Niks meer missen?
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief!
Foto: Eigen foto's
actueel

Deze UvA’ers reisden de wereld over voor hun sport

Sija van den Beukel,
20 maart 2023 - 09:46

Sommige studenten komen niet in de eerste plaats naar Nederland voor een studie, maar om er hun sport op hoog niveau te kunnen beoefenen. Hoe combineren ze de sport met hun studie aan de UvA? ‘Als ik zoveel zou moeten studeren als sommige studiegenoten zou ik niet kunnen squashen.’

‘Ik zou liever alleen paardrijden als ik de keuze had,’ bekent student Communication Studies Maria-Eleni Tourkomani (18) aan de telefoon. Op de achtergrond rijdt een ambulance voorbij. ‘Maar een studie geeft me een zekerdere toekomst dan sport: als je geblesseerd raakt kan een carrière in de sport zo voorbij zijn.’

Foto: Academy Bartels
Maria-Eleni Tourkomani met Tosca en DJ.

Tourkomani is onderweg vanuit hartje Amsterdam naar de stallen in het Brabantse Hooge-Mierde. Daar staan haar twee dressuurpaarden Tosca en DJ die ze meenam uit Griekenland. De reis naar Brabant – één trein en twee bussen – kost haar vier uur retour en maakt ze drie keer per week. ‘Ik dacht dat het heel zwaar zou worden, maar tot zo ver gaat het heel goed.’

 

Al op haar twaalfde verhuisde Tourkomani vanuit Griekenland naar Nederland voor het dressuurrijden: ‘een soort dansen met het paard’. In Tilburg kon ze bij Acadamy Bartels in de leer bij een trainer met Olympische ervaring. Daar wil ze ook tijdens haar studie aan de UvA blijven trainen. ‘Er zijn ook stallen in Amsterdam, maar het niveau van de trainingen is daar minder hoog. Bovendien hebben de paarden in Hooge-Mierde veel meer natuur om zich heen en kan ik met ze het bos inrijden.’

 

Tourkomani is een van de tien internationale studenten met een topsportstatus aan de UvA. Zo kwam ook de Chileen Alexei de Witt Redlich (19) via zijn trainer in Chili bij de selectie van de Almeerse hockeyclub terecht. De Witt Redlich: ‘Sinds Chili deelneemt aan het WK Hockey zijn er veel Chilenen die naar Nederland komen om in zes maanden hun hockeyniveau op te krikken.’ Sinds september hockeyt hij in Almere naast zijn studie economie aan de UvA. ‘Ik wil een jaar kijken of hockey spelen en studeren in een ander land wat voor me is.’

Scott Gillanders

Ook voor squash kwam de Ier Scott Gillanders (22, psychologie) naar Amsterdam. ‘Nederland is niet het grootste land in squash, maar er zijn wel meer coaches en meer velden dan in Ierland. Daarnaast werkt de squash-wereld in cyclussen: nu is Praag een hub waar veel goede squashers naartoe gaan en ook Amsterdam is erg in trek. Dus het is echt wel de place to be.’ Als junior hoorde Gillanders en zijn twee Ierse teamgenoten bij de top vijf beste squashers van Europa. ‘Maar na je twintigste gaan de meeste squashers in Dublin veel drinken. Ze spelen nog wel wedstrijden maar trainen niet. Als je daar blijft is het moeilijk om beter te worden.’

 

Iedereen kan hockeyen

Eenmaal aangekomen in Nederland worden de internationale studenten geconfronteerd met het hogere niveau waarop de sport beoefend wordt. Tijdens de eerste paardrijlessen bij Acadamy Bartels in Hooge-Mierde kreeg Tourkomani te horen: ‘Je kent de basis niet eens!’ ‘Daar schrok ik best van, maar ik heb het niet te persoonlijk genomen omdat ik wist dat het niveau in Griekenland lager was.’

 

Ook De Witt Redlich, die al hockeyt sinds zijn vijfde en wiens beide ouders voor het nationale team van Chili speelden, dacht toen hij net aankwam in Nederland dat zijn niveau te laag was voor de selectie van heren 1 in Almere. ‘Hockey wordt in Nederland heel anders gespeeld. Het spel heeft veel meer snelheid, er zijn meer spelers en veel meer competities. Er is hier niemand bij de hockeyclub die niet weet hoe die moet hockeyen, iedereen kan het echt.’

