Niks meer missen?
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief!
Foto: Sara Kerklaan
actueel

‘Ik ben super dankbaar voor de veerkracht en toewijding van mijn team’

Wessel Wierda,
28 december 2020 - 08:52

Natali Helberger is sinds dit jaar universiteitshoogleraar op de leerstoel Law and Digital Technology, with a special focus on AI aan de UvA, en net zoals jij UvA’er van het Jaar. Een gesprek over de corona-app en het leiden van een onderzoeksteam tijdens een pandemie. ‘De onderzoekers lieten zien dat ze ondanks alles – de werkdruk was niet in woorden te vatten – doorgegaan zijn en gemotiveerd bleven.’

'Tijdens de pandemie wilde ik als wetenschapper graag ergens mijn steentje bijdragen, maar ik ben beslist geen viroloog of arts. Ik kan niet helpen bij het ontwikkelen van een vaccin en ik weet vrij weinig over Sars of Covid. Toen de minister van Volksgezondheid, Hugo de Jonge, in april echter aankondigde dat er ten behoeve van de strijd tegen corona een contact tracing-app kwam, raakte dit de kern van het onderzoeksveld waar mijn team en ik opereren: digitale surveillance, privacy en mensenrechten. Zo konden we met een onderzoek naar deze app, alsnog een relevante bijdrage leveren aan het plan om uit de lockdown te komen.

 

Het onderzoek maakte veel impact op mij. Wetenschappers uit verschillende disciplines werkten nauw samen met civil society en openbaar bestuur, waardoor ontzettend veel kennis bijeengebracht werd. De handen werden ineengeslagen, dat was zeer bijzonder om te zien. Het toonde aan hoe dicht Covid de wetenschap bij de maatschappij had gebracht.

‘Sommige leden van mijn team gingen er gemakkelijk mee om, maar anderen hadden moeite met het feit dat ze hun collega’s niet zagen en dat het onderwijs veel meer tijd vergde dan normaal’

Technologie als magische oplossing

Bovendien leidden de resultaten ertoe dat we in het paasweekend een brandbrief schreven aan minister-president Mark Rutte en minister van Veiligheid en Justitie Ferdinand Grapperhaus. In de brief waarschuwden we de overheid voor de fundamenteelrechtelijke en maatschappelijke implicaties van de CoronaMelder-app. Bijvoorbeeld voor het feit dat kwetsbare groepen, zoals freelancers, disproportioneel geraakt konden worden door deze app. De kans op valse positieven is bij de app immers erg groot en zonder klachten mag men zich niet laten testen. Dat leidt ertoe dat deze groepen het risico lopen dat ze meerdere malen onterecht in quarantaine moeten, wat zij zich niet altijd kunnen veroorloven. De brief werd door tweehonderd wetenschappers ondertekend.

 

Vervolgens mocht ik in het parlement de brief toelichten. Ik merkte dat digitale technologie werd gepresenteerd als de magische oplossing voor al onze problemen, zonder dat daarbij fundamenteel nagedacht was over hoe we op een juridisch en ethisch verantwoorde manier omgaan met digitale technologie tijdens een pandemie. Het is echter te makkelijk om met de vinger te wijzen; de overheid was beland in een compleet nieuwe situatie.

 

Wel realiseerde ik me door het onderzoek veel meer de noodzaak van democratische controle bij de inzet van digitale technologie. Ik heb weliswaar nog steeds kritiekpunten op de app, maar het is goed om te zien dat er mede door ons onderzoek en de initiatieven van anderen een denkproces op gang is gezet.

‘Voor velen van ons was 2020 een reality check, als mens en als wetenschapper’

Enorm veel zorgen

Uiteraard bemoeilijkten de coronamaatregelen ook ons eigen onderzoeksproces. Het was veel lastiger om mijn team aan te sturen. Iedereen zat in andere situaties: twee promovendi waren net begonnen; een collega was vanuit een ver land naar Nederland gekomen en zat een maand later in een lockdown; een ander had geen plek om te werken. Ik maakte me enorm veel zorgen om hoe het met hen ging.

 

Sommigen van hen gingen er gemakkelijk mee om, maar anderen hadden moeite met het feit dat ze hun collega’s niet zagen en dat het onderwijs veel meer tijd vergde dan normaal. Daarom heb ik veel meer contactmomenten proberen te creëren; en meetings die niet alleen over de inhoud gingen, maar ook als een soort check-in moment fungeerden. Ik wilde iedereen happy houden, maar eveneens alles draaiende houden. Dat was voor mij een van de belangrijkste uitdagingen van 2020.

