Niks meer missen?
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief!
Foto: Mina Etemad
actueel

UvA denkt over ethische commissie die over casuïstiek kan adviseren

Dirk Wolthekker,
17 juni 2021 - 08:43

Op dit moment is de enige UvA-brede ethische commissie er een in ruste, maar daar zou snel verandering in kunnen komen. Het UvA-bestuur wil de Algemene Instellingsgebonden Ethische Commissie (AIEC) nieuw leven in blazen, en denkt na over een extra commissie die kan adviseren ‘over, bijvoorbeeld, een beoogde samenwerking’.

Binnenkort wordt er binnen de UvA op hoog niveau gesproken over hoe het beleid voor samenwerkingen en problemen met dual use er in de toekomst uit zal zien. Dat gebeurt onder meer binnen de Senaat en in het Universiteitsforum, dat op 30 juni over dit thema zal spreken. Daarbij komt ook de ethische commissie aan de orde. Die bleek vorig jaar niet geadviseerd te hebben over de samenwerking tussen de UvA en de Chinese telecomgigant Huawei.

Huawei

Vorig jaar ontstond veel gedoe over die samenwerking, omdat Huawei wordt beschuldigd van schending van de mensenrechten. Van verschillende kanten waren mensen verbaasd dat deze samenwerking niet eerst was besproken binnen de AIEC. Dat is reglementair niet mogelijk, zegt de woordvoerder van de UvA daar niet over. ‘Een AIEC behandelt geen casuïstiek.’

 

Toch lijkt ook binnen het universiteitsbestuur de gedachte te heersen dat die lacune opgevuld moet worden. ‘Eén van de voorstellen is een universitaire commissie in te stellen die zich kan buigen over casuïstiek. Die commissie bestaat dan uit leden die kennis hebben van de thematiek en de decaan kunnen adviseren over, bijvoorbeeld, een beoogde samenwerking,’ laat een woordvoerder van de UvA weten.

 

AIEC opnieuw bijeen

De opdrachtomschrijving van de AIEC is nu het signaleren en bespreken van ethische vraagstukken waarop de UvA bijvoorbeeld beleid zou kunnen maken, en daarover gevraagd en ongevraagd te adviseren aan het UvA-bestuur. De woordvoerder zegt daarover: ‘Met de centrale ondernemingsraad is besproken dat zal worden gekeken of de AIEC, na een periode van inactiviteit, die rol weer op zich zou kunnen nemen. De bedoeling is om de AIEC mogelijk nog voor de zomer of anders daarna weer bij elkaar te brengen.’