Niks meer missen?
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief!
Foto: UvA
actueel

Ljubiša Metikoš is studentenminister: ‘Er is een gigantisch gebrek aan KI-geletterdheid’

Henk Strikkers,
1 april 2021 - 10:19

Ljubiša Metikoš is masterstudent informatierecht, onderzoeksassistent aan de UvA, en sinds kort studentenminister Data & Privacy in het eerste studentenkabinet van Nederland. Daarmee wil de Vereniging van Universiteiten (VSNU) in politiek Den Haag onder de aandacht brengen dat er bij universiteiten veel onderzoek wordt gedaan, waar beleid op gebaseerd kan worden. Hard nodig, vindt Metikoš. ‘Veel datalekken of “hacks” ontstaan door onwetendheid.’

Hoe word je eigenlijk studentenminister?

‘Ik ben gevraagd door een van mijn docenten. Het studentenkabinet is een idee van de Vereniging van Universiteiten. Daar is de portefeuilleverdeling gemaakt. De UvA kreeg Data & Privacy en is bij de Studievereniging voor Informatierecht en het Instituut voor Informatierecht aan docenten gaan vragen of iemand die post wilde vervullen.

Ik heb meteen ja gezegd. Ik hou van public speaking, van debatten en van politiek. Bovendien past dit erg goed bij mijn studie. Ik help vaak bij projecten rond kunstmatige intelligentie, en ik vind dat daar in de politiek meer aandacht voor moet komen.’

 

Wat doe je zoal?

‘We zijn nu met de andere student-ministersLees hier meer over de andere student-ministers. contacten aan het leggen met beleidsmakers, met nieuwe Kamerleden, en met betrokken mensen uit het bedrijfsleven. Daarnaast zijn er nog wat andere ideeën, bijvoorbeeld dat ik experts op dit gebied ga interviewen, of lezingen ga geven, maar dat staat nog in de kinderschoenen.’

‘Nederland is een grote hub voor KI-onderzoek’

Wat moet er volgens jou echt veranderen?

‘Er is in de politiek, maar eigenlijk onder Nederlanders in het algemeen, een gigantisch gebrek aan KI-geletterdheid. Dat is vreemd, want Nederland is een grote hub voor KI-onderzoek. Alleen al in Amsterdam zijn er drie centra die zich daarmee bezighouden. Laatst keek ik een Amerikaans college over robot judges en daarin werd uitgebreid stilgestaan bij hoe vooruitstrevend Europees, en in het bijzonder Nederlands, onderzoek hierin is.

Tegelijkertijd lees je verhalen over datalekken bij de GGD, en gehackte zoomgesprekken van gemeenteraden. Dat zijn echt geen hightech-cybercriminelen die daarachter zitten: die problemen ontstaan door onwetendheid en simpele ontwerpfouten. Dat moet echt veranderen.’

 

Kun je voor dit onderwerp niet beter in Brussel zijn?

‘De Europese Unie is wel de geijkte plek voor dit soort onderwerpen. Daar gebeuren ook goede dingen, zoals de Digital Services Act, waarin de macht van platforms wordt beperkt. Maar het heeft ook nadelen. Brussel is bureaucratisch en kan daardoor traag zijn. Bovendien wordt veel beleid voorbereid door de Europese Commissie, en daar ontbreekt het democratisch overzicht.

Daarenboven lukken er soms dingen ook niet in Brussel: zoals een gezamenlijke belastingheffing voor grote internetbedrijven. Dat soort dingen kun je dan alsnog in Nederland regelen, zoals de SP bijvoorbeeld voorstelde. Ik vind dat een goede houding. Als het in Brussel niet lukt, wil dat niet zeggen dat je zelf niets meer hoeft te doen.’

 

Zien we je over een jaar of vijfentwintig echt als minister op het bordes staan?

‘Op dit moment richt ik me vooral op de advocatuur. Ik hoop daar na mijn studie aan te slag te kunnen, maar zeg nooit nooit.’