Folia bestaat komend najaar 75 jaar. De redactie blikt dagelijks met een (deel van een) artikel of video letterlijk terug op elk van die jaren en telt zo af naar 13 oktober, de dag dat ‘het mededelingenblad voor de civitas’ precies 75 jaar bestaat. Vandaag deel 4: 24 november 1951.
Een toenemende stroom van buitenlandse studenten bezoekt onze Universiteit. Het valt niet meer op, wanneer men op de Poort Engels hoort spreken. Op dit ogenblik studeren hiertussen de 700 en 800 buitenlanders, dat is 10% van het totaal aantal studenten.
[...]
Het Albert Schweitzerhuis, in de Roemer Visscherstraat (vlak bij het I.C.C.) is het eerste tastbare resultaat van de stichting ‘Internationaal Studiecentrum’ (I.S.C.), de enige instelling waaraan Albert Schweitzer goedgevonden heeft zijn naam te verbinden. De doelstelling van het Internationaal Studiecentrum is ruimer, dan hierboven alleen in Amsterdams bestek is aangeduid. Het wil, in het algemeen samengevat, door het stichten van internationale universitaire centra in Nederland en daarbuiten, een bijdrage leveren tot het wederzijdse begrip en respect der volkeren, in de geest van de grote mens, wiens naam het draagt. Algemene formuleringen hebben het nadeel van vaag en weinig direct te zijn; een betere karakterisering van dit streven vindt men in de gedachtenwereld van Schweitzer zelf.
Bijdrage tot het vredelievende samengaan der volkeren door gelegenheid te bieden tot Internationale Vorming van de thans studerende jonge generatie. Deze vorming zal o.a. worden nagestreefd:
[...]
Het huis heeft een capaciteit van ongeveer 40 bewoners. Voor hen zal het een hospitium ‘almum’ zijn, zolang en voor zover de alma mater zelf nog wat gereserveerd blijft. Zonder discriminatie naar ras, geslacht, stand of godsdienst zal het voor iedere buitenlander openstaan. Men wordt in zijn doen en laten volkomen vrij gelaten. Daartegenover moet men een minimum aan gemeenschapszin kunnen opbrengen. Teneinde de kosten zo laag mogelijk te houden wordt voor de bewoners enige inspanning gevergd, voor het doen van eenvoudige huiselijke werkzaamheden, die anders door betaalde krachten verricht zouden moeten worden. Dit element van gemeenschapszin is dan ook een belangrijke factor bij de selectie der a.s. bewoners. Een tamelijk drastische selectie is onvermijdelijk bij een aanbod van 40 plaatsen en een potentiele vraag van 7 à 800.
Het huis, een vroeger hotel, is echter niet alleen bedoeld als wooncentrum. Men wil er een centrum van contact en velerlei activiteiten van maken, waarin de buitenlanders, ook de niet-huisgenoten, een bruggenhoofd vinden vanwaar zij kunnen penetreren in wijdere kringen der Nederlandse samenleving, op de eerste plaats de universitaire wereld. De plannen hiervoor zijn al gedeeltelijk tot werkelijkheid geworden. In Januari van dit jaar werd de eerste contactavond gehouden in de A. M. V. J., sindsdien regelmatig gevolgd door andere.
Deze avonden hebben reeds een bijzonder succes gehad: gemiddeld waren er 150 buitenlandse studenten (verdeeld over 11 tot 15 nationaliteiten), dit om te illustreren welke een behoefte er bestaan aan activiteiten van deze aard. Met iets meer medewerking van de zijde der Amsterdamse studentenwereld kan hier veel tot stand gebracht worden, wanneer men bedenkt dat tegenover 150 buitenlanders op deze avonden ± 15 Nederlanders stonden. Met de Civitas en de ASVA is reeds een vorm van samenwerking gevonden voor verdere arbeid in deze richting.
[...]
Fragment uit ‘Het Albert Schweitzerhuis geopend’ uit de Folia van 24 november 1951.