Niks meer missen?
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief!
Foto: Emil Kalibradov (Unsplash)
actueel

Plannen nieuwe basisbeurs 'opnieuw klap in gezicht' van studenten

Sterre van der Hee,
24 maart 2022 - 13:05

De maandelijkse basisbeurs zal vanaf collegejaar 2023/2024 uitkomen op 91 euro voor thuiswonende studenten en 255 euro voor uitwonende studenten. Dat melden Haagse bronnen aan het Algemeen Dagblad. De plannen komen vrijdag ter tafel in de ministerraad. 

Volgens het Algemeen Dagblad gaat de aanvullende beurs maandelijks 419 euro bedragen. Of studenten die beurs krijgen is afhankelijk van het inkomen van de ouders – het inkomensplafond voor een minimale aanvullende beurs is 53.900 euro, voor de gehele beurs mag het ouderinkomen maximaal 34.600 euro zijn.

‘Dit is opnieuw een klap in het gezicht van studenten’

Studenten die onder het leenstelsel vielen zouden een tegemoetkoming krijgen van 359 euro per studiejaar, maar alleen als ze hun diploma hebben gehaald. Studenten die vier jaar studeerden krijgen dus 1.436 euro. Ook krijgt de leenstelselgeneratie een studievoucher met een waarde tussen de 1.770 en 2.150 euro. De precieze waarde is afhankelijk van het aantal studenten dat de voucher zal gebruiken. Omdat systemen van de Dienst Uitvoering Onderwijs moeten worden aangepast, kunnen studenten de voucher pas vanaf 2025 krijgen. 

 

Emma Buining, voorzitter van de Asva studentenvakbond, noemt de bedragen ‘absoluut ontoereikend’. ‘Dit is opnieuw een klap in het gezicht van studenten’, zegt zij. ‘We voeren al jaren actie voor herinvoering van de basisbeurs en afschaffing van het leenstelsel, en nu nemen ze de beslissing om de basisbeurs te herinvoeren met zo’n laag bedrag. Dit is een lachertje en het geeft aan dat wij als studenten weer niet serieus worden genomen.’ Studenten hebben het recht om op een prettige manier te studeren zonder daarnaast nog fulltime te werken om de kosten te kunnen dekken, vindt zij. ‘Het is ontzettend fijn dat er een aanvullende beurs is, maar er zijn ook rijkere ouders die niet bereid zijn om geld bij te leggen.’

Foto: Asva
Emma Buining

Ook Joshua de Roos, vicevoorzitter van de Landelijke Studentenvakbond (LSVb), zegt te schrikken van de berichten. ‘We wachten graag de volledige plannen af, maar studenten zullen hiermee niet blij zijn’, zegt hij. ‘De basisbeurs is lager dan toen-ie werd afgeschaft terwijl prijzen zijn gestegen. Huren zijn hoger, de energieprijzen zijn hoger, er is inflatie. Studenten die studeren én een bijbaan hebben komen nog steeds 800 tot 900 euro per maand tekort. Dan moet je veel bijlenen en jezelf in de schulden steken.’ Ook met de compensatie is hij ontevreden. ‘Wij voeren al jaren actie onder de naam #nietmijnschuld om volledige compensatie te krijgen voor de pechgeneratie. Nu krijgen leenstelselstudenten, die duizenden euro’s hebben geleend, nog niet eens 1.500 euro.’ De LSVb biedt dinsdag een petitie voor verhoging van de basisbeurs en betere compensatie aan aan de Tweede Kamer. 

 

Hoe hoog zou de basisbeurs dan moeten zijn? Na die vraag verwijzen studentenbonden naar het rapport dat de jongerenbond van de Sociaal-Economische Raad presenteerde, waarin volgens de studentenclubs een redelijke basisbeurs is berekend. Het uitgangspunt was daarbij dat jongeren 12 uur per week werkten en dat de studiebeurs ervoor zorgde dat ze niet hoefden te lenen om in dagelijkse kosten en studiekosten te voorzien. Zo zou het mogelijk zijn om zonder schulden af te studeren. De basisbeurs zou in dit model 112 euro bedragen voor thuiswonende studenten en maximaal 421 euro voor uitwonende studenten, de aanvullende beurs 308 euro voor thuiswonende studenten en 452 euro voor uitwonende studenten. Die aanvullende beurs is inkomensafhankelijk en het recht op de beurs neemt evenredig af met de mogelijkheid van ouders om financieel bij te dragen. 

‘Huren zijn hoger, de energieprijzen zijn hoger, er is inflatie. Studenten die studeren én een bijbaan hebben komen nog steeds 800 tot 900 euro per maand tekort’
Foto: Guus Schoonewille
Mathijs Bouman

Waarop de bedragen van het kabinet zijn gebaseerd, is nog niet bekend. Volgens econoom, journalist en gastdocent bij het Amsterdam University College Mathijs Bouman moet er wel een sommetje bestaan dat een onderverdeling maakt. ‘Vroeger was het idee dat de ouders zo’n 200 gulden bijdroegen, dat werd ook vanuit de regering gecommuniceerd. Dat konden studenten dan tijdens de kerstdagen ter tafel brengen. Je zegt dan eigenlijk: dit geven wij, en dit verwachten we dat de ouders bijdragen, en we verwachten dat studenten een paar uurtjes werken in de week. De som daarvan moet in relatie staan tot de kosten aan levensonderhoud. Daarmee laat je ook zien wat je met de basisbeurs faciliteert: moeten studenten er volledig van kunnen leven? Toen ik studeerde bestond die gedachte wel, ik kreeg dan ook 690 gulden. Dat is nu onvoorstelbaar.’

 

Volgens Bouman staan de bedragen die nu worden genoemd ‘in geen enkele verhouding’ tot kosten die studenten maken. ‘Het is zeker niet een soort basisinkomen’, zegt hij. ‘Het is vrijwel hetzelfde als de basisbeurs van vóór het leenstelsel, daar is inflatie dan niet in meegenomen. En kosten voor huisvesting zijn verder omhoog gegaan.’ Dat betekent niet dat Bouman voorstander is van het basisbeurssysteem. ‘Je kunt volgens mij beter naar een inkomensafhankelijk systeem gaan. Het is leuk dat alle studenten los moeten kunnen komen van hun ouders, maar het is op deze manier ook ontzettend duur.’