Een docent van de opleiding Franse taal & cultuur werd vorig jaar op non-actief gezet omdat hij jarenlang grensoverschrijdend gedrag zou hebben gepleegd. Hoe kon dat gebeuren? Op zo’n kleine opleiding ontstaat gemakkelijk een grijs gebied tussen wat wel en niet kan, blijkt uit gesprekken met (oud-)studenten. ‘Als je een goed cijfer wil – of wil afstuderen – moet je de docenten echt te vriend houden.’
Vorig najaar werd een docent Franse taal & cultuur aan de UvA op non-actief gezet na signalen over grensoverschrijdend gedrag, zo schreef NRC in december. De docent zou onder meer een student op schoot hebben genomen en hij zou haar middel hebben omhelsd, waarbij hij zijn hoofd tegen haar billen had gelegd. Een klacht van de student werd deels ongegrond verklaard wegens onvoldoende bewijs. De klachtencommissie oordeelde echter dat er wel sprake was van grensoverschrijdend gedrag: de docent had ‘de grens tussen het persoonlijke en het zakelijke overschreden’. Ondanks dat oordeel mocht hij aan het werk blijven.
Over de docent deden al jarenlang verhalen de ronde. Maar, blijkt uit gesprekken met studenten en oud-studenten uit verschillende jaarlagen: de problemen op de opleiding gaan verder dan dat. Studenten spreken van een angstcultuur, een gevoel van afhankelijkheid van docenten en subjectieve beoordelingen. Klagen is lastig, want ‘iedereen hield elkaar de hand boven het hoofd’.
Wat was er aan de hand?
Wijnproeverij
De opleiding Franse taal & cultuur is klein. Na het eerste jaar, waarin vaak een aantal studenten afvallen, blijven zo’n tien tot twintig studenten per jaarlaag over, voornamelijk vrouwen. De opleiding kent veel lesuren en het studietempo ligt hoog.
Ook het docententeam is klein, met een handvol vaste docenten. Sommige docenten kennen elkaar al jarenlang. Docenten worden door de meeste studenten als betrokken, kundig en professioneel gezien. Wel is er een opvallend hiërarchische structuur waarbij iedereen weet dat docenten boven de studenten staan. Zo krijgen studenten die docenten in een mail bij de voornaam noemen, of die mailen zonder aanhef, een standje. ‘Ik beantwoord geen mails zonder aanhef,’ klinkt het dan. Sommige betrokkenen wijten dat aan de Franse cultuur, waar hiërarchie in het onderwijs veel gebruikelijker is.
De studenten hebben Frankrijk en Franse literatuur als gedeelde passie. Ze vormen vaak snel een hechte club. ‘We waren eigenlijk een beetje suf, heel braaf,’ vertelt een oud-student, die in 2011 afstudeerde. ‘Absoluut geen corpsballen. We hadden kookclubjes, praatclubjes en we keken naar Franse cinema. We huurden ook een keer een huis in Normandië en dan liftten we naar Parijs.’ Er waren bonte avonden en een wijnproeverij bij een student thuis, waar dan zowel studenten als docenten over de vloer kwamen. ‘Maar het was niet één vriendengroep. Er was duidelijke afstand tussen studenten en docenten,’ zegt de oud-student daarover. ‘Er was flink wat leeftijdsverschil, in mijn herinnering waren de meeste docenten ouder dan vijftig.’
Omdat er weinig studenten zijn, hebben de docenten bij Franse taal & cultuur ruimte voor maatwerk. Het contact tussen studenten en docenten kan dan ook snel persoonlijk worden. Als je een goede student bent, maar er is iets in je privéleven voorgevallen, kun je bij een docent ook wel eens uitstel voor een opdracht krijgen.
Najaar 2020 Docent bij Franse taal & cultuur wordt op non-actief gesteld
16 december 2020 NRC publiceert verhaal over grensoverschrijdend gedrag van de docent. UvA laat daarop onafhankelijk onderzoek doen door onderzoeksbureau Berenschot
18 december 2020 Studenten eisen vertrek van decaan Fred Weerman met tentenkamp-actie op Roeterseiland
13 januari 2021 Decaan Fred Weerman reaageert in een ‘Fredvlog’ en zegt dat de universiteit ‘kwetsbaar is door de stroperigheid en de vele afhankelijkheidsrelaties’. Hij wijst op ‘versnelde concrete maatregelen’, zoals het aanscherpen van de klachtenprocedure, het verder uitwerken van ‘de rol van verantwoordelijkheid bij de studieadviseur, de opleidingsdirecteur en leidinggevenden’, kwetsbare settings inventariseren en investeren in preventie.
