Niks meer missen?
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief!
Foto: Ilsoo van Dijk
actueel

Hoe bereidt de UvA strafrechtstudenten voor op het harde criminele klimaat?

Wessel Wierda,
4 mei 2023 - 14:42

De aanhouding van Inez Weski zet het beroep van strafrechtadvocaat onder een vergrootglas. Donderdag werd bekend dat Weski nog een maand langer blijft vastzitten. De verharding van de strafrechtspraktijk baart studenten zorgen. ‘Je moet het niet onderschatten.’

Seconden nadat bekend werd dat advocaat Inez Weski gearresteerd is, gaat er een grote schokgolf door de gezamenlijke groepsapp van UvA-strafrechtstudenten. ‘O mijn god, wat is hier gebeurd?’ leest een bericht. ‘Hoe zit dit?’ Ook masterstudent strafrecht Debbie Kampinga nam met ‘heel veel schrik’ kennis van het nieuws, vertelt ze aan de telefoon. Evenals haar medestudenten vroeg ze zich meteen af: ‘Wat voor druk komt er nu wel niet op strafrechtadvocaten te staan?’

 

De arrestatie van Weski, die al veertig jaar in het vak zit, is een opvallende, nieuwe wending in het toch al enerverende en meeslepende Marengo-proces. Nooit eerder werd een advocaat van haar statuur gearresteerd, schreef NRC onlangs. Donderdagmiddag werd bekend dat ze nog een maand langer moet vastzitten. 

Waar wordt Weski van verdacht?

Inez Weski wordt verdacht van deelname aan een criminele organisatie. Ze zou volgens het Openbaar Ministerie (OM) belangrijke informatie hebben doorgespeeld vanuit de Extra Beveiligde Inrichting (EBI) in Vught, waar haar (inmiddels voormalige) cliënt en hoofdverdachte in de zaak, Ridouan Taghi, vastzit.

 

Doorgeefluik

Uit ontcijferde berichten blijkt volgens Het Parool dat de familie van Taghi de gerenommeerde strafpleiter als doorgeefluik wilde gebruiken. De omvang van deze verdenking is nog niet helemaal duidelijk, meldt NU.nl. 'Het OM vindt het nog te vroeg om hierop in te gaan.'

Zorgen bij studenten

De zaak illustreert dat publieke figuren, zoals advocaten en misdaadjournalisten, steeds meer gevaar lopen in zaken rondom de georganiseerde misdaad. Soms met fatale gevolgen. Advocaat Derk Wiersum en vertrouwenspersoon Peter R. de Vries vonden de dood. Beiden waren verbonden aan de kroongetuige in de zaak, Nabil B, wiens broer eveneens werd neergeschoten.

 

Het deed Kampinga bewuster stilstaan bij de vraag of ze wel strafrechtadvocaat wil worden. ‘Maar ik heb zo’n passie voor het strafrecht, dat ik het ondanks de nadelige effecten die bij het werk komen kijken, toch wil doorzetten.’ Máár, zo vervolgt ze eerlijkheidshalve, de ‘verharding van de strafrechtspraktijk’ blijft haar zorgen baren. Dat geldt overigens niet alleen voor haar, vertelt ze: ‘Het leeft bij veel rechtenstudenten.’

 

De vraag doemt op: hoe gaat de UvA met deze zorgen om in het onderwijs? Bereidt de universiteit strafrechtstudenten wel terdege voor op dit verharde, criminele klimaat in Nederland?

 

Ervaringen delen

‘Het is een van de weinige processen die vrijwel alle studenten hebben meegekregen,’ zegt strafrechtdocent Malou Hamers over de Taghi-zaak. ‘Dus we proberen het zoveel mogelijk in het onderwijs te verwerken.’ Dit jaar kwam bijvoorbeeld Onno de Jong, toen nog een van de twee advocaten van kroongetuige Nabil B. (inmiddels heeft hij die functie weer neergelegd, om onbekende redenen), langs om een gastcollege te geven aan de masterstudenten strafrecht.

 

Drie beveiligers stonden hem bij. Alle tassen, studentenkaarten en identiteitsbewijzen werden vooraf grondig gecontroleerd. ‘Dan voel je als student wel de impact van zo’n proces,’ zegt Hamer. ‘En ook voor mij persoonlijk was het angstaanjagend om te zien dat een advocaat met drie beveiligers naar de UvA moest komen.’

 

Ook Kampinga was onder de indruk. ‘Je zag de impact die het heeft op zijn leven, iets wat je niet leert uit je studieboeken.’ Ze vond het gesprek met De Jong ‘onwijs gaaf’ en ‘heel interessant’, maar is zich ook bewust geworden van hoe groot de druk kan zijn. ‘Je moet het niet onderschatten.’

