Folia bestaat dit najaar 75 jaar. De redactie blikt dagelijks met een (deel van een) artikel of video letterlijk terug op elk van die jaren en telt zo af naar 13 oktober, de dag dat ‘het mededelingenblad voor de civitas’ precies 75 jaar bestaat. Vandaag deel 49: 27 juni 1997.
Prince zong in de jaren tachtig stoer over 1999, maar dat is al over anderhalf jaar. De eeuwwisseling is al volgeboekt zodat 2000 ook al zijn magische klank heeft verloren. Nee, dan de eenentwintigste eeuw. Biedt de wetenschappelijke glazen bol een kijkje in de keuken van het jaar 2100 na Christus?
Ze vinden het eigenlijk maar niets, de wetenschappers. Een eeuw verder kijken, dat is futurologie. ‘Het is heel gevaarlijk het huidige simplistisch te extrapoleren naar de toekomst,’ zegt UvA-econoom Van Praag. ‘Mijn grootvader had niet eens kunnen dromen van de wereld waarin we nu leven,’ denkt hoogleraar theoretische informatica Vitányi. Maar toch, na enig aandringen, wagen ze zich aan een beeldvorming van de samenleving waarin wij in ieder geval geen rol zullen vervullen.
Prof.dr. G.P.P. van Tillo, godsdienstsocioloog, denkt dat de kerk enkel als gebouw de tweeëntwintigste eeuw zal halen. ‘De godsdienst in de huidige vorm zullen we nauwelijks meer terugzien. De religie zal haar collectieve organisatie verliezen. De kerken verliezen nog meer macht. Het zal beperkt zijn tot kleine, vaak ook meer extreme groepjes.’
[...]
Economen moeten eigenlijk niet verder dan vijftig jaar vooruitkijken, denkt prof.dr. B.M.S. Van Praag, mededirecteur van de Stichting voor Economisch Onderzoek der Universiteit van Amsterdam. ‘En dat is het absolute maximum, anders wordt het koffiedikkijkerij.’
[...]
Prof.dr. P.M.B. Vitányi, hoogleraar theoretische informatica, kent geen gebrek aan fantasie, maar denkt toch dat er weinig zinnigs is te zeggen over het leven in 2100. Er zullen dingen plaatsvinden waarvan wij geen weet hebben. Zoals mijn overgrootvader misschien nooit had gehoord van de auto en elektriciteit, zo zullen compleet andere dingen ons leven in de tweeëntwintigste eeuw domineren.’
[...]
Prof.dr. A. Westerveld, hoogleraar in de antropogenetica, moet hartelijk lachen als hem wordt gevraagd naar de tweeëntwintigste-eeuwse stand van zaken. ‘Ik durf niet eens een voorspelling te doen verder dan tien jaar.’ De ontwikkelingen op het gebied van de genetica zijn namelijk zo snel gegaan, dat hij zich houdt aan de woorden van de futuroloog Polak: we kunnen slechts met enige zekerheid vijf jaar vooruitkijken. ‘We zullen namelijk al op kortere termijn dan een eeuw een compleet beeld krijgen van alle genen, hun belang en hun interactie.’
[...]
Nieuwe woonruimte zou de mens mooi uitkomen, denkt Vitányi. Maar de kolonisatie van Mars of de maan zit er nog niet in. Technisch is het nog zeer moeilijk en het is vooral een kostbare onderneming. Het risico is groot. Er vallen gelijk een boel doden als zo’ n kolonie begint te lekken. En trouwens, wie wil er nu wonen op Mars? Mensen willen niet eens in de Bijlmer zitten.’
Dit is een fragment uit het artikel ‘Wie wil er nu wonen op Mars?’. Folia, 27-06-1997.