Niks meer missen?
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief!
Foto: UvA
actueel

Nieuwe AUC-baas wil meer verbinding met UvA en VU

Dirk Wolthekker,
31 maart 2021 - 14:51

Filosoof en politicoloog Martin van Hees is sinds 1 maart de nieuwe dean van het Amsterdam University College. Wat gaat hij doen? En is er in tijden van gelijkheid en inclusie nog wel plaats voor zo’n exclusief instituut? ‘Het hele idee van excellentie is een idee dat wat mij betreft een andere invulling heeft dan het gangbare idee als “beter dan anderen”.’

We spreken de nieuwe AUC-baas Martin van Hees uiteraard online, maar ook met zijn nieuwe collega’s heeft Van Hees de afgelopen maand uitsluitend online contact gehad. ‘Lastig is het niet,’ zegt hij. ‘Het gaat eigenlijk best goed, maar het is wel anders dan je in een kennismakingsmaand gewend zou zijn. Het is allemaal heel direct en efficiënt. Even gezellig een praatje maken bij de koffiemachine is er niet bij. Maar goed, het is niet anders op dit moment en wat ik meemaak is echt klein leed in vergelijking tot wat studenten momenteel meemaken.’

 

U bent sinds 1 maart dean. Wat is u de afgelopen maand het meest opgevallen aan het AUC?

‘Dat hier zoveel gebeurt. Het AUC is een heel levendige organisatie, waar mensen nadenken over zichzelf, elkaar en hun positie in de organisatie. Het programma dat we aanbieden loopt goed en wordt positief beoordeeld. We willen een gemeenschap zijn waar academische reflectie belangrijk wordt gevonden en ook belangrijk is. Dat heb ik de afgelopen maand teruggezien in de kennismakingsgesprekken die ik heb gevoerd.’

Martin Vinzenz Baldur Paul Maria van Hees

2021-heden Dean van het Amsterdam University College

2014-heden Hoogleraar ethiek, en sinds 2021 hoogleraar ethiek & politieke filosofie aan de VU

2013-2014 Hoogleraar politieke theorie aan de UvA

2002-2013 Hoogleraar ethiek en politieke theorie aan de Rijksuniversiteit Groningen

1994 Gepromoveerd aan de Radboud Universiteit Nijmegen

1990 Diploma filosofie aan de Erasmus Universiteit

1989 Diploma politicologie aan de Erasmus Universiteit

1964 Geboren te Beilen

U hebt voorafgaand aan uw komst naar het AUC steeds gewerkt op het snijvlak van politiek, economie en ethiek. Die disciplines lijken aan een revival bezig.

‘Wat vooral opvalt is, is dat die disciplines de afgelopen eeuw steeds gescheiden hebben geopereerd, alsof ze niets te maken zouden hebben met elkaar. Dat was voor die tijd eigenlijk nooit zo. Het idee van de interdisciplinariteit is gelukkig weer helemaal teruggekomen. Ik heb geen overdreven respect voor disciplinaire afbakening. Onderzoeksgebieden zijn met elkaar verbonden.’

 

Waarom wilde u dean worden van het AUC?

‘Het type onderwijs dat hier wordt gegeven spreekt mij enorm aan. Interdisciplinair en internationaal onderwijs geeft een rijkere blik op de wereld, zowel voor studenten als docenten. Je hoort heel vaak dat internationalisering vooral wordt nagestreefd omdat het een goed verdienmodel zou zijn, maar dat is echt niet terecht. Dat internationals als melkkoe zouden dienen voor universiteiten doet echt geen recht aan dit type onderwijs. Het is een culturele verrijking voor iedereen om in een internationale omgeving te studeren of les te geven. Ik wil studenten meerdere perspectieven aanbieden. Het AUC kan daar echt aan bijdragen. Die internationale omgeving zie je terug in de privésfeer van studenten, want ze wonen met elkaar op de campus. Dat levert een belangrijke bijdrage aan hun persoonlijke ontwikkeling.’

 

U wilt het AUC nadrukkelijker verbinden met UvA en VU. Wat bedoelt u daarmee?

‘Ik wil het AUC zichtbaarder maken bij beide instellingen, en niet alleen een vragende partij zijn als het gaat om faciliteiten of kennis. AUC moet ook een gevende partij zijn. Een onderwijsvernieuwing die bij ons plaatsvindt zou dan ook ingang kunnen vinden bij opleidingen van UvA en VU. Daarbij kun je ook denken aan de samenwerking met honours-opleidingen of de interdisciplinaire bacheloropleiding Politics, Psychology, Law and Economics (PPLE) van de UvA of Philosophy, Politics and Economics (PPE) van de VU. We bedienen deels dezelfde groep studenten.’

 

Bent u niet bang dat u zichzelf dan overbodig maakt?

‘Nee, want PPLE of PPE zijn echt anders dan het AUC, ook inhoudelijk. Het AUC heeft een sterke binding met de exacte wetenschappen, is kleinschalig, breed en residentieel. Om even te blijven bij PPE van de VU: dat is een zelfstandige nieuwe discipline geworden dat het afgebakend terrein economie, politiek en filosofie bedient. Het AUC zoekt dwarsverbanden binnen het hele wetenschappelijke palet.’

‘Bij excellentie gaat het erom dat je beter wordt dan je was. Het is iets in relatie tot jezelf, niet in relatie tot de ander. Excellentie is persoonlijke groei’

Het AUC heeft de reputatie exclusief en elitair te zijn, gericht op excellente studenten. Past zo’n instituut nog in deze tijd?

‘Je zegt het al: het AUC heeft die reputatie, maar of dat terecht is, is iets heel anders. Ik denk dat die reputatie niet terecht is. Die sfeer hangt ook helemaal niet op het instituut hier. We doen er in elk geval alles aan om dat beeld te kantelen. Het hele idee van excellentie is een idee dat wat mij betreft een andere invulling heeft dan het gangbare idee van excellentie als “beter dan anderen”. Ik wil niet zeggen dat competitie per se slecht is, maar ik wil niet dat we met elkaar in een rat race terecht komen. Bij excellentie gaat het erom dat je beter wordt dan je was. Het is iets in relatie tot jezelf, niet in relatie tot de ander. Excellentie is persoonlijke groei.’

 

Het AUC heeft nu een jaarlijkse instroom van 300 studenten. Blijft dat zo?

‘Ik denk dat het rond dat niveau zal blijven, anders gaat het ten koste van de kleinschaligheid en dat is juist een wezenskenmerk van het AUC.’

 

De University Colleges kennen tot nu toe alleen een bachelortraject. Moet er niet ook een mastertrack komen?

‘Het bestaande idee over een universitaire opleiding is dat je een brede bachelor doet en daarna een gespecialiseerde master. Sommige thema’s vragen echter om een brede, interdisciplinaire studie op masterniveau. Denk bijvoorbeeld aan klimaatstudies. Het gaat dan om een interdisciplinair vraagstuk, maar de vraag is of het nodig is dat in een University College-achtige omgeving aan te bieden. Dan zou het ook echt iets anders moeten zijn dan een reguliere master.’