Niks meer missen?
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief!
Foto: Sija van den Beukel
actueel

SER-voorzitter Kim Putters: ‘Jezelf ontwikkelen stopt niet als je volwassen bent’

Sija van den Beukel,
24 maart 2023 - 18:38

Hoe stoppen we de kansenongelijkheid in het onderwijs en de arbeidsmarkt? Aan die vraag waagde SER-voorzitter Kim Putters zich tijdens de drieëntwintigste Kohnstammlezing. ‘Ik weet uit eigen ervaring hoe belangrijk het is dat jongeren de kans krijgen zich breed te oriënteren en dingen uit te proberen.’

Het is druk, maar niet afgeladen vol in de Oude Lutherse Kerk, waar de Kohnstammlezing wordt gegeven. Onder de toeschouwers zijn vooral mensen van middelbare leeftijd, die elkaar uitbundig begroeten, en hier en daar ook wat studenten. Ook de familie Kohnstamm is traditiegetrouw aanwezig. Waaronder de kleinzoon van wetenschapper Philip Kohnstamm, Dolph Kohnstamm die de lezingenserie in naam van zijn opa in 2000 opzette. 


Waar Putters het vandaag in zijn lezing met als titel ‘De toekomst zal het leren’ over wil hebben is de kloof tussen kansarmen en kansrijken, tussen haves en have-nots. ‘Die kloof is de laatste jaren alleen maar groter en hardnekkiger geworden. De coronapandemie heeft daar ook een bijdrage aan geleverd.’

 

We leven in een tijd van grote transities en crises en daarbij moet ons doel zijn dat niemand achterblijft, begint Putters licht gespannen en in hoog tempo zijn verhaal. Hij noemt klimaat, energie, grondstoffen, demografie, migratie, zorg, AI, technologie, ICT en ook veiligheid en defensie, ‘zeker sinds de oorlog in Oekraïne’. Toch verkiest Putters in zijn lezing de optimistische toon. Een ‘doom- en gloomverhaal’, zegt hij, zou te makkelijk zijn.

 

Eerst laat Putters zien hoe kansenongelijkheid zichtbaar wordt in de samenleving. Ongelijkheid begint al in de eerste levensjaren – verschillen in taal en rekenen zijn vaak al meetbaar bij kinderen op tweejarige leeftijd – en achterstand worden zelden ingehaald gedurende de basis- en middelbare school. Dat geldt vaker voor kinderen met een niet-westerse migratieachtergrond. Later in het leven wordt het zichtbaar in loopbaankansen, woonsituaties en enorme sociaaleconomische gezondheidsverschillen. ‘De levensverwachting van mensen met een opleiding tot mbo 1 is gemiddeld ruim vier jaar korter dan mensen met een hbo- of universitaire opleiding.’

Foto: Jerry Lampen
‘Een leven lang leren kan onmogelijk alleen een individuele verantwoordelijkheid zijn.’

Hoe gaan we ervoor zorgen dat de transities waar we voor staan tot een succes worden en een rechtvaardige uitwerking hebben op de maatschappij? Daarvoor is een doorbraak nodig, stelt Putters: in het onderwijs en op de arbeidsmarkt.

 

Stapelaar

Die doorbraak begint met een leven lang ontwikkelen, waar Putters zelf het levende bewijs van is. Hij groeide op als een dorpsjongen in een schippersfamilie. ‘Meer dan mavo zit er niet in’, werd hem op school letterlijk geadviseerd. Putters is een stapelaar die vanaf de mavo stap voor stap en via zijpaden eerst in de politiek terecht kwam (tussen 2003 en 2013 was hij Eerste Kamerlid voor de PvdA), toen directeur werd van het Sociaal en Cultureel Planbureau en sinds afgelopen jaar voorzitter is van de Sociaal-Economische Raad (SER).

 

Dat deed hij niet alleen, daarvoor werden hem ook de kansen geboden. ‘Een leven lang leren kan onmogelijk alleen een individuele verantwoordelijkheid zijn. Het is óók een collectieve verantwoordelijkheid: van overheid, onderwijs, bedrijven en werkenden.’

 

Een leven lang leren

Een leven lang leren vraag om een vernieuwing van het onderwijssysteem, zegt Putters, waar sinds het tijdperk van de Leerplichtwet (1901) niet aan getoornd is. ‘Het grondrecht voor onderwijs heeft een nieuwe interpretatie nodig. Waarom zien we leren en ontwikkelen eigenlijk vooral als een plicht van het individu? Terwijl het een recht is dat voor iedereen toegankelijk en aantrekkelijk zou moeten zijn.’