Minderwaardig
Het persoonlijke contact heeft ook een keerzijde, laten studenten en oud-studenten weten. Onder een deel van hen bestaat het gevoel dat ‘goede’ studenten, bijvoorbeeld zij die al vloeiend Frans spreken of uitblinken in bepaalde vakken, de voorkeur genieten van docenten en dus een voorkeursbehandeling krijgen. Dat zegt ook een oud-student die naar eigen zeggen een ‘lievelingetje’ van een van de docenten was. ‘Ik sprak al vloeiend Frans toen ik aan de opleiding begon, daardoor had ik wellicht een streepje voor. Een docent droeg me op handen. Tijdens mijn minor kreeg ik dankzij haar bijvoorbeeld een prachtige werkplek op het Ignatius Gymnasium, waar ze lesgaf.’
Zulke situaties zijn er vaker, en andere studenten krijgen daardoor een gevoel van minderwaardigheid. Een voorbeeld geeft een student die in 2015 aan de opleiding begon. ‘Aanvankelijk haalde ik hoge cijfers en waren docenten helemaal niet streng’, zegt ze. ‘Ik kon bij iedereen aankloppen. Later kreeg ik een depressie waardoor ik veel vakken miste en veel moest overdoen. Daar werden door docenten grappen over gemaakt: “Weet je dit nu nog steeds niet?” Of: “Ik snap niet dat jij überhaupt nog komt.” Ik was herstellende van depressie, dat wisten ze ook, maar door die opmerkingen voelde ik me natuurlijk nog veel slechter.’
Autoritaire houding
Een oud-student die in 2014 startte: ‘Ik was soms kritisch op het studiemateriaal. Daarop kreeg ik te horen dat ik het toch nooit zou gaan redden, omdat ik van het hbo kwam. Ik vond die autoritaire houding heel lastig.’ Een andere oud-student werd door een docent ‘arrogant’ genoemd in een een-op-een-gesprek. ‘Hij schreeuwde: “Weet je wel wie ik ben? Als jij in de zomer op het strand ligt ben ik al bezig met het lesprogramma voor volgend jaar.”’ Ze diende een officiële klacht in bij de klachtencoördinator, maar kreeg nooit antwoord.
Door de kleinschaligheid van de opleiding bevinden docenten en studenten zich vaak in ‘kwetsbare settings’, zoals geesteswetenschappendecaan Fred Weerman het later noemt. De gebruikelijke afstand tussen student en docent vervaagt in een omgeving waar iedereen elkaar zo goed kent.
Onder sommige studenten heerst het idee dat je docenten beter te vriend kunt houden, omdat je van hen afhankelijk bent voor je beoordeling. Je moet niet teveel in discussie gaan, en zeker niet te kritisch zijn, zeggen zij. Ze spreken meermaals van een ‘giftige cultuur’. Een aantal studenten stopt met de opleiding omdat de sfeer op de studie hen teveel stress oplevert. Ze zouden een groot verschil hebben ervaren met andere opleidingen, zoals filosofie en Midden-Oostenstudies. ‘Ik heb paniekaanvallen gehad, en later therapie, omdat ik me zo onveilig heb gevoeld,’ zegt een oud-student. ‘Ik ben de Franse taal gaan haten. Dat vind ik echt heel jammer.’
Beroemdheid
Een van de docenten met wie de studenten moeite hebben is tegelijkertijd ‘de ster van de opleiding’: een bekend figuur met een appartement in Parijs en een groot netwerk in binnen- en buitenland. Een aimabele man die, volgens verschillende studenten, altijd bereid is om het over hun literaire aspiraties te hebben en die zijn eigen romans inbrengt als studiemateriaal. De docent heeft een dubbelfunctie: binnen de opleiding is hij docent, daarbuiten is hij schrijver. Veel studenten kijken daartegen op. ‘Zulke docenten geven sjeu aan de studie, het zijn grote inspiratiebronnen,’ aldus een oud-student.
