Niks meer missen?
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief!
Foto: Toon Meijerink
actueel

Hoe geloof verbindt, ook als je niet (meer) gelooft

Toon Meijerink ,
19 januari 2024 - 09:00

Het aantal religieuze Nederlanders is consistent dalend. Toch vinden sommige UvA-studenten juist verbinding in een gebedshuis, zelfs als ze niet geloven. ‘Je leert mensen echt op een andere manier kennen.’

Met tulband op, schoenen uit en in kleermakerszit drinkt Kirti Singh (24) samen met de bewaarders van de sikhtempel aan de Baarsjesweg een chai-thee. De masterstudent Logica legt uit: ‘Als je naar de sikhtempel gaat, doneer je steevast wat voedsel aan de tempelbewaarders voor de andere tempelgangers. En je kan altijd even blijven zitten met de tempelbeheerders voor een karah pashad (een volkoren suikergoed, red.). Het is echt een religie voor de gemeenschap.’

 

Zo ervaart Michiel Winckler (24), student wiskunde en filosofie, dat ook. Op een zondagochtend in de UB bedacht hij zich: ‘Ik wil weleens naar de kerk toe.’ Dus stak hij op de bonnefooi de Singel over naar de dichtstbijzijnde kerk die open was: de Doopsgezinde Kerk. Een protestantse kerk waar je pas gedoopt wordt als je volwassen bent. Naast de gesprekken met de gemeenschap na de dienst kon hij ook het gratis kopje koffie goed gebruiken. ‘Ik drink wel gewoon heel veel koffie op een dag.’

Foto: Toon Meijerink
Michiel Winckler in de Doopsgezinde Kerk

Sindsdien neemt Winckler ook regelmatig vrienden van zijn studentenvereniging mee om in de kerkgemeenschap te introduceren. ‘Eigenlijk vindt iedereen in de vriendengroep het altijd op een andere manier leuk. Ik ben zelf bijvoorbeeld fan van Bach op het orgel, maar één vriend vindt vooral het gezamenlijk zingen prachtig.’ 

 

Sociale codes

UvA-promovenda Ronit Palache constateerde al hoe een religieuze groep inderdaad kan verbinden. Palache doet onderzoek naar geloofsverlaters binnen het christendom, het jodendom en de islam. Ook maakte ze onlangs een podcastserie over geloofs- en gemeenschapsverlaters met schrijfster Lale Gül. Palache: ‘De religieuze, maar ook sociale codes van een gemeenschap kunnen voor verbondenheid zorgen. De regels, gewoontes en tradities zijn onderling duidelijk en hoef je aan die groep niet uit te leggen.’

 

Winckler vond ook een gesprekken binnen de doopsgezinde gemeenschap. ‘Je leert de mensen in de kerk echt kennen. Door de dienst praat je over thema’s waar je normaliter niet uit jezelf over begint. Het is gelukkig ook niet zo’n Hallelujah-gemeenschap met van die muziek makende families met middelmatige stemmen. De kerk heeft een wat intellectuelere insteek.’

Foto: Keke Keukelaar
Promovenda Ronit Palache

Anders zijn

Maar voor een beeld van jezelf als deel van een groep is het ook belangrijk hoe anderen je zien, merkt Palache. ‘Veel mensen die zich bijvoorbeeld onderdeel van het joodse volk voelen, zijn niet per se gelovig, laat staan orthodox. Toch zien velen van hen zichzelf als joods wegens de joods-orthodoxe regel dat het jodendom alleen via de moeder overdraagbaar is.’

 

Want zelfs als je niet actief bezig bent met je culturele of religieuze identiteit, dwingt de buitenwereld je daar soms toe, stelt Palache. ‘Andere mensen zien jou als jood, ook als jij daar op dat moment niet bewust mee bezig bent. Ze vragen je specifiek naar je mening over de oorlog tussen Hamas en Israël. Dan wordt er alsnog een beroep gedaan op je joods-zijn, op het bezig zijn met identiteit.’

