Niks meer missen?
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief!
Foto: Daniël Rommens
actueel

Robbert Dijkgraaf: een aardige en voorkomende topwetenschapper aan het roer van OCW

Dirk Wolthekker,
12 januari 2022 - 07:23

Als er iemand van het nieuwe kabinet een UvA-profiel heeft en volbloed wetenschapper is, dan is het wel Robbert Dijkgraaf. Wat kunnen we verwachten van de nieuwe minister van Onderwijs, Cultuur & Wetenschap. En hadden zijn voormalige collega’s deze stap zien aankomen? ‘Ik ben alleen bang dat Robbert wat te aardig zal zijn.’

Een partijpolitiek geluid hebben we eerder nooit van hem vernomen, maar de bijna 62-jarige universiteitshoogleraar theoretische natuurkunde Robbert Dijkgraaf blijkt D66’er en is sinds deze week opeens ook een prominent D66’er: minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW), speciaal belast met hoger onderwijs en middelbaar beroepsonderwijs. De benoeming verbaasde vriend en vijand – voor zover hij vijanden heeft, want hij staat te boek als een wetenschapper die altijd aardig en vriendelijk in de omgang is, of het nu gaat om collega-wetenschappers, mediatypes (wat hij zelf trouwens ook is) of bestuurders.

Foto: Jorn van Eck (UvA)
Erik Verlinde

In 2012 vertrok hij – na een vier jaar durend presidentschap van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen – naar de Verenigde Staten waar hij directeur werd van het uiterst prestigieuze Institute for Advanced Study (IAS) in Princeton. Het betekende geenszins afscheid van Nederland: soms leek het of hij met al zijn optredens in DWDD meer in Nederland was dan aan de overkant van de oceaan. ‘Dat lijkt maar zo,’ zegt collega-fysicus Erik Verlinde, werkzaam aan het Instituut voor theoretische fysica van de UvA, en daarmee ex-collega. ‘Hij kwam vaak voor een korte periode naar Nederland. Daar kregen de media dan lucht van en dan vonden allerlei media-optredens in korte tijd plaats.’

 

Logisch

Volgens Verlinde kon iedereen zien aankomen dat Dijkgraaf vroeg of laat tot het hoogste politieke ambt zou worden geroepen. ‘Inhoudelijk is hij er duidelijk voor gekwalificeerd. Tien jaar geleden was hij zelf denk ik nog niet zo ver, dus ging hij eerst naar de VS, maar nu is hij er klaar voor.’ Dat Dijkgraaf geen enkele politieke ervaring heeft zal volgens Verlinde vermoedelijk geen problemen opleveren, omdat hij niet alleen heel veel bestuurlijke ervaring meebrengt, maar inmiddels ook gewend is om te gaan met politici.

‘Ik denk dat hij die kaart volop gaat spelen: blijven investeren in onderwijs en wetenschap’

‘Bij mijn weten is hij nooit echt aangesloten geweest bij een politieke partij, maar ik vind het wel logisch dat hij nu minister is namens D66. Zijn opvattingen over het belang van onderwijs en wetenschap wijzen duidelijk in dezelfde richting als die partij. Nederland is in Europa achterop geraakt als het gaat om investeringen in onderwijs en wetenschap. Dat vindt Dijkgraaf ook en ik denk dus dat hij die kaart volop gaat spelen: blijven investeren in onderwijs en wetenschap.’

Walter Hoogland

Ratio

Fysicus en emeritus hoogleraar Walter Hoogland, tot zijn emeritaat de eerste decaan van de nieuwe bètafaculteit op Science Park, stond wel even te kijken toen D66 met Dijkgraaf op de proppen kwamen. ‘Natuurlijk was ik verbaasd. Iemand met een wetenschappelijk statuur als Robbert Dijkgraaf associeer je niet zomaar met het ministerschap.’

 

‘Als universiteitshoogleraar, president van de KNAW en directeur van Princeton beweeg je je onder gelijken. Dat gaat nu veranderen,’ vertelt Hoogland. ‘Voor wetenschappers geldt dat rationaliteit het kenmerk van hun wezen is, dat kun je van politici lang niet altijd zeggen. Dus het zal niet per se gemakkelijk voor hem zijn. Bovendien, in dit tijdsgewricht moet een minister zich steeds verweren tegen persoonlijke aanvallen van andere politici en van het publiek. Hij krijgt met veel meer tegenkrachten te maken dan in de wetenschap.’