Hij wordt gezien als een flirt, maar heeft ook veel last heeft van mentale problemen. ‘Ik zag hem weleens wanhopig in zijn eentje in de kantine zitten, dan had ik wel met hem te doen’, zegt een andere oud-student. Toen hij een burnout kreeg mailden verschillende studenten of ze hem thuis mochten opzoeken. Hij zei ja, hij kon wel wat steun gebruiken.
Een-op-een
Wat is, op zo’n kleine opleiding, ‘normaal gedrag’ voor een docent die ook een verantwoordelijkheid draagt voor studenten? Een student raakt er soms van in de war. Zoals toen hij haar een mail stuurde waarin stond dat ze altijd bij hem terechtkon voor een drankje. ‘Ik had hem na de les over mijn depressie verteld. Hij zei dat hij zich herkende in mijn verhaal, dat was prettig, maar om als “vrienden” een drankje te doen, dat ging me te ver. Het blijft een docent.’ Ook nodigt de docent studenten weleens een-op-een uit in een café bij zijn huis vlakbij het Roeterseiland om over een onderwerp door te praten – van man tot vrouw, schrijvers onder elkaar. Sommige studenten vinden dat lastig. Waarom kunnen ze niet gewoon op de UvA afspreken?
Een aantal studenten heeft moeite met zijn opmerkingen. Ze weten niet hoe ze moeten reageren tegen de docent die hen later nog beoordelingen moet geven. Zo sprak hij met een student over haar afkomst, een stam in Afrika, waarna hij zei dat ‘alle vrouwen van die stam mooi waren’ – en zij zag er ook goed uit. Tegen een andere student zou hij gezegd hebben dat haar krulhaar hem ‘deed denken aan zijn ex-vrouw’. ‘Hij gaf vaak drie zoenen, dat was ik gewend want Fransen doen dat vaak, maar hij vroeg dan ook om knuffels. Soms liet hij me niet meer los. Hij wilde mensen sowieso graag aanraken,’ zegt zij. ‘Ik zei toen dat ik dat niet fijn vond, waarop hij zei: “Je moet eens wat meer genieten van het feit dat je een lichaam hebt, niet alleen maar in je hoofd zitten”.’
Een deel van de studenten heeft geen enkel probleem met de docent. Sommige (oud-)studenten willen niet meewerken aan dit artikel omdat ze zich niet herkennen in het door NRC geschetste beeld. Een oud-student zegt daarover dat ze zich niet kan voorstellen dat de docent zich aangetrokken voelde tot vrouwelijke studenten van haar jaar. ‘Sommigen waren net achttien, het leken wel kinderen,’ zegt ze. ‘Misschien ben je dan kwetsbaarder als iemand een flirterige opmerking maakt. Ik heb veel horeca-ervaring dus ik weet hoe ik ermee moet omgaan.’ Studenten die hun verhalen deelden over hun problemen met de man, werden door andere studenten niet geloofd. Zo vertelt iemand: ‘Ze hadden een totaal ander beeld van hem. Ze zeiden: zo is hij helemaal niet, hij is heel aardig.’
Hoteldiner
De problemen dateren niet slechts van de laatste jaren. Dat blijkt uit verhalen van oud-studenten die rond 2008 aan de bachelor begonnen. Een oud-student sprak tijdens haar studietijd graag met hem over haar grote interesse voor literatuur en kwam meerdere keren bij de docent thuis, waarbij ook wijn werd geschonken. ‘Ik voelde me gevleid omdat hij me complimenteerde met mijn schrijfsels en inzichten. Dat voelt achteraf zeer naïef.’ De docent toonde jeugdfoto’s van zichzelf, vertelde geweldige verhalen en benadrukte dat het maar bekrompen was dat een ontmoeting tussen een jonge vrouw en een ongetrouwde man in zijn geboorteland nooit zou kunnen plaatsvinden. ‘De laatste keer ben ik – dit klinkt heftig maar ik kan het niet anders omschrijven – met een smoes zijn huis uit gevlucht omdat hij mij op de bank begon te betasten.’
Docenten van de opleiding willen hangende het onderzoek van onderzoeksbureau Berenschot (zie eerder kader) niet individueel reageren op uitspraken van studenten in dit artikel. De mannelijke docent die in het artikel wordt aangehaald mag gedurende datzelfde onderzoek niet meewerken aan mediaverzoeken.
