Folia bestaat dit najaar 75 jaar. De redactie blikt dagelijks met een (deel van een) artikel of video letterlijk terug op elk van die jaren en telt zo af naar 13 oktober, de dag dat ‘het mededelingenblad voor de civitas’ precies 75 jaar bestaat. Vandaag deel 66: 7 mei 2014.
Door de Oudemanhuispoort kun je goed dolen. Links, rechts, nog eens rechts, een trappetje op en weer is links: neem in het labyrint van zestigerjarenspelonken een paar afslagen en je zit zo op een onontgonnen plek. Vincent de Haan weet ze te vinden. Met zijn aktetas in de hand beweegt hij zich vliegensvlug naar een verborgen lift, die naar een collegezaal op de derde etage voert.
Pas na vijf jaar studeren ontdekte hij de plek en sindsdien wordt hij door medestudenten regelmatig met verbazing aangekeken, als hij door een onopvallende tussendeur bij de zaal aankomt. Het lijkt wel of de UvA het erom deed, denkt De Haan soms. In het voorjaar van 2011 zag het ernaar uit dat hij na vier jaar studeren, met een bachelor rechten en wiskunde op zak en verschillende uitstapjes naar de natuurkunde en klassieke talen, binnen afzienbare tijd zou gaan afstuderen. Ik dacht: ‘Ik ga een juridische master doen’, vertelt De Haan. ‘Ik ga gewoon na één jaar klaar zijn en dan word ik advocaat.’ Grinnikend: ‘Ik dacht dat het leven zo simpel was.’ Tot hij een e-mail kreeg. De UvA kondigde een laatste overgangsregeling aan: onder ‘zeer specifieke omstandigheden’ kon je na je diploma goedkoop nog een tweede studie doen. ‘En toen dacht ik: oe!’ vertelt De Haan. 'Dat is natuurlijk toch wel leuk.
Laconiek, maar uiterst gedetailleerd vertelt De Haan over zijn studiecarrière. Bijna zeven jaar is hij inmiddels bezig, met zes studies aan vier verschillende faculteiten. Indrukwekkender dan dat is het totaal aan studiepunten dat De Haan in die tijd wist te verzamelen. 739 en een half, en de teller loopt nog. En daarmee heeft hij de meeste studiepunten die ooit in administratiesysteem SIS geregistreerd werden.
‘In 2007 was het de bedoeling dat ik gewoon natuurkunde zou gaan studeren.’ De vraag waarom hij steeds weer iets nieuws erbij ging doen vindt hij haast onzinnig. Gewoon, uit nieuwsgierigheid, of omdat het hem wel leuk leek. Over de keuze voor rechten, na zijn eerste jaar wiskunde en natuurkunde, heeft hij nog wel een leuk verhaal. ‘Op donderdagmiddag zat ik tussen drie en vijf bij het vak algebra 1, samen met een studiegenoot. Hij vertelde over zijn vader, die rechten had gestudeerd en nu drie BMW’s bezat. Dat wilde die jongen ook wel, dus ging hij naast economie en wiskunde ook rechten erbij doen. Wacht eens, dacht ik toen, dan doe jij straks meer studies dan ik. Dat kunnen we niet hebben. Dus toen ben ik ook rechten gaan doen.’
Voorafgaand aan elk semester bladerde De Haan door de studiegids en klikte hij aan wat hem interessant leek. 'Mijn enige voorwaarde is dat ik geen college om negen uur volg. Een vak dat alleen dan wordt gegeven kies ik niet.’