Niks meer missen?
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief!
Foto: Marc Kolle
actueel

Partijen naarstig op zoek naar nieuwe OR-kandidaten: ‘Benaderen in principe iedereen’

12 maart 2024 - 08:00

Posters, e-mails en zelfs verkiezingswebsites, de UvA doet er alles aan om de ondernemingsraadverkiezingen van begin april onder de aandacht te brengen. Hoe zorgen de partijen ervoor dat er dit jaar wél genoeg medewerkers zich verkiesbaar stellen? Folia maakte een rondgang langs vier partijen.

Bij liefst vier faculteiten waren drie jaar geleden te weinig kandidaten op de lijst om verkiezingen te houden. De mensen die daar wél op de lijst stonden, konden direct hun zetels innemen, de overige bleven onbezet. Dat scenario willen partijen nu koste wat het kost voorkomen. Met de verkiezingen in aantocht, begint de tijd te dringen. Hoe zorgen partijen ervoor dat ze bij de aankomende ondernemingsraadverkiezingen voldoende kandidaten op de lijsten hebben?

 

FNV

De FNV (Federatie Nederlandse Vakbeweging) is op de UvA van oudsher goed vertegenwoordigd op de kieslijsten. Zo is de kandidatenlijst van de FNV op de Faculteit Maatschappij en Gedragswetenschappen (FMG) dit jaar met 25 kandidaten al in kannen en kruiken. Vermoedelijk is dit succes mede te danken aan het feit dat de FNV dit jaar nauwer is gaan samenwerken met die andere vakbond, de Algemene Onderwijsbond (AOb).

 

Beide vakbonden besloten onlangs om een gedeelde lijst te hanteren voor deze FMG-verkiezing. Een primeur, die bij andere faculteiten nog geen navolging heeft gevonden. ‘Dat leek ons wel logisch, omdat we veel moeite hebben met uitleggen wat nou precies het verschil is tussen beide partijen,’ verklaart Luisa Steur, lid van de ondernemingsraad bij FMG namens AOb. ‘Historisch gezien zijn die er natuurlijk wel,’ nuanceert ze, ‘beide vakbonden hebben verschillende ontstaansgeschiedenissen.’ Maar inhoudelijk gezien zijn de verschillen nihil.

 

Op de gedeelde lijst is nog wel zichtbaar gemaakt of de kandidaat afkomstig is van de AOb of de FNV. Want, zo licht Steur toe, ‘als het mensen dan toch wat uitmaakt, kunnen ze op basis daarvan alsnog een beslissing nemen.’ Lid zijn van de FNV is overigens geen vereiste om op de kandidatenlijst van de FNV te komen, vertelt Johan de Deken, OR-lid bij FMG.

En de Centrale Ondernemingsraad (COR) dan?

Elke factulteit aan de UvA kent een facultaire ondernemingsraad, een medezeggenschapsorgaan dat controle uitoefent en samenwerkt met het facultaire bestuur. Op UvA-breed niveau is er ook een ondernemingsraad, genaamd de Centrale Ondernemingsraad (COR), die mede denkt en besluit over het gehele beleid van de universiteit.

 

Deze COR bestaat uit zestien leden: elke facultaire ondernemingsraad en de centrale diensten sturen twee afgevaardigden naar de COR.

Hij vervolgt: ‘We benaderen in principe iedereen die er interesse voor heeft. Dat gaat veel via persoonlijk aanspreken, posters bij de kopieerapparaten en in de lift en via e-mails. We zijn aan de UvA wel beperkt in wat we mogen doen, zo kunnen we bijvoorbeeld geen bestaande mailinglijsten gebruiken van programmagroepen, afdelingen of de faculteit. Ook kan ik niet zomaar de details van de lijst van FNV-leden aan de UvA inzien, om zo de FNV-leden bij FMG te contacteren.’

 

De Amsterdamse Academie

In tegenstelling tot de vakbonden heeft De Amsterdamse Academie (DAA) überhaupt niet een lange lijst met leden die je (in potentie) zou kunnen benaderen, zegt vice-voorzitter Annemie Ploeger. Dus dan kom je algauw bij de opleidingscommissies terecht om kandidaten te werven, legt ze uit. ‘Die zijn tenslotte al bezig met het kritisch volgen van het onderwijs.’

 

Maar ook voor DAA hangt veel af van de persoonlijke benadering. Om je heen vragen, informeren. ‘Mensen van wie je denkt, goh, die heeft daar weleens een kritische mening over gehad.’ Bij FMG, de faculteit waar psychologie-docent Ploeger zelf actief voor is, leverde die methode tot nu toe vijf kandidaten op. Eén meer dan drie jaar geleden en drie meer dan in 2018, het jaar dat De Amsterdamse Academie werd opgericht. Kortom, er zit een stijgende lijn in. Ploeger is dan ook optimistisch gestemd: ‘We gaan stapje bij beetje vooruit.’

