Het kabinet wil de opleiding tandheelkunde inkorten van zes naar vijf jaar. Wat vinden tandartsen en studenten van de tandheelkundefaculteit Acta van dat idee? ‘Het is een uit de lucht gegrepen idee, dat gewoon niet kan.’
Het kabinet wil de opleiding tandheelkunde inkorten van zes naar vijf jaar. Dat schreef minister Volksgezondheid Ernst Kuipers afgelopen dinsdag in een brief aan de Tweede Kamer. Op die manier wil het kabinet de opleidingsplaatsen goedkoper maken, zodat er ruimte is voor vijftig extra opleidingsplaatsen.
Er is namelijk een tekort aan tandartsen. Dat tekort zal alleen maar toenemen, over tien jaar is 42 procent van de nu werkzame tandartsen met pensioen. Daarvoor moet de opleiding worden uitgebreid van 243 plaatsen naar 375 plaatsen. Het geld daarvoor wil het kabinet vrijmaken door de opleidingsplaatsen bij geneeskunde te verminderen en door het inkorten van de tandartsenopleiding.
‘We begrijpen het grote probleem van het tandartsentekort, maar vanuit onze expertise als Acta denken we dat er betere oplossingen zijn dan de opleiding in te korten, zoals de instroom verhogen en meer buitenlandse tandartsen opleiden,’ zegt Etienne Verheijck, directeur onderwijs bij tandheelkundefaculteit Acta. ‘Dit plan lijkt de mondzorg nog verder te marginaliseren.’ De mondzorg heeft namelijk een te klein budget (3 miljard) in vergelijking met de gezondheidszorg (99 miljard), vinden tandartsen. Terwijl de mondzorg grotendeels privaat betaald wordt en de opleiding relatief goedkoop is. De opleiding voor een klinisch competente arts kost namelijk 3½ keer meer dan die van een klinisch competente tandarts.
Tandartsen en de beroepsvereniging voor tandartsen KNMT lieten al weten het een ‘niet haalbaar en slecht plan’ te vinden in een artikel van RTL Nieuws. Ook studenten zijn bezorgd.
Lotte Koning ter Heege (23), student tandheelkunde bij Acta: ‘Waar ik mee zit: we hebben meer tandartsen nodig voor de steeds complexere mondzorg die we moeten leveren. Dat komt onder andere door het toenemende aantal oudere patiënten dat hun eigen gebit behoudt. Dat leidt tot complexere zorg omdat de patiënten meer medicatie gebruiken en de gebitten een historie hebben. Inkorten van de opleiding betekent dus minder tijd voor complexe zorg tijdens de opleiding en dat is juist de zorg die we moeten gaan leveren.’
Hoe verder de studenten in de opleiding komen, hoe complexer namelijk de patiënten worden, en daarom is ook het zesde jaar belangrijk. Doe je dat niet, dan leid je minder competente tandartsen op en gaan de kosten omhoog omdat je specialisten aan het werk moet zetten, waarschuwt Verheijck. ‘Dat zien we aan de tandartsen die een vijfjarige opleiding hebben gehad, zoals vroeger het geval was.’
Jojobeleid
Het is namelijk niet de eerste keer dat de overheid de lengte van de tandartsenopleiding aanpast. Verheijck: ‘De overheid heeft een jojobeleid gevoerd. We zijn begonnen in de jaren 60 met een zesjarige opleiding. In de 1986 is het teruggegaan naar vijf jaar, in 2008 ging het weer terug naar zes. De overheid is dus zoekende.’
Een zevenjarige-opleiding zou zelfs nog beter zijn, zegt Albert Feilzer, oud-decaan van Acta en hoogleraar algemene tandheelkunde (UvA & VU). Tandartsen moeten tegenwoordig namelijk ook nog naast de oude analoge technieken met moderne digitale technieken kunnen omgaan en ook nog met grotere groepen personeel en ouderen met veel meer medische problematiek.
Een vijfjarige opleiding is volgens Feilzer niet mogelijk: ‘Een mondhygiëniste die kleine vullinkjes kan maken is hbo opgeleid in vier jaar. Dat wil zeggen dat een tandarts in één jaar alle chirurgie, het boren, alle soorten behandelingen variërend van wortelkanaalbehandelingen, de parodontologie, de kunstgebitten, kronen, bruggen, noem maar op, in één jaar kan leren. Dat is een uit de lucht gegrepen idee, dat gewoon niet kan.’
Volgens het kabinet is een verkorting van de tandartsopleiding van zes naar vijf jaar wel mogelijk binnen de geldende opleidingseisen die op EU-niveau zijn vastgelegd. Feilzer: ‘Daar gaan ze voorbij aan het feit dat in veel landen tandartsen na een vijfjarige opleiding eerst nog een stagejaar moeten volgen. En alle opleidingen verschillen, in de VS is de opleiding heel anders ingericht, maar kost een vergelijkbare opleiding ongeveer acht jaar.’
‘Het voorstel suggereert dat we zijn meegenomen in het overleg,’ reageert Verheijck, ‘maar dat is niet het geval. Het zou zeer onverstandig zijn van het kabinet om langs het werkveld heen te werken. We willen graag meedenken en een actieve rol hierin spelen. Ik stel voor een landelijke werkgroep in te stellen met de drie opleidingen in Amsterdam, Groningen en Nijmegen.’
Volgens Verheijck is de enige duurzame oplossingen voor het tandartsentekort om de instroom van tandartsen te verhogen. ‘Er is al overleg geweest met andere opleidingen en die ruimte is er. Ook het Acta-gebouw is groot genoeg, al zullen ruimtes daarvoor wel aangepast moeten worden.’
Dat dat geld kost, is onvermijdelijk: ‘Er is geen oplossing die minder gaat kosten’, zegt ook Feilzer. Daarbij komt dat de huidige opleidingen al met zware tekorten zitten omdat ze te veel doen voor het geld dat ze krijgen. Verheijck: ‘We zijn al jaren bezig om op de ministeriële agenda te zetten dat meer geld nodig is. Het knelt aan alle kanten.’