Niks meer missen?
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief!
Foto: Dirk Gillissen
actueel

Nieuwe Folia-columnist: ‘De UvA is een lerende organisatie bij uitstek’

Dirk Wolthekker,
28 april 2022 - 12:50

Hoogleraar psychologische methodenleer Han van der Maas is een van de nieuwe columnisten van Folia. Elke twee weken zal hij wereldleed en klein universitair leed bespreken. Ter introductie van de nieuwe columnist vijf vragen aan Han van der Maas.

Han, wie ben je en wat doe je?

‘Ik behoor tot de inboedel van de UvA. Ik begon in 1984 met mijn studie psychologie aan de UvA en ben nooit meer vertrokken. Inmiddels ben ik al jaren hoogleraar psychologische methodenleer en hoofd van mijn onderzoeksgroep van momenteel bijna vijftig mensen. Ik ben actief of actief geweest in vele rollen, van OR lid tot onderzoeks- en onderwijsdirecteur, van oprichter van een ondernemingsraadvereniging (de Amsterdamse Academie) tot oprichter van een succesvolle spin-off (Oefenweb) en van docent tot bedenker van nieuwe master programma’s (de recentste is onze opleiding behavioral data science). Nu ben ik een flink deel van mijn tijd actief op het Institute of Advanced Study van de UvA, bijvoorbeeld in de organisatie van zeer inspirerende interdisciplinaire workshops. De komende vijf jaar zal ik me met name bezighouden met de uitvoering van een Europese onderzoeksbeurs, de ERC advanced grant, die mij begin 2022 is toegekend.’

‘Ik ergerde me aan het simplisme van de Maagdenhuisbezetters die geen geloofwaardige alternatieven boden’

Wat houdt je vakgebied psychologische methodenleer precies in?

‘Mijn vakgebied gaat over de ontwikkeling van methoden en technieken voor psychologisch onderzoek. In reactie op de replicatiecrisis in de psychologie (onder meer de affaire-Diederik Stapel, dw) en vele andere wetenschappen hebben we allerlei nieuwe methoden voorgesteld. Een voorbeeld is de ontwikkeling van een open source (gratis) variant van het statistische computerprogramma SPSS (JASP) met veel meer aandacht voor Bayesiaanse statistiek, een moderne tak van de statistiek die gebaseerd is op Bayesiaanse kansrekening, een van de interpretaties van waarschijnlijkheid.

 

‘We besteden ook veel aandacht aan theorieontwikkeling, vooral in de vorm van mathematische en computationele modellen. Zeer bekend is ons werk aan netwerkmodellen voor psychologisch systemen. Data science, machine learning en AI spelen ook een grote rol in ons onderzoek. Mijn ERC onderzoek gaat over plotselinge transities in psychologische processen, bijvoorbeeld radicalisering, inzicht, verslaving, ingebed in sociale transities, bijvoorbeeld polarisatie.’

 

Tijdens de Maagdenhuisbezetting van 2015 stond je niet bekend als iemand die ingrijpende organisatieveranderingen voor ogen had. Hoe kijk je daar nu naar? Ligt de UvA op goede koers?

‘De UvA is een zeer complexe organisatie waar heel veel goed gaat en ook heel veel mis. Ik ergerde me toen aan het simplisme van de Maagdenhuisbezetters die geen geloofwaardige alternatieven boden. Dat is wel noodzakelijk omdat veel huidige oplossingen de minste zijn van alle kwaden. Een actueel voorbeeld is het tellen van publicaties en bijhouden van h-indexen, waarmee de impact van de publicaties van een wetenschappelijk onderzoeker worden gemeten. Dat geeft allerlei perverse prikkels en deze kwantitatieve maten zijn niet zelden vertekenend. Maar het alternatief (ongestructureerde kwalitatieve beoordelingen) zijn een groter kwaad. Ze zijn slecht voor minder geprivilegieerde groepen en werken vriendjespolitiek in de hand. Er zit niks anders op dan betere kwantitatieve maten te ontwikkelen en deze te gebruiken in samenhang met andere criteria voor onderwijs en bestuur die we zo objectief mogelijk moeten vaststellen.’

‘Ik denk dat het evenwicht in het beurzensysteem wel weer wat meer naar kleinere beurzen verschoven kan worden’

‘De UvA is relatief gezien een uitstekende universiteit. Het onderwijs is internationaal gezien van zeer hoog niveau, het onderzoek is van topniveau (zeker gezien de matige financiering), en de organisatie zit goed in elkaar. Een reden hiervoor is dat de UvA voortdurend op alle niveaus verandert en dat doen we met zijn allen. Daar is altijd wel enige strijd bij omdat er zoveel belangen spelen. Soms ben ik ook zeer ontevreden over een verandering of het uitblijven ervan. Maar in het algemeen is de UvA een lerende organisatie bij uitstek. Met grote systeemveranderingen moeten we voorzichtig zijn omdat ze veel tijd en geld kosten en vaak onvoorziene nadelen hebben. Ons huidige besturingsmodel heeft zeker zijn nadelen maar daar valt redelijk omheen te werken.’

 

Je hebt net een grote ERC-toekenning gekregen. Hoe kijk je tegen dit beurzencircus aan? Zouden die toekenningen niet 'opgeknipt' moeten worden zodat meer onderzoekers er voordeel bij hebben?

‘In mijn onderzoeksgroep wordt veel en intensief samengewerkt. Ik zal het geld dus ‘delen’ met veel anderen die als supervisor in deelprojecten zullen optreden. Ik zou niet van een beurzencircus spreken. Het beurzensysteem dat nu zo’n veertig jaar bestaat heeft het universitair onderzoek veel vernieuwing gebracht en heel veel jonge onderzoekers kansen gegeven. Ik denk dat het evenwicht wel weer wat meer naar kleinere beurzen verschoven kan worden. Ook ben ik een groot voorstander van loting. Aanvragen worden dan ingedeeld in excellent, goed en ongeschikt. Eerst loten we in de excellente groep en als er nog wat over is ook nog in de goede groep. Dat doet meer recht aan ons onvermogen mensen en ook onderzoeksaanvragen precies te beoordelen. We doen dit tot grote tevredenheid al in de master psychologie.’

 

Welke groot en klein UvA-leed ga je aansnijden in je column?

‘Van wereldleed tot klein universitair leed. Ik heb geen lijst van onderwerpen klaarliggen.’