Folia bestaat komend najaar 75 jaar. De redactie blikt dagelijks met een (deel van een) artikel of video letterlijk terug op elk van die jaren en telt zo af naar 13 oktober, de dag dat ‘het mededelingenblad voor de civitas’ precies 75 jaar bestaat. Vandaag deel 2: 29 september 1949.
Aan de eerstejaarsstudenten,
Over enige dagen is het ogenblik aangeboren, waarop ge voor de eerste maal, beladen met blanke dictaatcahiers, de poorten van de Alma Mater zult binnenstappen. Een heuglijk moment, zonder twijfel: het is echter zaak er nauwlettend voor te zorgen het gevaar te vermijden, dat in de loop der jaren reeds voor tallozen hun eerste schreden op dit terrein deed verworden tot een reeks ontmoedigende buitelingen. Het gevaar namelijk geen weg te weten in de baaierd van indrukken waarin gij binnen enkele momenten gestort zult worden.
Om enige punten te noemen: die ieder jaar weer moeilijkheden opleveren en voor ieder aankomend student(e) van essentieel belang zijn:
1) welke studierichting ligt mij uiteindelijk het best;
2) welke zijn de vakken en hoe is hun onderlinge verhouding in die studierichting;
3) wat wordt er geëist en wat wordt er geboden?
4) welke mogelijkheden tot aanknoping aan andere vakken zijn er?
Nu is het zo, dat men gemeenlijk na enige maanden met behulp van professoren, assisteten en oudere-jaars daar wel achter komt, maar dan het in vele gevallen te laat zijn en heeft men niet alleen enige min of meer kostbare tijd verloren, maar heeft zich bovendien een verwarring van de persoon in quaestie meester gemaakt, die het bewust en rustig zoeken naar andere terreinen niet eenvoudiger maakt. Het bestuur van de ASVA heeft gemeend deze moeilijkheden zoveel mogelijk te moeten elimineren. Derhalve zullen in de loop van de week van 3 tot en met 7 October 1949 door docenten en assistenten van alle faculteiten inleidingen worden gehouden over de studie in de ruimste zin des woords, zoals die in hun faculteiten is vastgelegd.
Uit ervaring is het ASVA-bestuur gebleken hoe betrekkelijk weinig de aankomende student zich een juist begrip heeft gevormd, waarom zij of hij eigenlijk een bepaald vak heeft gekozen en vooral hoe weinig men in het algemeen zich een oordeel heeft gevormd over de studie aan de andere faculteiten en hun onderlinge samenhang. Dit in aanmerking nemende lijkt het het ASVA-bestuur zeer noodzakelijk, dat zoveel mogelijk alle eerstejaars-studenten alle inleidingen van welke faculteit dan ook, komen bezoeken. Aldus doende krijgt men een algemeen overzicht van de diverse studiemogelijkheden en -moeilijkheden, iets dat bij de aanvang van wat wel eens genoemd wordt ‘de academische vorming’ niet hoog genoeg geschat kan worden!
- Het ASVA-bestuur.