachten ze: zorg er eerst maar voor dat je op een goed niveau met deze talen blijft… dan zien we daarna wel weer verder. Maar ik ben deze zomer ook naar Taiwan gegaan en nu denk ik: Chinees is ook interessant haha. Ik wil culturen begrijpen. Taal is zo’n mooie manier om iemand zowel persoonlijk te leren kennen als de cultuur waarin diegene is opgegroeid.’
Je hebt een 7,5 gehaald voor je eerste tentamen, vertelde je op LinkedIn. Ben je trots?
‘Ik ben dankbaar voor de kans die ik krijg om deze tentamens te maken. Dat ik daar kan zitten. Dat ik een beetje weet waar het over gaat en dat ik de vragen inmiddels kan begrijpen. Daarom was ik ook zo blij met dit cijfer en wilde ik het graag delen. Een heel ander gevoel dan tijdens mijn eerdere studies. Of ik het nu haal, maakt me eigenlijk minder uit. Want het is al zo’n grote prestatie voor mij dat ik dit überhaupt doe.’