 

Zo voelde de Nederlands-Indiase Singh als sikh dat ook. ‘Op mijn middelbare school in de Achterhoek had je “de Nederlanders” en “de buitenlanders”. Ik werd me daardoor bewust dat ik een andere identiteit had, omdat ik niet binnen een andere gemeenschap paste.’ Singhs ouders werden geboren in de Punjab-regio en hadden een traditioneel sikhhuwelijk. De sikhs, een religieuze groep uit Noord-India, volgen een monotheïstische religie die het Heilige Boek van tien historische goeroes volgt.

‘Ik vond religie opium voor het volk’

Verstikkende regels

Singhs naar Nederland geëmigreerde ouders hielden zich niet aan strikte sikhtradities. Singh zelf begon, door zijn omgeving bewust gemaakt van zijn oorsprong als sikh, in zijn middelbare schoolperiode juist steeds meer volgens de sikhgebruiken te leven. ‘Tempels (Gurdwara’s, red.) had je niet in de Achterhoek, maar ik las elke avond passages uit het Heilige Boek, dronk niet, leerde de lokale Punjabi-taal en droeg een tulband naar familiebijeenkomsten.’

 

Palache ziet dat zulke strenge regels naast verbindend voor sommige gemeenschapsleden ook verstikkend kunnen voelen. ‘Voorgeschreven worden dat je binnen de groep moet trouwen, sociale controle en andere verwachtingspatronen, kunnen er ook voor zorgen dat mensen zich minder prettig voelen bij de gemeenschap waarbinnen ze zijn opgegroeid.’ 

Foto: Toon Meijerink
Kirti Singh bij de noord-Indiase supermarkt Himalaya, waar hij zijn boodschappen doet

Voor Singh begon dat toen hij Filosofie en Wiskunde ging studeren in Nijmegen en met vrienden ging praten over filosofie. ‘Ik keerde me af van mijn ouders cultuur, werd marxistisch en vond religie dus ‘opium voor het volk’.’ Nu gelooft hij dus niet meer echt. ‘Ik voel me sterk verbonden met de cultuur en filosofie, maar ik geloof hooguit een beetje ‘voor de zekerheid’. Zoals je in de christelijke kerk een schietgebedje doet. Of net als mijn opa die voor elke aankoop - een nieuw huis, een nieuwe auto – altijd even langs de tempel in zijn dorp ging.’

 

Verbinding in gemeenschap

Wel wil Singh, nu hij toch niet meer zo kritisch tegenover het sikhisme staat, graag in Amsterdam weer naar de tempel. Maar het is moeilijk om die verbinding met de relatief grote sikhgemeenschap in Amsterdam te vinden, legt Singh uit. ‘Ik ken hier sowieso nog bijna niemand in Amsterdam. En ik wil nog niet met mijn Nederlandse vriendin gaan. Dat is meer mijn eigen ongemak, niet dat ik dat per se meekreeg thuis.’

 

Palache legt uit dat zelfs als je wel opgevoed wordt met strenge regels of voorschriften, zoals over trouwen, het niet altijd betekent dat iemand er zich wat van aantrekt. ‘Ik heb bijvoorbeeld ook moslims gesproken die niet zoveel voelden bij de strenge regels van thuis.’

‘Als ik dom heb lopen drinken, dan ga ik een uurtje naar de dienst toe’

Ook Winckler werd niet gelovig opgevoed. ‘Hooguit een beetje in de traditie van mijn protestantse voorouders met een matige kinderbijbel.’ Nu heeft Winckler zich echter sterk genesteld in de gemeenschap: hij leest weleens de Bijbel met een groepje geïnteresseerden en woont op een deels doopsgezind hofje op de Prinsengracht. ‘Als ik dom heb lopen drinken, dan ga ik een uurtje naar de dienst toe. Een prettige ontsnapping aan het alledaagse,’ aldus Winckler. Hij vindt zodoende ook verbinding met de voorganger van de kerk met wie hij regelmatig een theetje drinkt in een café.

 

Hun geloofsgemeenschap verlaten, zoals Palache dat mensen uit haar onderzoek heeft zien doen, verwachten Singh en Winckler dus beide niet snel te ondernemen. Singh doet na de thee nog een gebed rondom het Heilige Boek van het sikhisme. Hij ziet inmiddels in dat de verbintenis vinden binnen het marxisme niet veel verschilt van het sikhisme. ‘Het is beide bij uitstek een ideologie voor de gemeenschap.’