 

Annemie Ploeger

Naast FMG is De Amsterdamse Academie nog bij drie andere faculteiten actief, te weten Natuurwetenschappen, Wiskunde en Informatica (FNWI) en Geesteswetenschappen (FGw). Bij FNWI is de partij langs alle afdelingsvergaderingen geweest, in de hoop nieuwe kandidaten te werven. ‘Daar zijn we het meest actief geweest,’ zegt Ploeger. Maar de moeite bleek tevergeefs: ‘Voor zover ik weet heeft dat geen nieuwe kandidaten opgeleverd, dus dat is wel een beetje jammer.’

 

Aldus blijkt het, net als voorgaande verkiezingsjaren, lastig voor partijen om voldoende kandidaten te vinden. Waar ligt dat aan? Twee antwoorden komen vaak voorbij, zegt Ploeger. De ene is dat mensen net een beurs hebben binnengesleept of een nieuwe onderwijstaak zijn begonnen, die ze niet meteen willen afstoten. De andere is dat mensen er even over nadenken, maar vervolgens toch tot de conclusie komen dat het niet echt iets voor hen is.

 

Opvallend is ook dat het ondersteunend personeel – bijvoorbeeld secretarissen en studieadviseurs – over het algemeen minder ruimte krijgt om in een ondernemingsraad te zitten, in vergelijking tot het academisch personeel. ‘Dat is zeker een kwestie,’ zegt Ploeger. Laatstgenoemde groep heeft in het contract de optie om één dag per week te besteden aan het werk van de ondernemingsraad. ‘Dat maakt het aantrekkelijk voor mensen die bereid zijn een dagje onderwijs op te geven.’

 

Voor ondersteunend personeel daarentegen is het minder evident welke taken ze kunnen afstoten en wie dat kan opvangen als ze één dag in de week in de ondernemingsraad zitten, zegt Ploeger, ‘en dat kan natuurlijk lastig zijn’. Toch is dit niet het meest gehoorde argument bij het ondersteunend personeel. ‘Je zit in de OR vooral tussen academisch personeel, dus dat kan voor hen toch een beetje intimiderend zijn,’ merkt Ploeger. ‘Terwijl dat helemaal niet zo hoeft te zijn: bij FMG heeft jarenlang een studieadviseur in de raad gezeten, die het echt heel erg goed deed.’

‘Je moet mensen vaak nog uitleggen wat de OR is, zo bekend is het niet’

AOb

Luisa Steur van de AOb herkent de worsteling. ‘We hebben altijd moeite gehad om genoeg ondersteunend personeel te vinden voor de lijst. Het is voor hen moeilijk om genoeg tijd te krijgen voor het OR-werk, want voor hen is het lastiger om hun takenpakket adequaat aan te passen.’ Toch is het Steur en haar partij dit keer gelukt om drie kandidaten uit het ondersteunend personeel te vinden bij FMG, de faculteit waar zij actief is. 

 

Sowieso verloopt de campagne van de AOb bij FMG tot nog toe voorspoedig. Liefst 25 mensen hebben zich al gekandideerd voor de gedeelde lijst van AOb en FNV, en de aanmeldingen staan nog steeds open. Meer dan genoeg kandidaten dus om de vijftien zetels bij FMG allemaal te bezetten, temeer daar de DAA, zoals gezegd, ook al vijf aanmeldingen binnen heeft voor deze facultaire ondernemingsraad.

Foto: UvA
Luisa Steur

Langzaamaan wordt er bij de AOb en FNV dus al gesproken over de volgorde van de kieslijst. ‘We hebben daar nu een goede formule voor gevonden,’ zegt Steur. Het idee is dat drie voormalige, ervaren leden van de OR – één van de AOb en twee van de FNV – het voorstel voor de samenstelling van de kieslijst doen. En dat doen zij zodat er een zo goed mogelijke representatie is qua afdeling, functie, gender en ervaring. ‘Een onafhankelijk, goed geïnformeerd groepje,’ aldus Steur. ‘Dat leek ons het meest eerlijk.’

 

‘Ik snap dat het een beetje uitzonderlijk is,’ zegt Steur. Ze kent de verhalen van andere faculteiten maar al te goed. AOb-oudgediende Paul Koopman krijgt van verschillende kanten bijvoorbeeld de vraag om te gaan werven bij zijn faculteit Geesteswetenschappen. Koopman: ‘Vanuit de AOb natuurlijk, maar ook vanuit de ondernemingsraad.' Hij onderschrijft het: 'Het is zo belangrijk dat we een goede, diverse vertegenwoordiging in de OR hebben. Nieuwe mensen zijn daarin van groot belang.’

 

Koopman gaat al op voor zijn vijfde termijn bij de ondernemingsraad van Geesteswetenschappen, maar liever nog maakt hij plaats voor ‘nieuw elan’. Hij kan het iedereen aanbevelen: ‘Je krijgt een kijkje in de keuken van het onderwijsbeleid en denkt mee over werkdruk, diversiteit, internationalisering, dat soort zaken.’ Het is een verrijking van je universitaire leven, aldus Koopman.

