Niks meer missen?
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief!
Foto: Sara Kerklaan
actueel

Nieuwe rector Peter-Paul Verbeek: ‘Ik vind baas geen goede term, wetenschappers besturen zichzelf’

Dirk Wolthekker,
3 oktober 2022 - 15:01

Vandaag begint de kersverse rector magnificus van de UvA. Peter-Paul Verbeek is een goedlachse techniekfilosoof die gretig uitkijkt naar zijn nieuwe werkplek. Een kennismakingsgesprek in de Regentessekamer van het Maagdenhuis. ‘De wereld globaliseert gewoon verder, dus je kunt niet achterblijven.’

Welkom Peter-Paul aan de UvA! We spreken elkaar al gelijk in een beeldbepalend en historisch UvA-pand, het Maagdenhuis. Welke beelden en verhalen roepen dit pand bij je op?

‘Dit is natuurlijk een historische plek waar grote en belangrijke discussies over democratie in de wetenschap hebben plaatsgevonden. Ik denk natuurlijk direct aan de twee Maagdenhuisbezettingen in 1969 en 2015. In 1969 protesteerden wetenschappers en studenten tegen conservatieve hoogleraren, in 2015 tegen de macht van managers. Het Maagdenhuis is dus een plek met een bijzondere historie en democratische traditie, maar niet een plek waar je tussen de studenten zit. Daarom ben ik blij dat mijn werkkamer op het Roeterseilandcampus is, tussen de studenten en wetenschappers. Zo hoort het.’

Peter-Paul Verbeek

Peter-Paul Camiel Christiaan Verbeek (Middelburg, 1970) studeerde wijsbegeerte van wetenschap, technologie en samenleving aan de Universiteit Twente (UT), waar hij ook promoveerde. Hij was tot zijn komst naar de UvA universiteitshoogleraar filosofie van mens en techniek aan de UT, waar hij ook wetenschappelijk co-directeur van het DesignLab was.

Tot zijn aantreden als rector was hij honorary professor aan Aalborg University in Aalborg, Denemarken en bekleedde hij een veelheid aan wetenschappelijke nevenactiviteiten. Zo was hij onder meer voorzitter van de Commissie voor de vrijheid van wetenschapsbeoefening van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (KNAW) en vicevoorzitter van het bestuur van het Rathenau Instituut.

Tot en met 2023 is hij voorzitter van de World Commission for the Ethics of Science and Technology van UNESCO. Verbeek is lid van de KNAW, van de Academie voor Technologie en Innovatie en van de Koninklijke Hollandsche Maatschappij van Wetenschappen (KHMW).

Hij is getrouwd en heeft vier zoons.

Je komt uit het gemoedelijke Twente en hebt een Brabantse achtergrond. Dat is zeker charmant, maar aan de UvA hangt de cultuur van de geslepen messen. Hoe gaat een aardig mens daar mee om?

‘Ik heb nog niets ervaren van geslepen messen, integendeel. Ik heb tot nu toe een open, welkome en geëngageerde cultuur aangetroffen. Misschien is de UvA veel liever dan de buitenwereld denkt. Wat ik wel heb gemerkt is een cultuur van fel debat, maar dat is iets anders dan geslepen messen. Wat ik ook heb gemerkt is een directe, expliciete manier van omgang met elkaar, maar dat vind ik eigenlijk best wel fijn.’

 

In de Twentse universiteitskrant UToday, zei je dat de UvA ‘an offer you can’t refuse’ had gedaan. Waarom kon je niet weigeren?

‘Ik was helemaal niet op zoek naar een andere baan, maar dit kwam op mijn pad. Ik kwam vanuit mijn wetenschappelijke functies in Twente en bij de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (KNAW) natuurlijk wel eens in Amsterdam. Mijn toevallige bubbel van UvA-mensen die ik zo ontmoette gaf me al een heel positief gevoel, en dat blijkt nu voor de hele universiteit te gelden. De UvA is een hele mooie, grote en brede universiteit met geëngageerde wetenschappers. De UvA is bovendien een decentraal georganiseerde universiteit, die niet top-down maar bottom-up wordt bestuurd. Daar pas ik in.’

 

In hetzelfde vraaggesprek met UToday zei je dat het door de UvA opgestelde rectoraatprofiel heel goed past ‘bij wie ik ben en wat ik kan’. Wie ben je en wat kan je?

