Niks meer missen?
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief!
Foto: Kirsten van Santen
actueel

Nieuwe ombudsfunctionaris: ‘Ik gun anderen net zo’n fijne studietijd als ik had’

Dirk Wolthekker,
20 december 2021 - 15:22

Na lange afwezigheid heeft de UvA weer een permanente ombudsfunctionaris. Ze trad begin september aan. Wie is UvA’s nieuwe ombudsfunctionaris Samera Ouchene, en wat is haar missie? ‘De ingewikkeldheid van de UvA-organisatie zal altijd een groep mensen raken.’

‘Sociale veiligheid kunnen we alleen samen versterken,’ zegt Samera Ouchene. ‘Bewustwording is daarbij heel belangrijk, voor iedereen aan de UvA. Daarom vond ik de toneelvoorstelling The Learning Curve, die de afgelopen tijd op de UvA rondtoerde, heel belangrijk. Het was een heel professionele voorstelling, die ook echt “binnen” kwam bij mij. Je zag hoe sociale onveiligheid heel subtiel begint, maar de grenzen steeds verlegd worden. Het gesprek erna bleek erg waardevol. Hoe je sociaal onveilig gedrag herkent en welke mogelijkheden je, ook als omstander, hebt om er iets aan te doen, kwam aan de orde. En dat sociale veiligheid een gezamenlijke verantwoordelijkheid is.’

 

Jurist Samera Ouchene (Alkmaar, 1977) is de nieuwe ombudsfunctionaris van de UvA. Na jarenlange afwezigheid heeft de UvA met haar weer een onafhankelijk functionaris in dienst, iemand die gevraagd en ongevraagd onderzoek kan doen naar sociale misstanden onder studenten, medewerkers en alumni, en het College van Bestuur kan adviseren bij de oplossing ervan.

Onder vertrekkend minister Van Engelshoven (Onderwijs, Cultuur & Wetenschap; D66) kwam een dergelijke universitair functionaris weer in beeld nadat aan verschillende universiteiten – waaronder ook de UvA – problemen als seksuele intimidatie, (micro)-agressie, discriminatie waren geconstateerd. Verschillende universiteiten hebben inmiddels weer zo’n functionaris – eerder ‘ombudsman’ (m/v) genoemd. De afgelopen twee jaar vervulde Jacqueline Schoone de functie op interim-basis en als kwartiermaker voor de officiële functionaris.

 

Hoogleraar Stolwijk

Het eerste UvA-interview met Ouchene ademt een sfeer van optimisme en enthousiasme. Niets van coronamoeheid of UvA-scepsis. Ze heeft er zin in. Helemaal nieuw aan de UvA is ze overigens niet, want als rechtenstudent liep ze twintig jaar geleden rond op de Oudemanhuispoort en spreekt goeiig over de UvA als ‘mijn eigen universiteit’. Haar studiejaren hebben ‘een grote vormende invloed’ op haar gehad.

‘Ik heb zelf een heel fijne studietijd gehad aan de UvA, dat gun ik anderen ook’

‘Ik had in Alkmaar een economisch-juridische hbo-opleiding gevolgd, maar had honger naar meer intellectuele voeding,’ vertelt ze. ‘Ik schreef me in aan de UvA en deze periode heeft mij echt gevormd. Uit die tijd herinner ik mij de colleges strafprocesrecht van hoogleraar Stolwijk. Zijn laagdrempelige manier van lesgeven is mij altijd bijgebleven. Stolwijk had het altijd over de belangrijke W’s ter voorkoming van strafrechtelijke recidive zoals woning en werk. Wilde je voorkomen dat criminelen opnieuw in de fout gingen, dan moest je in de W’s investeren. Dat was volgens hem beter dan allerlei dure recidiveprogramma ’s. Ook herinner ik mij de gastcolleges van strafrechtadvocaat Geert-Jan Knoops. Een feestje om daaraan deel te nemen.’

 

Met hetzelfde enthousiasme waarmee Ouchene spreekt over haar studiejaren, spreekt ze over de jaren na haar studie. ‘Van betekenis willen zijn’ lijkt als een rode draad door haar loopbaan te lopen. Ze wil, zegt ze, vanuit een gevoel voor rechtvaardigheid mensen ondersteunen en bij elkaar brengen, bemiddelen bij het uit de wereld helpen van conflicten binnen organisaties. ‘Daarbij wil ik wel oog hebben voor de verschillende belangen van partijen en oplossingen nastreven waar iedereen wel bij vaart. Ik wil de vertaalslag maken naar wat nodig is om tot een duurzame oplossing te komen.’

 

Wat maakt de UvA een interessante organisatie voor een ombudsfunctionaris?

‘De UvA is een heel grote organisatie met bijna vijftigduizend studenten én medewerkers. Dat maakt de UvA voor mij een uitdagende club, waar je echt het verschil kunt maken. Kwesties als internationalisering, prestatiedruk en nu dan de pandemie maken studie- en werkprocessen complex. Als ombudsfunctionaris kan ik aan het verminderen van die complexiteit een bijdrage beleveren. Al zal de ingewikkeldheid van de UvA-organisatie altijd mensen raken, die groep moet wel zo klein mogelijk zijn. Ik wil dat iedereen aan de UvA binnenboord blijft en de kwaliteit van onderwijs en onderzoek gelijktijdig geborgd is en blijft. Ik heb zelf een heel fijne studietijd gehad aan de UvA, dat gun ik anderen ook.’

