Niks meer missen?
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief!
Foto: V.l.n.r.: Mashiho Mihalache, Eddie Brummelman & Saskia Bonjour
actueel

Jonge wetenschappers tijdens de pandemie: ‘Collega’s bouwden bureaus tussen de duplo’

Sija van den Beukel,
3 december 2021 - 09:53

Jonge wetenschappers, en dan met name ouders, ondervinden grote gevolgen van de pandemie. Ze hebben minder tijd om onderzoek te doen, en ze zijn bang dat dit gevolgen heeft voor hun carrière. Dat blijkt uit een nieuw rapport dat dinsdag verscheen. We spreken erover met drie jonge UvA’ers.

Jonge wetenschappers met kinderen hebben het in deze pandemie lastig. Door het thuiswerken gaat er kostbare onderzoekstijd verloren en wordt er meer tijd aan onderwijs besteed. Dat concluderen de De Jonge Academie (DJA) en het Landelijk Netwerk Vrouwelijke Hoogleraren (LNVH) deze week in een rapport. Moeders ervoeren het grootste conflict tussen werk en thuis. Ook hadden ze meer stress over hun toekomst in de wetenschap.

 

Het rapport is het eerste grootschalige onderzoek naar de invloed van de pandemie op het werk van wetenschappers in Nederland. De data werd verzameld via vragenlijsten die werden rondgestuurd aan onderzoekers van Nederlandse universiteiten en onderzoeksinstituten. Het percentage ingevulde enquêtes van de UvA was het laagste, slechts 8 procent. Drie UvA-wetenschappers vertellen over het effect van de pandemie op hun carrière.

Foto: Dirk Gillissen (UvA)
Saskia Bonjour

Saskia Bonjour, universitair hoofddocent politicologie

‘Mijn onderzoek heeft maanden vertraging opgelopen. Als je een onderzoeksbeurs wil aanvragen of als je gaat solliciteren, word je altijd afgerekend op het aantal publicaties en al die fantastische lijstjes die we altijd maar voorleggen om te laten zien dat we minstens zo goed zijn als de anderen. Dat is waar het rapport terecht aandacht voor vraagt, goed nadenken hoe je gaat wegen bij al die selectiemomenten.

 

Ik heb een vast contract, dus dat scheelt een heleboel stress. Mijn leidinggevende zei: “Het is crisis, dus als je nu niet aan je onderzoek toekomt dan is dat niet anders”. Die ruimte had ik ook nodig. Ik heb een partner en twee kinderen in de basisschoolleeftijd, van vijf en zeven. Toen de basisscholen en de buitenschoolse opvang dicht waren kon ik effectief 25 uur aan mijn werk voor de universiteit besteden, dat was voor mij het maximaal haalbare. Normaal was dat voltijd. Misschien dat er nog wat collega’s in het weekend ook werken, maar dan zijn de kinderen thuis en ik moet ook een keer rusten.

‘Ik heb van collega’s gehoord dat ze een bureautje hadden gebouwd tussen de duplo’

Mijn partner en ik wisselden elkaar af, dan hadden we werkdagen van half acht tot half zes. Dan was de ochtend voor de kinderen en de middag voor de universiteit of andersom. Ik besteedde mijn tijd aan onderwijs, begeleiding van promovendi en de examencommissie. Dat kostte ook wat meer tijd dan normaal, we moesten uitvinden hoe online onderwijs en toetsen te geven. Normaal gesproken heb ik vrij veel tijd voor onderzoek. Ik heb een Vidi-beurs, dus ik zou 75 procent van mijn tijd aan onderzoek moeten besteden. Toen de scholen dicht waren was dit nul.

 

Thuiswerken met een eigen werkkamer is een ongelofelijke luxe, dat heeft lang niet iedereen. Ik heb van collega’s gehoord die kamerschermen bouwden in de kamers van hun kinderen en dan een bureautje hadden gebouwd tussen de duplo. Wij wonen in Oegstgeest en dat is een van de meest gevaccineerde gemeentes van Nederland. Onze kinderen hebben tot nu toe - ik moet het heel hard afkloppen - nog niet naar huis gehoeven. Nu is het even spannend of dat zo blijft.’