‘Als succes uitblijft, dan zal dat worden gezien als een blamage voor de hele wetenschap’

Of Dijkgraaf het zal redden in politiek? ‘Hij móet het wel redden,’ zegt Hoogland. ‘Als succes uitblijft, dan zal dat worden gezien als een blamage voor de hele wetenschap. Dan gaat er gezegd worden: zie je wel, wetenschappers kunnen niet functioneren buiten hun eigen wereldje.’ Door zijn sympathiek ogende optreden zal het wel goedkomen, meent Hoogland. ‘Hij opereert verstandig, rustig en wat beschouwend, wordt niet snel boos, maakt een uitgebalanceerde indruk en heeft een hoge mate van redelijkheid.’

Foto: Wammes Waggel (Wikimedia Commons)
Gerard 't Hooft

Appels en peren

Dat er voor het eerst een pur sang wetenschapper de politiek in gaat is niet nieuw. Al eerder kwamen wetenschappers aan het hoofd van een departement te staan, zoals de betreurde arts Els Borst in de jaren negentig op Volksgezondheid en de fysicus Jan Terlouw op Economische Zaken. Beide waren ook vicepremier. De momenteel opnieuw populaire Jan Terlouw, inmiddels negentig jaar, was na zijn studie en promotie in de wis- en natuurkunde jarenlang onderzoeker voordat hij de politiek in ging.

 

Terlouw had een snedige opvatting over het verschil tussen wetenschappers en politici, zo vertelt de Utrechtse fysicus Gerard ’t Hooft, bij wie Dijkgraaf in 1989 promoveerde. ‘Terlouw vertelde mij eens waarin een wetenschapper verschilt van een politicus. Beiden moeten wel eens appels met peren vergelijken. Een wetenschapper kan vertellen of appels groter zijn dan peren, en of appels duurder zijn dan peren. Zelfs kan hij aangeven of appels gezonder zijn dan peren. Maar een politicus moet kunnen zeggen of appels lekkerder zijn dan peren.’

 

Dat is dus een kwaliteit die Dijkgraaf vanaf nu ook moet hebben: zeggen dat het ene beleid – zijn beleid – beter is dan het andere beleid, maar hij zal dat kunnen en ook weten te verdedigen, meent ’t Hooft. Hij zegt dat hij ‘niet helemaal verrast’ was over de benoeming van zijn voormalige pupil.

‘Hij lijkt mij zeker geschikt als minister. Echt politiek geëngageerd was hij minder, maar dat lijkt me nu juist wel een goede eigenschap’

‘Robbert is altijd zeer geëngageerd geweest met onderzoek en onderwijs en met de popularisering daarvan. Hij lijkt mij zeker geschikt als minister. Echt politiek geëngageerd was hij minder, maar dat lijkt me nu juist wel een goede eigenschap. Ik ben alleen bang dat Robbert wat te aardig zal zijn. Als minister krijg je nu eenmaal altijd met tegenstanders te maken, wat je mening ook is. Ik zou er zelf in elk geval niets van bakken. Tegenwoordig zijn er zo veel issues waar “politieke correctheid” bepalend kan zijn, op dat punt kun je zomaar op je snuit vallen. Maar ik heb er vertrouwen in dat het Robbert lukt.’

 

Rat

Als er één bananenschil is waarover Dijkgraaf kan uitglijden lijkt het zijn aardigheid en voorkomendheid te zijn in een metier dat stikt van de opportunisten en ratten. Maar toch moeten we ons niet vergissen, want het is zeker niet zo dat Dijkgraaf over zich heen laat lopen, zegt Erik Verlinde. ‘Als er een grens bereikt is, dan trekt Robbert die wel degelijk. Met zijn kennis, ervaring en uitstraling denk ik dat hij zich helemaal niet als een rat hóeft te gedragen om zijn beleid toch te verkopen. Hij is zich heel bewust van wat en wie hij tegenover zich heeft.’

 

In een commentaar op de Nederlandse televisie zei Dijkgraaf zelf maandagavond ‘totaal, maar dan ook totaal niet gerekend’ te hebben op deze positie, maar er uiteraard vol ambitie tegenaan te willen gaan. Hij zei ‘de rust en stilte van Princeton’ misschien wel te gaan missen. ‘Maar misschien kan ik ook een beetje rust en stilte brengen in de onderwerpen waarvoor ik nu verantwoordelijk ben.’ Hij constateerde vrij nuchter dat er in het nieuwe coalitieakkoord veel geld beschikbaar is voor onderwijs en wetenschap, maar dat hij ‘ongetwijfeld niet iedereen even gelukkig zal kunnen maken, dat is een onderdeel van de politiek’.