‘Het duurde even voor ik me op m’n gemak voelde bij een Nederlandse club die niet alleen voor leden was’

Voor squash is het tegenovergestelde waar, ontdekte Gillanders. ‘In Nederland is squash echt een business. Er zijn heel veel mensen die ‘wel eens’ squashen en voor een middag een baan huren. Maar dat maakt het wel ‘minder gezellig’. Gillanders groeide ongeveer op in de squashclub in Dublin waar zijn vader eigenaar is. Vanaf zijn dertiende hielp hij zijn vader met coaching. Zijn huiswerk maakte hij aan de bar. ‘Bij de club spelen alleen leden. Iedereen kent elkaar. In Ierland is het zo, óf je speelt squash full time, óf je hebt er nog nooit van gehoord. Dus het duurde even voor ik me op m’n gemak voelde bij een Nederlandse club die niet alleen voor leden was.’

Alexei de Witt-Redlich

Topsportstatus

Studenten met een topsportstatus kunnen langer doen over hun studie en in overleg tentamens verzetten. De faciliteiten van het USC zijn voor hen gratis. Ook komen ze bij studievertraging in aanmerking voor een geldpotje uit het profileringsfonds.

 

Toch zou Tourkomani liever nog vaker trainen en deelnemen aan competities, dan nu mogelijk is als eerstejaarsstudent. ‘Voor het vak dat ik nu volg mag ik maar één les missen in twee maanden. Daar kon ik ook met de topsportregeling geen uitzondering voor krijgen. Ook op de middelbare school kon ik bijna geen vrij krijgen. Ik dacht dat dat op de universiteit anders zou worden, maar dat is nog niet het geval.’

 

‘Het verschilt per opleiding wat mogelijk is,’ bevestigt topsportcoördinator Marjan Kuiper. ‘De leerdoelen mogen niet in het gedrang komen. Dus een extra tentamenkans, wisselen van werkgroep, alternatieve opdracht als je te veel keer aanwezigheidsplicht mist is mogelijk maar moet wel op tijd worden aangevraagd via de studieadviseur.’

 

Van de topsportstatus waardoor Gillanders vrijstelling zou kunnen krijgen, maakt hij geen gebruik. ‘Twintig uur per week trainen is op de universiteit niet haalbaar. De topsportregeling is heel bureaucratisch, dus daar ga ik me pas in verdiepen als ik zak voor een tentamen.’ Gillanders plant zijn squashtrainingen om de colleges heen. ‘Ik heb geen heel vast schema, als ik wil trainen dan app ik iemand. Als ik zoveel zou moeten studeren als sommige studiegenoten, zou ik niet kunnen squashen.’

‘Nederland en in het bijzonder Amsterdam opent niet alleen deuren voor mijn carrière in de sport, maar ook voor banen in het algemeen’

De Witt Redlich kwam half februari net terug uit Chili waar hij een maand meetrainde met het nationale team. Studeren in het buitenland lukt hem niet goed, en daarom moest hij een paar dagen hard blokken om de midterms te kunnen halen. ‘We bereiden ons voor op de Pan-Amerikaanse Spelen in april. Als we daar eerste of tweede worden kunnen we ons kwalificeren voor de wereldbeker voor junioren. Afgelopen jaar hebben we daaraan deelgenomen.’

 

Fulltime squashen

Blijven deze studenten ook in Nederland na hun afstuderen? Gillanders denkt van wel, hij heeft zijn vriendin hier namelijk ontmoet. ‘Maar waarschijnlijk word ik een nomade en zal ik op veel plekken wonen.’ Als Gillanders deze zomer afstudeert wil hij de komende twee jaar fulltime squash spelen. ‘Zeker in het begin is het moeilijk om ervan te leven, afhankelijk van hoeveel je wint. Maar daarnaast heb ik sponsoren en kun je ook geld verdienen door leagues te spelen in Europa, nog los van prijzengeld. En je kunt gaan coachen, dat doe ik al in het USC en in het Frans Otten stadion.’

 

Ook Tourkomani wil in Nederland blijven. ‘Nederland en in het bijzonder Amsterdam opent niet alleen deuren voor mijn carrière in de sport, maar ook voor banen in het algemeen.’ De Witt Redlich kijkt nog niet zo ver vooruit. ‘Ik twijfel of economie wel de juiste bachelor voor me is. Dus wie weet probeer ik volgend jaar een andere studie aan de UvA en blijf ik nog een jaar. Als ik de steun van m’n ouders daar niet voor heb, ga ik terug.’ Qua hockey denkt hij wel te kunnen aanhaken bij het Nederlandse niveau. ‘Ik heb me de laatste tijd heel veel verbeterd, dus ik denk dat ik het hier wel kan maken.’