Folia telt af | Winnaars cartoonprijsvraag van ASVA bekend
Folia bestaat komend najaar 75 jaar. De redactie blikt dagelijks met een (deel van een) artikel of video letterlijk terug op elk van die jaren en telt zo af naar 13 oktober, de dag dat ‘het mededelingenblad voor de civitas’ precies 75 jaar bestaat. Vandaag deel 9: 6 oktober 1956.
Daags na het verstrijken van de inzend- termijn heeft de jury ruim twee honderd cartoons beoordeeld die waren ontworpen door 110 inzenders, waarvan de helft in Amsterdam woont. Enkele van de plaatsen waaruit de overige inzendingen afkomstig zijn: Groningen, Maastricht, Roosendaal, Diemen, Oranjewoud, Vinkeveen, Dokkum, Oosterhout, Mook.
Een andere rubriceermogelijkheid bieden de opgegeven functies. Tegenover iedere student-inzender blijken vier anderen te staan. De helft van die anderen oefent een beroep in de grafische sector. Men gaf voorts o.m op: dpl. militairplaatbankwerker, journalist, barman, commies, kleuterleidster, architect, klerksecretaresse, chemicus, scholier en freelance.
In niet meer dan één cartoon is men uitgegaan van een vrouwelijke student. Het trof de jury hoevelen er zich hadden gebaseerd op eenzelfde idee, zonder dat er toch ooit van plagiaat sprake kon zijn. Zo kwam de ton van Diogenes in 17 variaties voor en werden er 11 paraplu's (met of zonder regen) ingezonden. Acht studenten moesten hun intrek nemen in hondehokken, zeven in bomen, zes in tenten, vijf in boeken, vier in slakkehuizen, vier in flessen, vier onder bruggen, drie in speelgoedhuisjes, drie op bankjes, twee in badkuipen en twee in kangoeroes-buidels.
Alle tekeningen hangen tot 15 oktober in Kriterion.
Bij het toekennen der prijzen is de jury voornamelijk afgegaan op de grappigheid der vondsten; de tekenwaardigheid der inzenders speelde bij de keuze derhalve niet de hoofdrol. Een uitzondering werd hierop gemaakt wanneer meerdere inzendingen op hetzelfde motief waren gebaseerd: in die gevallen gaf de kwaliteit van de uitwerking bij de beoordeling de doorslag.
Tal van niet-tekenaars kwamen met goede ideeën voor de dag, terwijl sommige beroeps- cartoonisten wel een goed plaatje maakten, maar geen idee hadden. Menige tekening was te beschrijvend of te weinig direct- aansprekend. Een cartoon moet bij eerste aanschouwing duidelijk zijn en onmiddellijk een gimlach afdwingen. Meer dan enige andere voldeed de inzending van Ted Schaap aan deze criteria. De gedachte die aan de prijsvraag ten grondslag lag, namelijk de kamernood der studenten, heeft hij bovendien op oorspronkelijke wijze vorm gegeven. Langdurig wikken en wegen bracht de jury tenslotte tot de overige acht bekroningen.
De jury bestond uit Simon Carmiggelt, Marten Toonder en P. Hans Frankfurther, perssecretaris van de ASVA. De winnaar krijgt een bedrag van f 50,-.
Artikel ‘Cartoonprijsvraag’ uit de Folia van 6 oktober 1956.
