Niks meer missen?
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief!
Foto: Rogier Willems
actueel

UvA haalt streefcijfer voor vrouwelijke hoogleraren

Dan Afrifa,
1 december 2020 - 16:27

Sinds de hoogleraarsbenoemingen in november van dit jaar is 24,9 procent van de UvA-hoogleraren vrouw. Daarmee is het in 2015 vastgelegde streefcijfer zo goed als behaald. Voor 2025 heeft de universiteit haar zinnen gezet op 30 procent vrouwelijk hoogleraren. Voor andere groepen blijven streefcijfers vooralsnog uit.

In 2015 stelden de Nederlandse universiteiten streefpercentages op voor vrouwelijke hoogleraren. De UvA legde zichzelf toen op dat in 2020 een kwart van al haar hoogleraren vrouw moest zijn. Vorig jaar was 24 procent van de hoogleraren op de UvA vrouw. Inmiddels is het streefcijfer uit 2015 nagenoeg behaald: 24,9 procent van de UvA-hoogleraren is geen man.

 

Hoe kreeg de UvA dit voor elkaar? Daarvoor moeten we een blik werpen in de diversiteitsnota van de universiteit. Daarin legde de UvA onder meer het streven vast dat 50 procent van alle vacante hoogleraarsposities ingevuld moest worden door vrouwen. Maar er is meer, vertelt een woordvoerder van de UvA. Ondere andere: ‘Faculteiten motiveren bij de voordracht van een man hoe breed naar vrouwelijke kandidaten is gezocht. En benoemingsadviescommissies hebben minimaal een vrouwelijk lid.’

Bestuurlijke wil
Volgens de UvA-woordvoerder zorgt de combinatie van een scala aan maatregelen ervoor dat er veel aandacht gaat naar het tijdig zoeken van talent, het selectieproces en de inzet op betere en snellere doorstroom. ‘Het is niet één maatregel alleen, maar meerdere acties tegelijk.’

 

Is dit succes een teken dat meer diversiteit in het medewerkersbestand een kwestie van bestuurlijke wil is? Ja, en nee. Volgens de woordvoerder blijven de Faculteit der Natuurwetenschappen, Wiskunde & Informatica (FNWI) en de Faculteit Economie & Bedrijfskunde (FEB) achter. ‘Daar is meer maatwerk nodig, gericht op de specifieke barrières die deze faculteiten ondervinden bij het aantrekken van vrouwelijke wetenschappers.’ Te denken valt dan aan het MacGillavry Fellowship en het actieplan Gender Balance. Kortom: ‘De (bestuurlijke) inzet helpt, maar flankerende maatregelen zijn ook nodig, zeker als het gaat om disciplines binnen FEB en FNWI.’

‘Er zijn geen plannen voor streefcijfers voor wetenschappelijk personeel met een migratieachtergrond’

Nieuw streefcijfer
Met dit succes in de zak gaat het College van Bestuur (CvB) niet achterover leunen. Voor 2025 heeft het CvB ten doel gesteld om 30 procent vrouwelijke hoogleraren te hebben. Volgens de woordvoerder van de UvA is dit een realistisch streefcijfer. ‘Met alle inzet en extra maatregelen verwachten we dit te kunnen halen. Maar de arbeidsmarkt is krap, de concurrentie tussen universiteiten om vrouwelijke wetenschappers aan te trekken is groot en de loopbaan om hoogleraar te worden is lang, dus het zal zeker niet vanzelf gaan om dit te halen.’

 

Het behalen van het streefcijfer betekent overigens niet dat er bijvoorbeeld streefcijfers worden opgesteld voor mensen met een immigratieachtergrond. ‘De UvA kent wel beleidsmaatregelen gericht op wetenschappelijk personeel met een migratieachtergrond, zie de Nota Diversiteit, maar er zijn geen plannen voor streefcijfers voor wetenschappelijk personeel met een migratieachtergrond.’