De diamantindustrie tierde ooit welig aan de Nieuwe Achtergracht. Dat de UvA de oudste diamantfabriek van de stad, waar Crea nu in huisvest, zo’n twintig jaar geleden volledig wilde slopen, kon dus op flink verzet rekenen. Dit is deel één van het tweeluik over Crea.
Op de voorgevel van cultureel studentencentrum Crea is nog duidelijk de oude bestemming van het pand te zien; ‘Diamantslijperij’ prijkt statig in natuursteen boven de deur. Naast en onder die letters zijn – voor het getrainde oog – ook respectievelijk ‘NV’ en ‘Maatschappij’ te ontwaren. Het zijn sporen van een verleden waarin de Amsterdamse diamantindustrie, hier aan de Nieuwe Achtergracht, welig tierde.
Dat die letters vandaag de dag nog (half) zichtbaar zijn, ging echter geenszins zonder slag of stoot. Aanvankelijk wilde de UvA de voormalige diamantslijperij uit 1845 volledig met de grond gelijkmaken. Er moest ruimte worden gemaakt voor de nieuwe, hypermoderne Roeterseilandcampus.
Maar er laaide verzet op tegen de bouwplannen. Een van de aanjagers daarvan was cultuurhistoricus Daniël Metz, die in 2006 samen met het Cuypersgenootschap – een vereniging die zich inzet voor het behoud van erfgoed – een actie op touw zette, om de fabriek van sloop te behoeden.
Immers: de fabriek van de Diamantslijperij Maatschappij ‘is de belangrijkste vertegenwoordiger van de Amsterdamse diamantindustrie’, stelt Metz. De eerste bovendien waar stoomenergie op grote schaal werd toegepast.
Het slijpen en verhandelen van diamanten voltrok zich voornamelijk rondom de Nieuwe Achtergracht, vertelt Metz aan de telefoon. Dat gebeurde hoofdzakelijk door mensen van Joodse afkomst. Vandaar dat de Diamantslijperij Maatschappij, en daarna vele afsplitsingen, zich in buurten vestigden, waar voor de Tweede Wereldoorlog nog veel Joden woonden.
Verborgen achter UvA-hoogbouw
Behoud van dit stukje geschiedenis, daar was het Metz c.s. zo’n twintig jaar geleden om te doen. ‘Maar het probleem met het gebouw van de Diamantslijperij Maatschappij was dat bureau Monumenten & Archeologie (BMA) het vergeten was mee te nemen in hun waardetaxatie,’ legt Metz uit.
Dat kwam door de onopvallende situering van het gebouw: ‘Het lag verborgen achter de hoogbouw van de UvA. Ze wisten niet dat daar nog historisch belangrijke gebouwen stonden.’ De beoordeling van BMA was evenwel noodzakelijk om op de Amsterdamse monumentenlijst te komen. Snel schakelen was dus cruciaal. Metz: ‘Ze zijn wakker geschud, en hebben het gelukkig spoedig in orde gemaakt.’
De gemeenteraad ging vervolgens in conclaaf en er volgde een compromis: pakweg de helft van de oude fabriek kon blijven bestaan. De rest mocht gelegitimeerd tegen de vlakte. Zodoende staat de eerste vleugel van de fabriek uit het oprichtingsjaar 1845 nog fier overeind op de Roeterseilandcampus, zij het met een inmiddels witgepleisterde buitenkant. Ook de voorgevel met de naam van de fabriek boven de deur, de muurankers tegen de bakstenen aan, en de betrekkelijk hoge ramen, die voor voldoende licht moesten zorgen voor de arbeiders tijdens het slijpen, zijn behouden gebleven.
Zichtbare luchtinstallaties
Achter de (inmiddels) monumentale muren, is een mix van nieuwbouw en gerenoveerde delen van de oude diamantfabriek ontstaan. De thuishaven van het creatieve centrum van de UvA: Crea. Het is een geslaagd geheel geworden, vindt Metz.
Beeldbepalend is de open vide, waar een lange trap tot vier verdiepingen reikt. Zowel aan linker- als aan rechterzijde zorgen grote ramen voor voldoende lichtinval en aan de wanden sieren luchtafvoerinstallaties de ruimte. Voor de luchtcirculatie, zeker, maar ook om de oorspronkelijke, industriële functie van het gebouw te benadrukken.
Niet iedereen vindt het gebouw echter even geslaagd, zo blijkt uit een interview in Folia met voormalig UvA-architectuurhistoricus Vincent van Rossem uit 2019. ‘Wat een kolereverbouwing,’ waren zijn ongepolijste woorden. Hij ervaarde de indeling als ‘hokkerig, armoedig en goedkoop’.
Woekeren met ruimte
Ten tijde van de oplevering van het nieuwe gebouw in 2011 is er door studentenorganisaties hevig gestreden om die beperkte ruimte. ‘Woekeren met de ruimte in de nieuwe cultuurfabriek van Crea,’ kopte Folia een jaar ervoor. Studentenvakbond Asva, de Centrale Studenten Raad, Commissie Intree en International Student Network kregen een ‘semipermanente plek’, maar andere organisaties moesten de ruimte ‘voortaan elk jaar opnieuw verdienen.’
Tegelijkertijd werd meer betrokkenheid verwacht van de studentenorganisaties. ‘Als je in het nieuwe stuc (studentencentrum, red.) terechtkomt als studentenorganisatie, moet je bijdragen aan de sociale cohesie en dus meedoen aan gezamenlijke activiteiten,’ aldus Sjoerd Jans, indertijd directeur van Crea. Anno 2023 zit de agenda van Crea vol met activiteiten, voor én door studenten.
Meer informatie over de geschiedenis van de diamantindustrie aan de Nieuwe Achtergracht is terug te vinden in het boek ‘Diamantgracht’, geschreven door de cultuurhistoricus die gesproken is voor dit stuk, Daniël Metz.