Leidinggevenden van de opleiding Franse taal & cultuur laten weten alleen schriftelijk te willen reageren zolang het onderzoek loopt. ‘We nemen de zorgen die sommige van onze studenten geuit hebben zeer serieus,’ schrijven zij namens het docententeam. ‘Er loopt op dit moment een onderzoek naar incidenten bij de opleiding. Voor de opleiding en ook voor onze studenten is het nu vooral belangrijk dat er een onafhankelijk onderzoek is opgestart. Tot dat onderzoek afgerond is, geeft de docent over wie in het stuk gesproken wordt tijdelijk geen onderwijs en hij begeleidt ook geen scripties. Om privacy-redenen kunnen we helaas nu zelf geen verdere uitspraken doen. Sinds de publicatie van het NRC-artikel zijn we uitgebreid in gesprek met onze studenten over de sociale veiligheid binnen de opleiding.’
Het jaar daarop, toen ze in Parijs studeerde en hij daar ook was, nodigde hij haar uit voor een drankje in de lobby van zijn hotel. ‘Hij had een nieuw boek gepubliceerd en dat wilde hij me geven. Ik vond dat fantastisch, ik wist toen al dat ik verder wilde in de boekenwereld. Maar dat drankje in de lobby bleek uiteindelijk een diner op zijn hotelkamer. Ik heb er niks van durven zeggen. We hadden toen al afgesproken dat hij mijn scriptiebegeleider zou worden, want dat ging over een onderwerp dat onder zijn expertise viel.’
Ze nam afstand en vreesde dat dat invloed zou hebben op haar beoordeling. ‘Als hij mailde met “hartelijke groet” en niet “bise” [kus, red.], wat hij normaal deed, was ik al bang dat het niet goed meer zat.’ Ze durfde destijds ook geen klacht in te dienen. ‘Ik schaamde me en vond dat ik me niet moest aanstellen, maar ik heb daar wel spijt van. Ik vind het een ontzettend nare gedachte dat dit langer heeft kunnen voortduren dan nodig.’
Studenten die wel besluiten te klagen bij andere docenten krijgen vaak nul op hun rekest, blijkt uit verschillende verhalen van (oud-)studenten. Zo zou een vrouwelijke docent tegen een student hebben gezegd dat haar opmerkingen van de docent te ‘ambigu’ waren om daar iets mee te doen. ‘De mannelijke docent zou in zijn verweer makkelijk kunnen zeggen dat ik de opmerkingen verkeerd had geïnterpreteerd. Ze raadde me aan om afstand van hem te houden en afspraken met hem te plannen in openbare ruimten.’ Verschillende studenten klagen over het gedrag van de docent bij de opleidingsdirecteur, maar hebben het gevoel dat ze niet serieus worden genomen. Daarnaast, zeggen (oud-)studenten, was klagen lastig omdat een aantal studenten door bovenstaande reacties het gevoel kregen dat docenten elkaar toch wel zouden beschermen. Het was immers een aimabele, belangrijke man.
Franse mannen
Sommige betrokkenen spreken ook van een cultuurverschil. Een oud-student, die nu al jaren in Frankrijk woont en daar ‘heel veel overschrijdend gedrag heeft meegemaakt’, is er duidelijk over: Franse mannen zijn gewoon anders. ‘Deze docent schaar ik onder de Franse mannen. Ze denken dat ze zich veel meer kunnen permitteren.’
Als student van negentien ben je kwetsbaar en is het moeilijk om tegen zo’n groot schrijver in te gaan, vervolgt ze. ‘Je denkt: deze grote, bijzondere man wil gesprekken met mij voeren, en hij kan me heel veel leren. Dat een docent dan een stap verder gaat, is alleen die man te verwijten. Een docent heeft een verantwoordelijkheid. Een hand op een dijbeen of een zoen op de mond – die stap moet je gewoon nooit zetten als docent.’ Een andere student voegt daaraan toe: ‘En als dat wel gebeurt, moeten andere docenten of leidinggevenden je ertegen beschermen.’
Folia sprak voor dit artikel met twaalf studenten en oud-studenten die tussen 2008 en 2021 de bacheloropleiding Franse taal & cultuur volgden. Zij willen anoniem blijven omdat ze vrezen dat medewerking aan het artikel mogelijk gevolgen heeft voor hun carrière of studieresultaten.
Wil je informatie met ons delen over de studie Franse taal & cultuur, of over vergelijkbare voorvallen bij andere studies, mail dan naar sterre@folia.nl.