‘Ik ben vooral iemand die een passie heeft voor de verbinding. Verbinding tussen wetenschap, samenleving en mens. Interdisciplinariteit is een term die óók op mij past. Op de middelbare school kon ik al niet kiezen tussen oude talen en sterrenkunde. Ik bedoel: ik vind alle vakgebieden interessant en ze hangen allemaal met elkaar samen. De afgelopen jaren ben ik ook bestuurlijk steeds actiever geworden, maar altijd gericht op de verbinding tussen wetenschap en samenleving, en dat zal ook zo blijven.’

‘Ik weet dat collegevoorzitter Geert ten Dam ook college geeft en onderzoek doet. Ik denk dat het heel goed is om als wetenschapper een universiteit te besturen’

Als rector ben je de ‘baas’ van de wetenschappers. Wat is zo aantrekkelijk aan het werken in de wetenschap?

‘De term “baas” vind ik al direct niet goed. Dat klinkt tamelijk top-down en dat is niet zoals ik ben, wetenschappers besturen zichzelf. Ik wil de condities scheppen waaronder wetenschappers zo goed mogelijk hun werk kunnen doen en studenten goed onderwijs kunnen krijgen. In iedere wetenschapper kloppen denk ik twee harten: het ene richt zich op het verwerven van kennis en inzicht, het andere op bijdragen aan de samenleving. Als rector wil ik ervoor zorgen dat die twee harten kunnen blijven kloppen zodat wetenschappers en studenten vanuit die beide harten kunnen bijdragen aan zowel wetenschap als de samenleving.’

 

Denk je dat je zelf kunt doorgaan met het beoefenen van wetenschap?

‘Dat zal op zeer beperkte schaal nog mogelijk zijn. Ik zou vier uur in de week vrij willen houden voor de begeleiding van promovendi en voor onderwijs. Ook ben ik nog een boek aan het afronden. Ik weet dat collegevoorzitter Geert ten Dam ook college geeft en onderzoek doet. Ik denk dat het heel goed is om als wetenschapper een universiteit te besturen. In Enschede gaf ik aan alle promovendi een inleidende workshop over wetenschap en integriteit. Misschien dat ik zoiets hier ook kan gaan doen, maar allemaal in de marge van mijn rectoraat. Dat staat voorop.’

Foto: Sara Kerklaan

Je hebt veel gepubliceerd op je vakgebied, de techniekfilosofie. Wat behelst dat vakgebied eigenlijk?

‘Binnen mijn vakgebied gaat het om de analyse van de relatie tussen techniek, mens en maatschappij. De grenzen daartussen vervagen steeds meer en techniek bepaalt steeds meer hoe we de wereld begrijpen en de samenleving inrichten. Techniek is niet neutraal, maar geladen met moraal en ethiek. Onze ethiek is niet alleen van onszelf, maar wordt ook vormgegeven door de techniek.

Prenatale diagnostiek bijvoorbeeld maakt ons verantwoordelijk voor de gezondheidstoestand van de foetus en kunstmatige intelligentie heeft invloed op de rechtspraak en op de manier waarop we met taal omgaan. Om die verwevenheid van mens en techniek te onderzoeken moeten nieuwe kaders en concepten worden ontwikkeld. Met zulke kaders kun je techniek vervolgens ook weer op een meer verantwoorde manier ontwerpen en inbedden. Daarvoor hebben we een benadering ontwikkeld die we ‘begeleidingsethiek’ noemen. De ethiek is dan geen beoordelende instantie die buiten de techniek staat, maar een kritische begeleider van binnenuit.’

 

Over publiceren in het algemeen wordt veel geklaagd, in het bijzonder vanwege de hoge publicatiedruk. Is die klacht terecht?

‘Ik denk dat er vooral veel wordt geklaagd over gebrek aan tijd om te publiceren. Er is een soort wetenschapsmodel ontstaan waarin veel publiceren de maat is geworden, maar we moeten naar een rijker en gedifferentieerder model van wetenschap, waarin de kwaliteit van de publicaties belangrijker is dan de kwantiteit. Daarom is het landelijke programma Erkennen & Waarderen ook zo ontzettend belangrijk, want daarin wordt een diversiteit aan carrièrepaden mogelijk gemaakt.’

 

Hoe verhoudt dat idee zich tot de wens van veel wetenschappers internationaal carrière te willen maken? Dat kan namelijk niet zonder veel te publiceren.