‘Er komen geregeld mensen naar mij toe met een kwestie die vaak al heel lang speelt, zonder dat die is opgelost. Ik wil wel gaan onderzoeken hoe zoiets kan’

Toen je benoeming bekend werd heb ik op internet veel gezocht naar informatie over je, maar ik kon bijna niets vinden. Een bewuste keuze?

‘Ja. Ik was mij al vrij jong bewust van de waarde van privacy. Dat is eigenlijk alleen maar groter geworden door de opkomst van de sociale media. Kijk maar eens naar de documentaire The Social Dilemma, dan kun je zien wat de invloed van de sociale media is geworden en de schaduwzijde ervan. Bovendien heb ik altijd functies gehad waarin vertrouwelijkheid, handhaving en toezicht een rol spelen. Dan blijf ik zelf liever wat buiten het publieke domein. Overigens ben ik intern, binnen de UvA, uiteraard goed vindbaar en bereikbaar. Daarvoor worden alle kanalen ingezet, zowel fysiek als online, want praten over sociaal onveilige situaties is erg belangrijk en het begin van de oplossing.’

 

Wat voor organisatiecultuur trof je aan toen je in september aan de slag ging bij de UvA?

‘Ik heb een heel omvangrijke en gedecentraliseerde organisatie aangetroffen met veel bevlogen mensen: studenten die meerdere studies doen, allerlei functies in studentenraden en studieverenigingen bekleden, docenten met een schat aan ervaring en die de vertaalslag van fysiek naar online onderwijs maken. Maar als ik naar mijn eigen functie kijk: er komen geregeld mensen naar mij toe met een kwestie die vaak al heel lang speelt, zonder dat die is opgelost. Ik wil wel gaan onderzoeken hoe zoiets kan.’

‘Je bent er niet door een melding in de rapportage weg te schrijven als “intimidatie” of “toepassing procedures”’

In het jaarverslag van je interim-voorganger staat dat afgelopen jaar 160 meldingen van sociaal onveilig gedrag zijn gemeld. Is dat veel of weinig?

‘Cijfers zijn heel moeilijk te duiden en daarom is er weinig over te zeggen: 160 melding op 50.000 mensen lijkt heel weinig en is het misschien ook. Maar of dit veel of weinig is, daarop heb ik niet het antwoord omdat de duiding ontbreekt, ook in de rapportage. Van de duiding van dit soort cijfers wil ik meer werk maken, want de data die we hebben, geven zonder context of nadere informatie weinig inzicht. Mensen kunnen een melding maken vanwege intimidatie of pestgedrag, discriminatie of het overtreden van procedures. Op zich kennen we de aard van de meldingen wel, maar dat is niet voldoende om cijfers te kunnen duiden.’

 

Kun je dat eens toelichten?

‘Ik bedoel daarmee dat de aard van de melding meer handen en voeten moet krijgen om precies de juiste maatregelen te kunnen nemen. Je bent er niet door een melding in de rapportage weg te schrijven als “intimidatie” of “toepassing procedures”. Je moet heel precies weten wat er is gebeurd en wat de UvA-gemeenschap ervan kan leren’.


Meldingen worden vaak anoniem gedaan. Blijft dat niet een probleem?

‘Een anonieme melding maken over iemand blijft ingewikkeld, want ik kan beide partijen dan niet in gesprek met elkaar laten gaan. De interventies blijven dan dus beperkt.’

 

In 2018 kwam aan de rechtenfaculteit een ernstig geval van seksueel grensoverschrijdend gedrag boven tafel. Had een ombudsfunctionaris die kwestie kunnen voorkomen?

‘De casus ken ik natuurlijk, want de media hebben er volop over bericht. Ik denk niet dat iemand in mijn functie die kwestie had kunnen voorkomen, maar ik denk dat er mogelijk sneller ingegrepen had kunnen worden als er een ombudsfunctionaris was geweest, ervan uitgaand dat de betrokkenen de veiligheid hadden gevoeld om daar ook een melding van te maken. De effectiviteit van mijn functie staat of valt met de moed die mensen hebben om zaken bespreekbaar te maken en naar mij toe te komen, al zeg ik daar bij dat kleinere issues soms heel goed opgelost kunnen worden binnen de eigen werksetting.’

 

Dus je verwijst soms ook?

‘Dat kan voorkomen en dat is ook helemaal niet erg. Waar het om gaat is dat iedereen rechtstreeks bij mij kan aankloppen en op vertrouwelijkheid kan rekenen. Ik onderneem alleen actie als de melder dat ook weet en wil.’

 

Wat ga je het komende jaar doen als ombudsfunctionaris?

‘Ik ga proberen duiding te geven aan de data die we hebben en nog gaan vergaren en daarover ga ik elke vier maanden rapporteren. Het gaat uiteindelijk om de wereld achter de cijfers. De data wil ik intern vergelijken met gegevens van bijvoorbeeld de klachtencommissie, van de bedrijfsartsen en van de vertrouwenspersonen. Daarnaast wil ik onze data ook vergelijken met die van andere universiteiten en kijken welke conclusies we daar aan kunnen verbinden.’