 

Toch moet je mensen nog vaak uitleggen wat de OR is, vult Steur aan, ‘want zo bekend is het niet.’ Des te fijner dat ze bij de FMG nu al meer dan genoeg kandidaten heeft, ‘al is het altijd beter om nog meer mensen te hebben,’ zegt ze. Naar nieuwe mensen blijft de AOb dus zoeken, óók bij FMG.

Promovendi-lijst

Voor de nieuwe promovendi-kieslijst is het al helemaal zaak om campagne te voeren om potentiële kandidaten over de streep te trekken. Pim van Leeuwen, promovendus en lid van de Centrale Ondernemingsraad (COR), voert die campagne op de FNWI, waar het initiatief voor een promovendi-kieslijst begon.

 

‘We hebben tot nu toe drie promovendi die zich kandidaat stellen voor de FNWI,’ zegt van Leeuwen. ‘Dat valt niet tegen. Maar de kans dat de lijst gedurende de termijn leeg komt te staan is aanwezig. Daarom zijn we daarnaast een lijstverbinding aangegaan met de AOb, omdat die de rechten van de PhD’s hoog in het vaandel heeft staan.’

 

Ook déze partijen werken dus samen om ervoor te zorgen dat lijsten niet leeg komen te staan. Gebeurt dat wel voor de promovendi bij FNWI, dan kunnen leden van de AOb die plaats innemen, aldus Van Leeuwen. ‘Maar dan wel het liefst AOb-leden die ook promovendi zijn.’

 

Onderlinge concurrentie is er eigenlijk niet, laat Koopman van de AOb weten: ‘Er zijn zoveel promovendi op onze faculteit en universiteit… Die moéten vertegenwoordigd zijn in de OR.’

 

‘Het lijkt soms bijna of promovendi zich schuldig voelen als ze de OR zouden doen’

‘Ik merk dat er veel promovendi interesse hebben,’ zegt Van Leeuwen, ‘maar waar ik tegenaan loop is dat ze ofwel al bijna aan het einde zijn van hun promotietraject, of juist aan het begin, en twijfelen of het wel een goed idee is om lid te worden. Het lijkt soms bijna of mensen zich schuldig voelen als ze het wel zouden doen. Ik ben soms meer aan het uitleggen dat het oké is om lid te worden van de OR als je begint met promoveren en dat het College van Bestuur dit juist aanmoedigt, dan het daadwerkelijk over onze standpunten te hebben.’

College van Bestuur en de OR

Niet alleen de partijen willen de aankomende ondernemingsraadverkiezingen onder de aandacht brengen, ook het College van Bestuur wil voorkomen dat lijsten dit jaar leeg blijven. Bij de Faculteit Economie en Bedrijfskunde – waar drie jaar geleden geen verkiezingen konden worden gehouden – heeft de marketing en communicatieafdeling de facultaire ondernemingsraad ondersteund door een tweetalige campagne op touw te zetten.

 

Informatiebijeenkomsten

Dat gebeurde middels een verkiezingswebsite met video waarin docenten, onderzoekers en ondersteunend personeel uit de OR aan het woord komen. Ook zijn er twee informatiebijeenkomsten georganiseerd, naast de gebruikelijke campagne via posters, flyers en e-mails.

De afgelopen weken is Van Leeuwen druk bezig geweest met zijn campagne via e-mails, persoonlijk aanspreken en praatjes tijdens koffiepauzes. Dinsdagmiddag bezocht hij het Technologiecentrum, waar hij de OR en de promovendi-kieslijst onder de aandacht bracht. Daar is hij als promovendus, die regelmatig een verzoek doet voor een op maat gemaakt instrument voor zijn onderzoek, inmiddels een bekend gezicht.

 

De pakweg twintig werknemers luisteren aandachtig naar zijn verhaal. ‘De OR spreekt voor ons allemaal, terwijl in de huidige raad professoren oververtegenwoordigd zijn. Ik moedig jullie daarom van harte aan zelf lid te worden van de OR. Mocht dat deze OR-verkiezingen niet lukken, stem dan op de promovendilijst.’

 

Op de andere faculteiten lopen de promovendilijsten nog geen storm. Bij de rechtenfaculteit zijn er op moment van schrijven nog geen kandidaten voor de promovendilijst, bij de economiefaculteit is er naar verwachting één kandidaat die zich verkiesbaar zal stellen.

 

OR-voorzitter bij de FEB, Roger Pruppers, is desondanks verheugd over dat laatste gegeven: ‘Dat maakt het waarschijnlijk dat promovendi voor het eerst formeel gerepresenteerd zullen worden in de OR, waar we heel blij mee zouden zijn. Het werd tijd, zullen we maar zeggen.’ Hoeveel promovendi zich precies kandidaat zullen stellen via de promovendilijst zal na 18 maart moeten blijken.

 

Tussen 11 en 18 maart 2024 kunnen stemgerechtigde medewerkers van de UvA zich kandidaat stellen voor de facultaire ondernemingsraden.