‘Dat is niet helemaal waar. Ook internationaal is het meten van aantallen publicaties in beweging. Ook in het buitenland zijn aantallen niet zomaar het belangrijkste meer. Kijk naar hoe Robbert Dijkgraaf altijd sprak over een gerenommeerd Amerikaans instituut als het Institute for Advanced Study van Princeton. Daar doen wetenschappers soms bij wijze van spreken wel drie jaar over het publiceren van een wetenschappelijk artikel, maar dan wel een heel goed artikel.’

‘Ik denk dat je de wereld alleen kunt veranderen in samenwerking met grote partijen’

Je komt van een meer technische universiteit en niet van een brede universiteit. Aan de UvA zul je ook alfa-en gammawetenschappers moeten aansturen. Wat gaan die merken van je technische achtergrond?

‘Aansturen is een term die ik liever niet gebruik, want ik ben niet iemand die wetenschappers van bovenaf aanstuurt, dat past niet bij wetenschappers. Ik ben wel iemand die zijn verantwoordelijkheid neemt voor alle wetenschappers. Ik heb feeling met alle vakgebieden van de UvA, ben in alles geïnteresseerd en heb een interdisciplinaire instelling en achtergrond, die ook interdisciplinair is. Techniek is verweven met cultuur, mens en samenleving en daarmee ook met alfa- en gammawetenschappen. ’

 

Techniek speelt ook een belangrijke rol in het onderwijs, bijvoorbeeld als het gaat om online onderwijs. Hoe kijk je daarna?

‘Als we kijken naar de digitalisering, dan weten we inmiddels dat totale digitalisering door middel van online onderwijs niet werkt. Zelf heb ik positieve ervaringen met wat we noemen flipping the classroom, waarbij studenten in hun eigen tijd uitleg en instructie bekijken en tijdens de colleges oefenen, discussiëren, vragen stellen aan de docent en actief met verdieping van de lesstof bezig zijn.’

 

(Lees verder onder de afbeelding)

Foto: Sara Kerklaan

Je hebt in Twente veel ervaring opgedaan met de verengelsing van het curriculum, maar daar is ook kritiek op: het kan uitsluiten en het trekt (te) veel buitenlandse studenten aan. Hoe moet het verder met de verengelsing?

‘Ik vind de UvA als tweetalige, hybride instelling heel mooi. Het idee om helemaal terug te gaan naar het Nederlands als wetenschapstaal vind ik niet passen bij de wetenschap. Zonder Engels kun je in de wetenschap niet meekomen. Maar dit is vooralsnog een persoonlijke beschouwing en geen rectoraatstandpunt. Voor dat laatste moet ik de UvA eerst nog beter leren kennen. Ik denk overigens ook dat we op nationaal niveau verder over moeten praten over gezamenlijke manieren om met de internationalisering van het onderwijs om te gaan.’

 

De internationalisering van de universiteit – en zeker de UvA – hangt hier nauw mee samen: er zijn te veel internationals, er dreigt te weinig ruimte voor Nederlandse studenten over te blijven en er is geen woonruimte voor hen. Hoe moet het verder met de internationalisering?

‘Ook hiervoor geldt dat ik pas echt iets over wil zeggen als ik aan de slag ben gegaan. Wel denk ik dat het bevorderen van actief academisch burgerschap een essentieel onderdeel is van een universiteit. Studeren heeft ook een vormende werking en internationale studenten kunnen daaraan bijdragen. Bovendien de wereld globaliseert gewoon verder, dus je kunt niet achterblijven.’

 

Het woord ‘ethiek’ viel al verschillende keren. Veel studenten en medewerkers vinden UvA-samenwerking met weinig duurzame of ethische bedrijven als Shell, Deutsche Bank of Huawei niet wenselijk. Hoe kijk je naar die samenwerkingen?

‘Ik begrijp dat men bezorgd is over dergelijke samenwerkingen, aan de andere kant denk ik dat je de wereld alleen kunt veranderen in samenwerking met grote partijen. De zorgen over duurzaamheid moeten hoog op de agenda blijven, juist aan een progressieve universiteit als de UvA. Eén van mijn promovendi is actief betrokken bij Extinction Rebellion en ik heb er veel van geleerd om door haar ogen, en de ogen van haar generatie, naar klimaatverandering te kijken. Juist door samenwerking kun je het vraagstuk in gezamenlijkheid aanpakken. Dat past ook bij mijn visie op ethiek. Ik denk dat de ethiek zich niet alleen negatief moet richten op het weghouden van wat we niet willen, maar ook positief op het scheppen van de condities voor wat we wel willen.’