Folia bestaat dit najaar 75 jaar. De redactie blikt dagelijks met een (deel van een) artikel of video letterlijk terug op elk van die jaren en telt zo af naar 13 oktober, de dag dat ‘het mededelingenblad voor de civitas’ precies 75 jaar bestaat. Vandaag deel 58: 24 november 2006.
Een van de belangrijkste aspecten van de hiphopcultuur is de competitie. Toen Esther van Zijden in Gouda werkte bij pop-podium So What viel het haar op dat het bestuur altijd in paniek raakte als er een hiphopavond werd georganiseerd. Zij waren bang voor vechtpartijen en voor de komst van grote aantallen allochtone jongeren. Maar het waren de meest relaxte avonden, waar nooit wat vervelends gebeurde en waar jongeren van diverse afkomst zonder problemen een leuke avond hadden. Van Zijden raakte steeds meer geïnteresseerd en besloot haar scriptie te schrijven over de eigenheid van de Nederlandse hiphop. De nadruk legde ze op de rol die hiphop speelt als bindmiddel tussen allochtone en autochtone jongeren.
[…]
‘Uit mijn onderzoek bleek dat competitie een van de belangrijkste aspecten is van de hiphopcultuur. Ze komt vooral tot uitdrukking in battles, meer of minder formele wedstrijden waar adepten van de genres hun kunsten vertonen en zich proberen te bewijzen tegenover hun groepsgenoten. Competitie is een uitlaatklep voor hun agressie en frustratie. Bovendien draait het bij de wedstrijden om de skills van de artiest. De jongeren beoordelen elkaar uitsluitend op hun vaardigheden en kijken niet naar huidskleur. De agressie en competitie worden muzikaal en verbaal geuit, niet fysiek. Zowel de artiesten als de jongeren vinden het mooie van hiphop dat het de enige hedendaagse muziekstroming is die maatschappijkritisch is, en waarin de boodschap centraal staat.’
[…]
‘Voor deze groep jongeren is hiphop vaak de enige manier om hun standpunten publiekelijk te kunnen laten horen. Dat wil niet zeggen dat zij bewust bezig zijn de kloof tussen bevolkingsgroepen te overbruggen. Ten eerste willen ze niet in het hokje geduwd worden van ‘maatschappijkritische artiest’ en ten tweede weten zij dat mensen die niet openstaan voor andere nationaliteiten, ook niet snel naar hun muziek zullen luisteren. Zij denken dan ook dat het maatschappelijke belang van hiphop niet ligt in de muziek of de tekst zelf, want die wordt door een relatief kleine groep gelijkgestemden beluisterd. Wel komen door de groei van hiphop in de laatste jaren artiesten met een buitenlandse afkomst steeds vaker op een positieve manier in de media. Dat kan een tegenwicht bieden tegen wat zij vaak ervaren als te negatieve berichtgeving over allochtonen.’
[…]
‘Hiphop blijkt voor veel jongeren ook op het persoonlijk vlak een positieve invloed te hebben. De mensen die ik interviewde, besteden al hun vrije tijd aan hiphop. Voor een aantal is het een middel geweest om te ontsnappen aan het criminele circuit. Zo was er een jongen die door het schrijven van teksten die kinderen aanmoedigden om naar school te gaan, zich ging realiseren dat hij zelf op de verkeerde manier bezig was.’
Dit is een fragment uit het artikel ‘Hiphop’, door Mark de Vries. Folia, 24-11-2006