Foto: Ineke Oostveen
Mashiho Mihalache

Mashiho Mihalache, universitair hoofddocent internationaal management

‘Tijdens de lockdown moesten mij man en ik het huishouden gaande houden, en de kinderen thuis-scholing geven. We hebben drie kinderen van drie, zeven en elf jaar oud. De jongste heeft constant zorg en aandacht nodig. Normaal werken mijn man en ik fulltime voor de universiteit. In de lockdown kon nog maar vier uur per dag aan de universiteit besteden. Die tijd ging naar de twee vakken die ik online gaf, niet naar onderzoek. We zijn een niet-Nederlands gezin en hebben geen familie in Nederland, ik kom uit Japan, mijn man uit Roemenië. Dat maakt de coronapandemie niet makkelijker. Ik kon niet gewoon even mijn moeder bellen om te vragen of ze kwam helpen.

‘Ik heb een tijdelijke aanstelling bij de UvA die over drie jaar wordt omgezet in een vast contract of niet. De tenure-klok tikt’

Het publicatieproces ging heel langzaam. Als ik een paper opstuurde naar een journal, dan kregen de beoordelaars extra tijd. Dat lag buiten mijn controle. Ik kon me minder goed concentreren en had last van angst en stress. Ik heb een tijdelijke aanstelling bij de UvA die over drie jaar wordt omgezet in een vast contract of niet. De tenure-klok tikt. Ik heb nog drie jaar voordat ze de uiteindelijke beslissing nemen of ik een permanent contract krijg. Dat zal afhangen van het aantal publicaties dat ik dan heb gedaan. Drie jaar lijkt lang, maar het proces van een publicatie duurt gemiddeld twee jaar. De tenure-track heeft zes maanden verlenging gekregen, maar het is niet genoeg om de vertraging in te halen.

 

Ook nu de kinderen weer naar school kunnen is mijn normale ritme niet terug. Bij de minst of geringe verkoudheid zijn de kinderen weer thuis. Mijn man en ik zorgen samen voor de kinderen, maar als ze ziek zijn hebben ze hun moeder nodig. De afgelopen drie weken is elk kind één week thuisgebleven omdat ze verkouden waren. En wat als de scholen weer dichtgaan voor de kerst?’

Foto: Sander Nieuwenhuys
Eddie Brummelman

Eddie Brummelman, universitair hoofddocent bij pedagogische en onderwijswetenschappen

‘Voor mijn onderzoek werk ik met kinderen op basisscholen en in wetenschapsmusea. Dat onderzoek ligt sinds de uitbraak van de coronapandemie stil. Deze zomer hebben we weer nieuwe projecten gepland en vorige maand hebben we weer onderzoek kunnen doen, maar die dreigen met strengere maatregelen weer stilgelegd te worden.

 

We hebben het onderzoek deels online kunnen uitvoeren, bijvoorbeeld door ouders en kinderen via Zoom of Teams te spreken. Maar een deel van de onderzoeksvragen kunnen daarmee niet beantwoord worden.

‘Stress is misschien niet het goede woord, ik voel me vooral machteloos. Mijn geplande projecten kunnen waarschijnlijk binnenkort weer de ijskast in’

Stress is misschien niet het goede woord, ik voel me vooral machteloos. Je kunt niet verder dan een paar weken vooruitkijken, en zelfs dan weet je niet waar je aan toe bent. Ik heb nu onderzoek gepland voor het komende half jaar, maar ik weet niet of we dan in een lockdown zitten. Mijn geplande projecten kunnen waarschijnlijk binnenkort weer de ijskast in.

 

Ik heb een vast contract en ben daarom niet de meest kwetsbare doelgroep, dat zijn toch vaker de onderzoekers met een tijdelijk contact die hun carrière nog moeten opstarten. Maar wat het rapport laat zien is dat corona bestaande ongelijkheden tussen onderzoekers kan uitvergroten. En daarom benadrukt het rapport ook om zorgvuldiger te kijken naar de situatie van individuele wetenschappers. We hebben maatwerk nodig. We moeten bij promoties en selecties meewegen hoe iemands productiviteit als onderzoeker is geraakt door corona. Binnen de pedagogiek en ontwikkelingspsychologie, waar bijna al het onderzoek verloopt via menselijk contact, is enorm veel onderzoek uitgesteld.’