Niks meer missen?
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief!
Foto: Guilhem Vellut (cc, via Wikimedia Commons)
actueel

UvA krijgt twee commissies voor ethische vraagstukken

Dirk Wolthekker,
28 januari 2022 - 09:13

De Algemene Instellingsgebonden Ethische Commissie (AIEC) lag de afgelopen jaren op haar gat, maar in december is de commissie weer opgestart. Inmiddels is er ook een aparte ‘Adviescommissie onderzoek met derden’ ingesteld, die specifiek gaat adviseren over de ethische aspecten rond samenwerkingen met externe partijen. Dat is en blijft overigens de verantwoordelijkheid van de afzonderlijke faculteiten.

De nieuwe AIEC draait nog niet op volle toeren, maar er is inmiddels weer vergaderd en de commissie zal op korte termijn opnieuw bij elkaar komen. Er wordt momenteel een agenda opgesteld, er wordt overlegd over onderwerpen waar de commissie in de toekomst eventueel over wil adviseren en er wordt gezocht naar een kandidaat voor het voorzitterschap. Otto van Tubergen, een van de leden van de AIEC: ‘Hopelijk komt de AIEC eind februari weer bijeen. Waarschijnlijk met wat nieuwe gezichten.’ Daar wordt momenteel door de faculteiten naar gezocht.

Ethische commissie

De AIEC is een commissie zoals bedoeld in artikel 1.7. van de Wet op het Hoger onderwijs en Wetenschappelijk onderzoek. Het is een commissie die het universiteitsbestuur adviseert over ‘richtlijnen’ voor ethische aspecten die verbonden zijn aan de activiteiten van de universiteit. In veel gevallen betreft het dan onderzoeksactiviteiten. De commissie bestaat uit één lid per faculteit, één lid namens de centrale ondernemingsraad (COR) en twee leden namens de centrale studentenraad (CSR). Er wordt vijf keer per jaar vergaderd. De COR, de CSR en het universiteitsbestuur dragen gezamenlijk een externe voorzitter voor. ‘Al zou het zo kunnen zijn dat de nieuwe AIEC een voorzitter uit haar eigen midden kiest,’ zegt Van Tubergen, die zelf in de AIEC zit namens de COR.

Vertrouwen

Verschillende ethische kwesties aan de UvA speelden zich de afgelopen jaren af rond samenwerkingen met partijen van Chinese origine. Daar was veel kritiek op, in het bijzonder rond de kwestie rond de samenwerking van de UvA met de Chinese telecomgigant Huawei, een bedrijf dat betrokken zou zijn bij grootscheepse spionage en onderdrukking van etnische Oeigoeren in de Chinese regio Xinjiang. Ondanks protesten ging de samenwerking toch door.

 

Afgelopen week speelde aan de VU de kwestie rond een door China gesponsord onderzoeksinstituut dat een vak over mensenrechten aanbood, waar als onderdeel van de sponsoring ook de controversiële Chinese visie op de mensenrechten aan bod kwam. Hoewel de VU inhoudelijk en financieel verantwoordelijk was voor de organisatie van het vak, konden UvA-studenten van het Instituut voor Interdisciplinaire Studies (IIS) er ook aan deelnemen, zo bevestigde de directeur Lucy Wenting van het IIS.

‘We moeten en willen onze partners kunnen vertrouwen in hun kwaliteitsborging, dat geldt ook voor de vakken die wij aanbieden’

Volgens Wenting is een nadere inhoudelijke toetsing door de UvA van een dergelijke vak echter niet gepast, zegt ze. Ook niet als UvA-studenten daaraan kunnen deelnemen. ‘Dat is ondoenlijk en ook onwenselijk. We moeten en willen onze partners kunnen vertrouwen in hun kwaliteitsborging, dat geldt ook voor de vakken die wij aanbieden.’

 

Casussen

Of de (nieuwe samengestelde) AIEC een dergelijke toetsing van een vak zou kunnen verrichten is niet erg waarschijnlijk, omdat de commissie slechts zal toetsen ‘op richtlijnen’ en geen specifieke casussen in behandeling zal nemen. ‘De commissie is geen uitvoerend orgaan,’ zegt Van Tubergen. ‘Casussen kunnen voor de AIEC een aanleiding zijn om een algemeen onderwerp te bespreken, maar het is aan het UvA-bestuur om eventueel een specifieke casus voor te leggen, al lijkt mij dat niet direct een logische route.’

 

Inmiddels is er wel een ‘Adviesraad onderzoek met derden’ ingesteld die gaat adviseren over potentiële nieuwe samenwerkingen met derden. ‘Die commissie is eind 2021 voor het eerst bijeengekomen en gaat werkafspraken maken over hoe zij precies te werk zullen gaan,’ aldus de UvA-woordvoerder. Deze raad kan dan eventueel ook adviseren over nieuwe samenwerkingen met China. De faculteiten blijven overigens verantwoordelijk voor het al dan niet aangaan van die samenwerkingen.

China

De VU heeft deze week formeel laten weten de Chinese subsidie die zij ontving voor het onderzoeksinstituut waar ook UvA-studenten een vak konden volgen, te hebben stopgezet. Dat gebeurde ongetwijfeld ook nadat de kersverse minister Robbert Dijkgraaf (Onderwijs, Cultuur & Wetenschap; D66) zei ‘erg geschrokken’ te zijn van de signalen die over het onderzoeksinstituut aan de VU naar buiten waren gekomen . De minister twitterde: ‘Het is belangrijk dat kennisinstellingen alert blijven op risico’s van ongewenste beïnvloeding, zeker waar het mensenrechten betreft.’

 

Inmiddels heeft een drietal Nederlandse experts op het gebied van strategische samenwerkingen met China in het FD een oproep gedaan aan de minister en aan de universiteiten om algemene ‘spelregels op te stellen voor universitaire samenwerkingen met China’. Volgens de drie blijkt uit onderzoek van Instituut Clingendael ‘dat de meerderheid van de Nederlandse academici die met China samenwerken zichzelf beperkingen oplegt. Ze zijn bang dat anders de samenwerking met hun Chinese partners of de financiering daarvan in gevaar komt.’