 

Ik ben dan ook super dankbaar voor de veerkracht en toewijding van mijn team. De onderzoekers lieten zien dat ze ondanks alles – de werkdruk was niet in woorden te vatten – doorgegaan zijn en gemotiveerd bleven. Ze bleven optimistisch en creëerden een team spirit. Ik ben trots op hen, ze hebben het echt heel goed gedaan. 

 

Ik heb ook aan mijn team gevraagd hoe ze 2020 hebben beleefd. Voor velen van hen was 2020 een reality check. Ze reflecteerden veel over wat ze belangrijk vonden in het leven als mens en als wetenschapper. Het is goed om te horen dat ze deze periode ook als een grote persoonlijke ontwikkeling hebben ervaren. Je leert tijdens een pandemie wat je echt belangrijk vindt aan wetenschap bedrijven. En we hebben kunnen concluderen: teamwork is écht met mensen samenwerken. Dat vind ik ook zo leuk aan werken op de UvA. Je werkt samen met ontzettend gave collega’s.

Foto: Sara Kerklaan

Interdisciplinair onderzoek

Deel van mijn opdracht als universiteishoogleraar is om met veel wetenschappers uit verschillende disciplines samen te werken. Dat deed ik voorgaande jaren aan de rechtenfaculteit eveneens, maar het is makkelijker om dit te doen als universiteitshoogleraar omdat je niet per se aan een faculteit verbonden bent. Dat interdisciplinaire aspect vind ik prachtig. Toch ben ik ironisch genoeg als universiteitshoogleraar nog veel bewuster geworden van de rol van het recht: dat is een gekke wisselwerking.

 

Tijdens de besprekingen met de andere universiteitshoogleraren breng ik tenslotte vooral het belang van het recht in. De communicatie met rector magnificus Karen Maex en de andere collega's en universiteitshoogleraren liep heel goed en je bent echt in een positie waar je veel dingen voor elkaar kunt krijgen. Mijn eerste jaar als universiteitshoogleraar was daarom een heel goede ervaring, ondanks dat het heel hard werken was.

 

Zoom

Waar ik dit jaar in een sessie bijvoorbeeld over nagedacht heb is hoe digitale technologie de wetenschap en het onderwijs verandert. Opeens waren er dingen mogelijk die eerst niet gebruikelijk waren. Ik kan met jou zoomen, in de middag naar Brussel bellen en vervolgens naar een volgende call uit Washington of Nieuw-Zeeland. Terwijl ik voorheen alles met het vliegtuig of de trein deed.

 

In de discussie rondom duurzaamheid is dat echt iets om over na te denken. Technologie neemt grenzen weg en maakt thuiswerken gemakkelijker. Fysieke meetings zouden in het vervolg meer kunnen gaan om het opbouwen van persoonlijke connecties en het creëren van netwerken, terwijl business meetings dan vaker via Zoom gehouden kunnen worden.

‘2021 wordt een waanzinnig boeiend jaar. Ik kijk er ontzettend naar uit'

Aan de andere kant zie ik ook hoe technologieën bepalen hoe men met elkaar communiceert. Bij de gratis Zoom-versie heb je bijvoorbeeld maar 45 minuten om met elkaar te communiceren, daarna word je automatisch afgekapt. Er zit dus een mechanisch einde aan je gesprek. Het algoritme van Zoom bepaalt tevens wie van de twintig mensen in de meeting je meer te zien krijgt dan anderen. Met diegene ga je automatisch meer praten.

 

Regulering

Ik besef me daarom des te meer dat de manier hoe platforms opgebouwd zijn, bepalend is voor de manier hoe wij wetenschap bedrijven. Meer bewustwording over dat fenomeen kan een eerste stap zijn naar een oplossing.

 

In het verlengde daarvan wil ik graag benadrukken hoe belangrijk het is om op de UvA een communicatieplatform te kiezen dat Europees is, open source, privacyvriendelijk én veilig. Het moet toch te doen zijn om voor onze technologie minder afhankelijk te zijn van buitenlandse invloedssferen? Dat is wel een onderwerp waar op de UvA al veel over nagedacht wordt, ook door onze rector. Maar door de pandemie wordt het veel meer op scherp gezet en krijgt het meer urgentie.

 

Het aankomende jaar wordt juridisch gezien echter een nog belangrijker jaar voor kunstmatige intelligentie. 2021 wordt het jaar van AI-regulering: zo komen de Digital Service Act en de Digital Market Act eraan. Bovendien is het Europese parlement net met een motie gekomen voor regulering van AI en komt ook de Europese Commissie volgend jaar met een voorstel om AI te reguleren. 2021 wordt dus een waanzinnig boeiend jaar. Ik kijk er ontzettend naar uit.'