Studenten zijn een brievenactie gestart om de gepensioneerde docenten filosofie, die waarschijnlijk vaarwel gezegd worden, te behouden voor de universiteit. Tegelijkertijd scharen collega’s zich achter het standpunt van afdelingsvoorzitter Beate Roessler. Ook decanen van andere faculteiten geven aan dat gepensioneerde docenten op hun faculteit ‘niet structureel worden ingezet voor het geven van onderwijs’.
Studenten van de afdeling filosofie zijn via het platform Humanities Rally een brievenactie gestart om te voorkomen dat een aantal reeds gepensioneerde docenten, die onbezoldigd af en toe nog een keuzevak geven, niet meer terug hoeft te komen en daadwerkelijk van zijn pensioen kan gaan genieten. Afdelingsvoorzitter Beate Roessler beroept zich daarbij op UvA-beleid. Ze wil bovendien ook vernieuwing van het curriculum, liet ze vorige week in Folia weten.
Met hun actie roepen studenten op brieven te sturen aan het UvA-bestuur, het faculteitsbestuur en de afdeling filosofie. ‘We willen hen overspoelen met brieven waarin we de liefde verklaren aan onze docenten en uitleggen waarom ze zo waardevol zijn voor het departement filosofie,’ schrijven de studenten op de site van Humanities Rally. Ze hebben zelfs ‘een voorbeeldbrief’ gemaakt die studenten kunnen aanpassen ‘met persoonlijke anekdotes’.
De filosofiestudenten van Humanities Rally zeggen dat het ‘de zoveelste poging is van de managers om ons departement te stroomlijnen en in de vrijheid te beperken. De roep om meer diversiteit – zo belangrijk in onze eerdere studentenprotesten – wordt nu tegen ons gebruikt om ervaren filosofen te discrimineren op basis van leeftijd.’
Tradities
De docenten om wie het gaat zijn Victor Kal (1951), Maarten Coolen (1943), Martin Stokhof (1950) en Michiel van Lambalgen (1954). De laatste ontvangt nog maar net AOW, de andere drie al veel langer. Inmiddels heeft echter ook filosoof en emeritus hoogleraar Josef Früchtl zich in de discussie gemengd. Früchtl is sinds een half jaar met emeritaat, maar stuurde afgelopen week een brief op poten naar het UvA-bestuur en facultaire bestuurders.
Daarin schreef hij dat de hele gang van zaken een universiteit onwaardig is. Hij schrijft onder meer het ‘een kleine shock’ te vinden dat de vier aan de kant zijn gezet en vindt het bovendien niet passen bij de academische tradities. ‘Het is een breuk – weer eentje – met de academische traditie waarin ik ben opgegroeid. Want het hoorde – en hoort bij mijn oud-universiteiten in Münster en Frankfurt/Main – bij die traditie dat je als emeritus mocht en mag doorgaan met les geven op onbezoldigde basis en met keuzevakken.’
Collega’s
De andere afdelingsvoorzitters van de faculteit staan vierkant achter Roessler. In een schriftelijke reactie aan Folia schrijven zij dat er ‘niets nieuws’ onder de zon is. ‘Vrijwel alle afdelingen binnen FGw hebben al jaren als regel dat regulier onderwijs niet door gepensioneerden wordt verzorgd. Natuurlijk waarderen wij het en hopen wij dat ook gepensioneerde collega’s betrokken blijven bij de faculteit middels gastlezingen in het onderwijs, door begeleiding van promovendi en door zich te blijven roeren in het maatschappelijke en wetenschappelijke debat,’ schrijven afdelingsvoorzitters Remieg Aerts, Lex Bosman, Jeroen de Kloet, Caroline Kroon, Judith Rispens, Ellen Rutten en Arjen Versloot. Ook Roessler zelf heeft de reactie ondertekend.
Het verzorgen van een volledige cursus door docenten zonder aanstelling noemen ze echter problematisch ‘gezien de juridische aansprakelijkheid in collegesituaties en de regels voor examenbevoegdheid. Er ontstaan onduidelijke verantwoordelijkheden. Verder kan de herhaalde inzet van gepensioneerde docenten een belemmering vormen voor het aanstellen van nieuwe docenten die een loopbaan willen opbouwen terwijl de plekken aan de universiteiten al zo schaars zijn. Juist hun inbreng vernieuwt ook de wetenschap.’
Incidenteel
Verschillende decanen van andere faculteiten zeggen dat het beleid ten aanzien van gepensioneerde docenten ook door hen wordt gevoerd. Zo laat bètadecaan Peter van Tienderen weten dat er ‘wellicht incidenteel’ wel eens iemand op verzoek een gastcollege komt geven. ‘Maar ze worden niet structureel ingezet voor het geven van onderwijs. We willen graag dat actieve onderzoekers ook het onderwijs verzorgen. Verder is onderwijs natuurlijk een primaire taak van de universiteit, waardoor het ook logisch is dat dit wordt verzorgd door medewerkers met een dienstverband.’
Economiedecaan Han van Dissel laat zich in vergelijkbare bewoordingen uit, al voegt hij er aan toe dat er ‘incidenteel wel eens gepensioneerden worden ingezet voor scriptiebegeleiding’. Volgens Van Dissel heeft de inzet van onbezoldigde gepensioneerden vooral te maken ‘met een tekort aan formatieplaatsen'.