 

Het recht op leren geldt een leven lang. Toch breekt het in de praktijk nog niet echt door. Leren en ontwikkelen na de schooltijd blijft afnemen, waardoor de verschillen tussen groepen groter worden. Daar kun je op twee manieren naar kijken, zegt Putters. Óf je gaat bij de pakken neer zitten en ziet een leven lang leren als een mislukte transitie die uitgaat van onrealistische verwachtingen van de eigen verantwoordelijkheid van mensen. Zo weten veel ondernemers, werkenden en onderwijzers de weg naar subsidieaanvragen niet te vinden. Óf je kijkt hoopvol naar alle ontwikkelingen op het gebied van een leven lang leren de afgelopen jaren. Putters kiest voor het laatste.

 

Om een leven lang leren tot een succes te maken, is een overkoepelende politieke visie en centrale sturing van de overheid nodig, aldus Putters. ‘Niet voor één kabinetsperiode maar voor de lange termijn.’ In die visie moeten jongeren de tijd en ruimte krijgen om te ontdekken waar hun passies en talenten liggen. ‘Ik weet uit eigen ervaring hoe belangrijk het is dat jongeren de kans krijgen zich breed te oriënteren en dingen uit te proberen.’ Een van de manieren om dat te doen is met een langere brugklasperiode, zegt Putters. Een idee waar het kabinet begin deze maart vanaf zag.

‘We moeten jongeren niet pamperen, we moeten ze voorbereiden op een kansrijke toekomst. Daarbij hoort ook het scherp toetsen van onderwijsprestaties’

Pamperen

Ook is er een betere aansluiting nodig tussen onderwijs en arbeidsmarkt, zegt Putters. ‘We moeten jongeren aanmoedigen om een keuze te maken voor een opleiding die bij hen past én waarmee ze ook een baan kunnen vinden. Daarbij hoort ook het scherp toetsen van onderwijsprestaties. We moeten jongeren niet pamperen, we moeten ze voorbereiden op een kansrijke toekomst.’ Banen in de techniek, de zorg, het onderwijs en bij overheidsdiensten moeten aantrekkelijker worden. Ook moeten mensen op een later moment in hun loopbaan de kans krijgen zich bij te scholen om een overstap naar een andere sector te kunnen maken. Dat kan volgens Putters via toegankelijke loketten voor omscholingsmogelijkheden en individuele ontwikkelbudgetten. ‘Het STAP-budget is een stap-JE’, zegt Putters. En hij aarzelt even. ‘Ik twijfelde of ik dit ging zeggen maar het budget voelt een beetje als gerommel in de marge.’

 

Tenslotte benadrukt Putters dat jongeren een stem moeten hebben in de besluiten over hún toekomst. ‘Jongeren staan op veel terreinen achter in de rij.’ Putters noemt de schulden van het leenstelsel waarmee studenten zijn opgezadeld, de woningmarkt, de mentale problemen en de prestatiedruk waar jongeren onder lijden. ‘Dat geldt helemaal voor jongeren met een chronische aandoening, een migratieachtergrond of een lage sociaaleconomische status.’ Jongeren betrekken bij beleid, adviezen en beslissingen is een van de grootse opgaven, aldus Putters.

 

Tussen de vele vragen en mededelingen vanuit het publiek na afloop van de lezing, richt één student zich tot Putters. Hoe staan de mentale problemen en prestatiedruk die studenten ervaren tegenover scherp toetsen en zo goed mogelijk moeten worden? Putters: ‘Ik denk dat het een het ander niet uitsluit. Die mentale druk is heel reëel. Dat heeft ook te maken met andere zaken die in deze lezing voorbijkwamen zoals meer ruimte moeten krijgen in de brugklasperiode. Daar moeten we iets aan doen. Maar we moeten ook professionals opleiden en daar horen eisen bij. Wel kunnen we wat doen aan het tempo. Bij de SER zeg ik vaak: wees streng op de richting en enigszins mild op het pad.’

 

Correctie: in een eerdere versie van dit artikel stond dat Dolph Kohnstamm de achterkleinzoon is van Philip Kohnstamm. Dolph is echter de kleinzoon van Philip. Het artikel is aangepast.