Niks meer missen?
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief!
Foto: Teska Overbeeke (UvA)
actueel

Waarom vrouwelijke studenten het nog steeds moeilijk hebben op de bètafaculteit

Thirza Lont,
11 februari 2022 - 10:59

Vandaag is de Internationale Dag van Vrouwen en Meisjes in de Wetenschap. Met name in bèta en techniek presteren vrouwen opvallend slechter van dan mannen. Hoe kan dat? ‘Ik had op de middelbare school lang de bias dat wiskunde niets voor mij was, als vrouw.’

In de wetenschap is er nog veel sprake van ongelijkheid tussen mannen en vrouwen. In de bèta en techniek is het verschil misschien wel het grootst. Uit recent onderzoek van de Universiteit Maastricht blijkt dat vrouwelijke studenten in die sectoren vaker uitvallen en een lager studiesucces hebben.

Onderwijssocioloog Sara Geven

‘Daar is eigenlijk geen directe verklaring voor,’ zegt onderwijssocioloog Sara Geven (UvA). ‘Daarom moet er gekeken worden naar onderliggende oorzaken voor dit verschil.’ De Maastrichtse onderzoekers noemen twee mechanismen die mogelijk een rol zouden spelen.

 

Minder zelfvertrouwen

Ten eerste zou het kunnen dat vrouwen minder zelfvertrouwen hebben in hun intellectuele capaciteiten. Wiskundestudent Tosca Groenewold herkent dat bij zichzelf. ‘Ik denk niet dat ik super goed ben in de opleiding,’ zegt ze. Volgens Geven kunnen vooroordelen daaraan bijdragen ‘Meisjes kunnen onbewust het idee hebben dat ze minder goed zijn in bèta- en techniek-opleidingen, omdat vrouwen traditioneel gezien minder goed presteren op dit gebied.’  

 

Het gevoel van onzekerheid kan ook veroorzaakt worden doordat dit soort bètastudies vaak als moeilijk wordt gezien. ‘Een meisje dat een zes staat voor haar bètavakken op de middelbare school zal misschien minder snel zo’n studie kiezen dan een jongen die een zes staat,’ zegt Geven.

Tosca Groenewold

Erbij horen 

Volgens de Maastrichtse onderzoekers zou ook kunnen meespelen dat vrouwen en andere minderheden problemen hebben om ‘erbij te horen’ op een bètastudie. Eline Rentier (25), masterstudent Earth Sciences herkent dat: ‘Ik had op de middelbare school lang de bias dat wiskunde niets voor mij was, als vrouw. Mijn docenten waren overwegend mannen. In de schoolboeken waren de voorbeelden mannelijk. Ik moest zelf op zoek gaan naar vrouwen die actief zijn in dit vakgebied.’

 

Het feit dat meisjes al op de middelbare school impliciet doorkrijgen dat zij als groep minder horen bij een bèta-opleiding, kan invloed hebben op de studiekeuze van vrouwen, zegt Geven. Dit zorgt ervoor dat minder vrouwen uiteindelijk terecht komen in het bèta vakgebied, en dit heeft weer invloed op het aantal vrouwelijke docenten in de bètarichting, die weer rolmodellen zouden kunnen zijn voor jonge meisjes.

 

Wiskundestudent Tosca ziet dit ook terug in haar opleiding. ‘Het is jammer dat er minder vrouwen dan mannen zijn in mijn vakgebied. In vrouwen kan ik me toch meer herkennen. Misschien zou ik me meer thuis voelen binnen de opleiding als er evenveel vrouwelijke als mannelijke docenten waren.’  

‘Ik profiteer in mijn studie van een vrij gelijke man/vrouw-verhouding, maar ik weet niet of dat zo gaat zijn in mijn carrière’

Aanmoediging

Vanuit de UvA zijn er de afgelopen jaren een aantal initiatieven geweest om vrouwen in de bètaopleidingen te helpen. Afgelopen zomer werd er bijvoorbeeld een stage georganiseerd door de opleiding natuur- en sterrenkunde van de UvA en VU. Zo kunnen vrouwelijke studenten, eerstegeneratiestudenten, of studenten met een migratieachtergrond alvast een carrière in de natuurkunde te verkennen. 

 

Merlijne Ott (20), vrouw en eerstegeneratiestudent, heeft deze stage gedaan. ‘Ik vond dat erg fijn. Bij natuurkunde is normaal geen hulp voor eerstegeneratiestudenten, en er zijn ook geen aparte programma’s. Dit terwijl studenten met ouders met een academische achtergrond, wel degelijk een voordeel hebben. Deze stage was echt bedoeld voor studenten zoals ik.’

 

‘De effectiviteit van dit soort programma’s om studenten van minderheidsgroepen te helpen binnen bèta en techniek-opleidingen moet nog wordt onderzocht, maar het is zeker het proberen waard,’ geeft onderwijssocioloog Geven aan. Volgens Geven is het belangrijk dat vrouwen en andere studenten in een minderheidspositie rolmodellen zien. Het vrouwenquotum dat de TU Eindhoven invoerde kan daarbij helpen, zegt ze.

Eline Rentier

Ook studenten zelf zetten zich in voor de positie van vrouwen (en non-binaire mensen) in de bètawetenschappen, bijvoorbeeld via de groep We Are Stem. Eline Rentier, masterstudent Earth Sciences, zit in het bestuur van deze organisatie. ‘We zijn op dit moment bezig om zoveel mogelijk mensen te laten weten wie we zijn, zodat ze zich gesterkt voelen in hun studie’.

 

De laatste jaren zijn er steeds meer zorgen over de hoge uitstroom van studenten in de bètastudies. Er is namelijk veel vraag naar afgestudeerde bèta’s en technici. Als vrouwelijke afgestudeerde in deze sector is het toekomstperspectief echter niet altijd rooskleurig. Eline: ‘Terwijl ik tijdens mijn studie heb geprofiteerd van een vrij gelijke man/vrouw-verhouding, weet ik dat het niet zo gaat zijn als ik verder zal gaan in mijn carrière. Dan heb ik het bijvoorbeeld over het streven naar een eerlijk salaris, dat gebaseerd is op wat ik daadwerkelijk kan, en niet mijn gender.’