 

Andere advocaten, politiemensen en officieren die veel met ondermijning - de vermenging van onder- en bovenwereld door criminelen die gebruikmaken van legale bedrijven - bezig zijn, kwamen op andere dagen ook langs om hun ervaringen te delen. Ook Frank Wieland, oud-rechter in onder meer het proces tegen Willem Holleeder, bezocht de strafrechtstudenten om over de veranderingen binnen het strafrecht te spreken.

'Veel advocaten worden bedreigd, daar zou ik wel meer aandacht voor willen in de opleiding'

Criminele organisatie opzetten

De meeste gastcolleges vonden plaats in het kader van het vak ‘Georganiseerde criminaliteit’, dat vorig studiejaar aan het curriculum van de master strafrecht is toegevoegd. Het relatief jonge vak laat studenten een fictieve zaak spelen, waarin zij zelf een criminele organisatie moeten opzetten.

 

De andere groep moet deze in een vroeg stadium zien te tackelen, in de rol van officier van justitie of burgemeester. Zo leren de studenten ‘wat de effecten zijn van georganiseerde misdaad op de samenleving en hoe dit zich verhoudt tot de nationale veiligheid’. Daarmee is het in essentie eerder een criminologisch vak, dan een traditioneel strafrechtelijk vak.

 

Bovendien ‘een uniek vak’, vindt masterstudent strafrecht Laura Moors. ‘Het was een van de vakken waar ik het meest naar uitkeek en het was heel interessant. Het werd superpraktisch gegeven.’

 

Bij andere vakken in de master strafrecht komt het Marengo-proces even ter sprake, zegt Moors, maar ‘wordt er verder niet echt aandacht aan besteed. Het is niet het onderwerp van de colleges.’ Kampinga beaamt dat: ‘In algemene zin wordt er niet echt bij het Marengo-proces stilgestaan in het onderwijs. Het staat niet centraal in de master.’ En dat is jammer, vindt ze, ‘want helemaal als je kijkt naar hoeveel strafrechtadvocaten er bedreigd worden, is het wel iets waar ik meer aandacht voor zou willen hebben in de opleiding.’

Strafrechtstudent Debbie Kampinga

Omgaan met druk en angst

Wel is er nog het vak Advocatuur en Beroepsethiek, nuanceert ze, ‘waarin je leert om te gaan met druk vanuit je cliënt. Maar dat is een keuzevak, en behandelt bovendien alle soorten rechtsgebieden.’ Volgens Hamers gaat dat vak onder meer over wie je zelf aanneemt als advocaat. Het strafrecht is overigens nog niet aan bod gekomen, maar zal ook maar één week beslaan.

 

Volgens een andere studente, die ook als studentambassadeur van de opleiding werkt, wordt de zaak wel regelmatig besproken in de lessen, en komt bijvoorbeeld bij Beroepsethiek naar voren wat het precies inhoudt om als advocaat verdacht te worden van deelname aan een criminele organisatie. ‘Inez Weski is niet de eerste en waarschijnlijk ook niet de laatste advocaat die opgepakt wordt op basis van deze verdenking,’ denkt ze. ‘We hebben het erover dat dit een mogelijkheid is en hoe je daarnaar handelt.’ 

 

Moors merkt bij medestudenten meer voorzichtigheid over wat voor zaken ze in de toekomst als strafrechtadvocaat eventueel willen aannemen. ‘Ik denk dat er minder mensen staan te springen om mensen uit het drugscircuit bij te staan.’

 

De rechtspositie van Taghi

Maar tot discussies leidt het zeker, ook buiten de universiteit. Zo krijgen strafrechtstudenten volgens docent Hamers steeds vaker van familieleden te horen: ‘Weet je zeker dat je dit werk gaat doen?’

 

Naast het mastervak Georganiseerde criminaliteit doceert Hamers ook formeel strafrecht – een vak uit de bachelor. Ze probeert het proces naar eigen zeggen zoveel mogelijk terug te laten komen in die lessen. De aanhouding van Inez Weski sluit immers naadloos aan op de stof die studenten bij het vak formeel strafrecht moeten leren.

 

‘Denk aan vraagstukken als voorlopige hechtenis en doorzoeking, die nu spelen in het geval van Weski. Studenten zijn daarin geïnteresseerd en hebben ook kritiek op het doorzoeken van het kantoor van een verschoningsgerechtigde (advocaat, red.). Ook vragen ze zich af wat voor invloed dit heeft op de rechtspositie van Taghi.’

 

Hij is tenslotte een beetje de personificatie van de georganiseerde misdaad, zegt Hamers. ‘Dus dat spreekt tot de verbeelding. Hierdoor kun je hem en het Marengo-proces gemakkelijk als referentiepunt behouden.’