Niks meer missen?
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief!
Foto: Michiel van Kempen
actueel

‘De UvA kan een voortrekkersrol vervullen met een vrije dag op Keti Koti’

Dirk Wolthekker,
30 juni 2022 - 12:13

Keti Koti, de jaarlijkse herdenking en viering van de afschaffing van de slavernij op 1 juli, moet een nationale feestdag worden, vinden inmiddels veel mensen. Sommige bedrijven en instellingen geven al een vrije dag. Wat vindt bijzonder hoogleraar Nederlands-Caraïbische letteren en surinamistiek Michiel van Kempen ervan? Vier vragen.

Michiel, is het goed dat deze dag steeds meer belangstelling en aandacht krijgt?

‘Jazeker. Wat de slavernijgeschiedenis heeft betekend voor het Nederlandse volk begint zo langzamerhand door te sijpelen. En dan ook het volk in den brede en niet enkel in de grote steden in de Randstad. Zie bijvoorbeeld de slavernijexpositie die nu te bezoeken is op vier plekken in de stad Groningen. Maar er zijn waarschijnlijk ook nog erg veel Nederlanders die niet eens weten wat Keti Koti betekent, dus wat meer landelijke aandacht kan geen kwaad. En dan denk ik niet enkel aan de tv-uitzending midden op de dag, maar aan iets in de zin van een kort filmpje rondom de televisie-journaals.’

‘De slavernijgeschiedenis heeft ruim twee eeuwen geduurd en heeft ontzettend veel – lang weggemoffelde – sporen in de Nederlandse samenleving nagelaten’

Een flink aantal bedrijven en instellingen geeft hun medewerkers op 1 juli vrij. Goed plan?

‘Een landelijke vrije dag ter herdenking van de slavernijgeschiedenis lijkt me een goede gedachte, zoals de landelijk coördinator racisme en diversiteit Rabin Baldewsingh, ook al adviseert. Maar dan niet opdelen in een dag voor Oost-Azië (voormalig Nederlands-Indië) en een dag voor de Caraïben en Suriname, maar één landelijke dag voor Oost én West. 1 juli ligt dan erg voor de hand en dat is bovendien al het verst gevorderd met een traditie van herdenkingen/vieringen, al zal er wel weer een typisch Nederlandse discussie komen over het feit dat er per saldo in de Oost méér slaven zijn geweest dan in de West, waarna de discussie volgt over de andere aard van de slavernij in de verschillende voormalige koloniën. Allemaal prima: lekker laten lullen en debatteren, als de regering maar slagvaardig een knoop doorhakt.’

 

Is een dergelijke herdenking vergelijkbaar met andere dagen waarop wordt gevierd en herdacht, zoals 4 en 5 mei.

‘Een dergelijke herdenking is zeker vergelijkbaar met 4 en 5 mei, zij het dat die dagen natuurlijk nog beter op ons netvlies staan omdat de oudste generatie de Tweede Wereldoorlog nog heeft meegemaakt en omdat de Holocaust van een onvoorstelbare systematische onmenselijkheid heeft getuigd. Maar de slavernijgeschiedenis heeft ruim twee eeuwen geduurd en heeft ontzettend veel – lang weggemoffelde – sporen in de Nederlandse samenleving nagelaten, waarvoor de prijs is betaald door honderdduizenden mensen die onmenselijk en ontmenselijkend zijn behandeld. Het bedrijfsleven zal meegaan als het een officiële vrije dag wordt.’

 

Moet de UvA het voorbeeld van andere instellingen volgen en voortaan op 1 juli vrij geven?

‘De UvA kan zeker een voortrekkersfunctie vervullen met een vrije dag, maar dan niet gewoon lekker thuisblijven voor iedereen, maar met een zinvolle academische aanvulling op de landelijke Keti Koti-activiteiten.’